1.1.een ambtsedig proces-verbaal, nummer 2002038803-7, d.d. 18 november 2002 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:
Geboren : [geboortedatum slachtoffer] 1990
Ik ben op de leeftijd van elf jaar zwanger geraakt, nadat ik tegen mijn wil seks heb gehad met [verdachte] (de rechtbank leest: [verdachte]).
[verdachte] was ten tijde van de periode dat ik zwanger werd, rond november 2011, de partner van mijn moeder [naam].
Al vrij snel na de scheiding van mijn ouders zijn we verhuisd naar Groesbeek, omdat mijn moeder een nieuwe vriend had. Die vriend heette [verdachte].
[verdachte] woonde in Groesbeek in een huis dat niet zo groot was. Daarom zijn we daarna verhuisd naar Cuijk. [verdachte] was stratenmaker. Hij was wel eens een paar dagen niet thuis voor zijn werk. Ik ging dan wel eens met hem mee voor een paar dagen en sliepen dan in een hotel. In januari 2002 ben ik anderhalve week met [verdachte] op vakantie geweest naar Thailand. [verdachte] is de enige man met wie ik seks heb gehad.
1.2.een schriftelijk bescheid, te weten een akte van geboorte, d.d. 22 november 2013, inhoudende dat[naam 2] is geboren op [geboortedatum naam 2] 2002, zoon van [slachtoffer].
1.3.een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R3 2002038803-30, d.d. 14 november 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:
V: Ik wil het met jou erover hebben dat je alleen met [verdachte] weg bent geweest. Ik lees een stukje voor uit je verklaring van toen, waarin je vertelde dat je wel met [verdachte] op een hotelkamer sliep en hem overdag hielp met het straten. De keer dat je seksueel contact met hem moest hebben. Weet je of het één keer of vaker is gebeurd?
A: Het is wel vaker gebeurd. Ik denk wel tien keer.
V: Weet je nog waar de eerste keer was?
A: Thuis volgens mij, in Cuijk.
V: Hoe maakte hij duidelijk dat hij seks wilde?
A: Het gebeurde gewoon. Het was ook wel in een hotelkamer. Je had gewoon mee te werken. Ik had geen keus. Ik was bang. Ik dacht laat het maar gebeuren, dan was het daarna weer gewoon. Als het dan gebeurde dan hoopte ik dat het niet weer gebeurde. Ik ben ook wel naar Disney met hem geweest. We deden ook wel leuke dingen.
V: Is hij wel eens op een andere manier klaargekomen?
A: Nee, niet dat ik weet. Het was altijd de penis er in.
1.4.een schriftelijk bescheid, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van gynaecoloog [naam 3], d.d. 25 juli 2003:
Naar aanleiding van uw verzoek om inlichtingen d.d. 18 juli 2003 omtrent de
zwangerschap van [slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 1990, bericht ik u het volgende:
Ik zag haar voor het eerst op 29 april 2002. Echografisch onderzoek toonde aan dat de zwangerschap toen waarschijnlijk gevorderd was tot circa 25 1/2 week. Gezien de onzekerheid die besloten ligt in termijn bepaling omstreeks deze zwangerschapsduur lijkt het waarschijnlijk dat conceptie heeft plaatsgevonden tussen 24 oktober 2001 en 6 december 2001.
1.5.een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R3 2002038803-29, d.d. 13 november 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant[verbalisant]:
Op 13 november 2013 is van de minderjarige donor:[naam 2], geboren op [geboortedatum naam 2] 2002, wangslijmvlies afgenomen.
Het celmateriaal is op de voorgeschreven wijze verpakt en voorzien van een identiteitszegel.
[nummer]
1.6.een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02N3 2002038803-16, d.d. 14 november 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant[verbalisant 2]:
Op 14 november 2013 is van de donor: [slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 1990, wangslijmvlies afgenomen.
Het celmateriaal is op de voorgeschreven wijze verpakt en voorzien van een identiteitszegel.
[nummer 2]
1.7.een schriftelijk bescheid, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Afschrift bevel d.d. 18 november 2013 tot afname DNA-materiaal van verdachte [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats].
Op 18 november 2013 heeft [naam 4] ingevolge voornoemd bevel wangslijm afgenomen van [verdachte].
[nummer 3]
1.8.Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie, zaaknummer [zaaknummer] (aanvraag 002), d.d. 21 november 2013 opgemaakt door [deskundige], op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als zijn/haar verklaring:
In deze zaak is een DNA-verwantschapsonderzoek uitgevoerd om te onderzoeken of de verdachte[verdachte] de biologische vader van [naam 2] kan zijn. In dit deskundigenrapport zijn de resultaten van dit onderzoek in verkorte vorm gerapporteerd.
DNA-onderzoek
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:
[nummer 2] referentiemonster wangslijmvlies van [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] 1990), biologische moeder van [naam 2]
[nummer] referentiemonster wangslijmvlies van [naam 2] (geboren op [geboortedatum naam 2] 2002), biologische zoon van [slachtoffer]
[nummer 3] referentiemonster wangslijmvlies van verdachte[verdachte]
(geboren op [geboortedatum] 1973)
Resultaten DNA-onderzoek
Van de aangeleverde referentiemonsters zijn DNA-profielen verkregen op basis van vijftien
autosomale loci en het locus voor het geslachtskenmerk.
DNA-verwantschapsonderzoek
Hypothesen
Op basis van de vraagstelling zijn de volgende twee hypothesen beschouwd:
Hypothese 1 de verdachte[verdachte] [nummer 3] is de biologische vader van
[naam 2] [nummer]
Hypothese 2 de verdachte[verdachte] [nummer 3] is niet verwant aan [naam 2]
[nummer]
Bij het opstellen van de hypothesen is de aanname gedaan dat [slachtoffer] [nummer 2] de biologische moeder is van [naam 2] .
Bij het DNA-verwantschapsonderzoek is het DNA-profiel van [naam 2] [nummer] vergeleken met de DNA-profielen van [slachtoffer] [nummer 2] en de verdachte[verdachte] [nummer 3] en is de wetenschappelijke bewijswaarde van het DNA-onderzoek berekend.
Vergelijkend DNA-onderzoek
Uit de vergelijking van de DNA-profielen is gebleken dat van elk van de vijftien vergeleken loci van het DNA-profiel van [naam 2] [nummer] ten minste één DNA-kenmerk gelijk is aan een DNA-kenmerk van het desbetreffende locus in het DNA-profiel van [slachtoffer] [nummer 2], terwijl het tweede DNA-kenmerk gelijk is aan een DNA-kenmerk van het desbetreffende locus in het DNA-profiel van de verdachte[verdachte] [nummer 3]. Dit past bij een verwantschap van een kind en de twee biologische ouders. Dit betekent dat de verdachte[verdachte] de biologische vader van [naam 2] kan zijn.
Wetenschappelijke bewijswaarde
De kans op de verkregen resultaten van het DNA-onderzoek onder hypothese 1 is ongeveer 86 miljoen keer groter dan onder hypothese 2.
Interpretatie en conclusie
Op basis van de resultaten van het DNA-verwantschapsonderzoek wordt geconcludeerd dat
de verdachte[verdachte] de biologische vader van [naam 2] kan zijn. De kans op de
verkregen autosomale DNA-profielen, onder de aanname dat [slachtoffer] [nummer 2] de biologische moeder is van [naam 2] [nummer], is ongeveer 86 miljoen keer groter wanneer de verdachte[verdachte] [nummer 3] de biologische vader van [naam 2] [nummer] is (hypothese 1), dan wanneer de verdachte[verdachte] niet verwant aan [naam 2] [nummer] is (hypothese 2).
1.9.een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02N3 2002038803-16, d.d. 20 november 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant]:
Uit het GBA-onderzoek blijkt dat[verdachte] en[naam] vanaf respectievelijk 28 juni 2000 en 29 juni 2000 stonden ingeschreven op het adres[adres].