ECLI:NL:RBNNE:2014:1045
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- H.H.A. Fransen
- M.C. Fuhler
- S. Zwerwer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugshandelzaak wegens gebrek aan bewijs van medeplichtigheid
Op 28 februari 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Assen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van de uitvoer van een grote hoeveelheid hennep. De verdachte, geboren in Duitsland en zonder bekende verblijfplaats in Nederland, was niet verschenen op de zitting. Zijn raadsvrouw, mr. I.M. Weijers, was wel aanwezig en verklaarde dat zij door de verdachte was gemachtigd om hem te verdedigen. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 14 februari 2014 gehouden.
De tenlastelegging betrof het opzettelijk vervoeren van ongeveer 18 kilogram hennep naar de grens tussen Nederland en Duitsland op of omstreeks 15 oktober 2012. De officier van justitie, mr. J.F. Severs, vorderde een gevangenisstraf van 9 maanden, maar de verdediging stelde dat de verdachte niet op de hoogte was van de hennep in de auto en dat er geen bewijs was voor medeplichtigheid.
De rechtbank heeft de bewijsvoering van de officier van justitie kritisch bekeken en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de drugshandel. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking of significante bijdrage van de verdachte aan het tenlastegelegde feit. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat de bewijsstukken, waaronder tapverslagen en observaties, niet voldoende waren om de beschuldigingen te onderbouwen.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. H.H.A. Fransen en de rechters mr. M.C. Fuhler en mr. S. Zwerwer, in aanwezigheid van griffier J. Bos. De rechtbank benadrukte het belang van de rechtsbescherming en de presumptie van onschuld, waarbij de verdachte tot aan een onherroepelijke bewezenverklaring als onschuldig moet worden beschouwd.