ECLI:NL:RBNNE:2014:1043
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- H.H.A. Fransen
- M.C. Fuhler
- S. Zwerwer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugshandelzaak wegens gebrek aan bewijs van medeplichtigheid
Op 28 februari 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Assen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van de uitvoer van een grote hoeveelheid hennep. De verdachte was niet verschenen ter terechtzitting, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. H.W. Knottenbelt. De tenlastelegging betrof het opzettelijk vervoeren van ongeveer 18 kilogram hennep op of omstreeks 15 oktober 2012 in de gemeente Emmen, met de intentie deze naar Duitsland te brengen. De officier van justitie, mr. J.F. Severs, vorderde een gevangenisstraf van 9 maanden, maar de verdediging stelde dat de verdachte niet op de hoogte was van de hennep in de auto en dat er geen bewijs was voor medeplichtigheid.
De rechtbank heeft de bewijsvoering van de officier van justitie kritisch bekeken en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de drugshandel. De rechtbank oordeelde dat uit de tapverslagen en observaties van de politie niet bleek van een bewuste en nauwe samenwerking of daadwerkelijke betrokkenheid van de verdachte bij de uitvoer van drugs. De rechtbank heeft de verdachte dan ook vrijgesproken van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging, omdat niet kon worden aangetoond dat hij wetenschap had van de hennep in de auto.
De uitspraak benadrukt het belang van de bewijsvoering in strafzaken en de rechtsbeginselen, zoals de presumption of innocence, waarbij een verdachte als onschuldig wordt beschouwd totdat het tegendeel is bewezen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen, wat een belangrijke overwinning voor de verdediging betekende.