In deze zaak heeft eiser, na de aankoop van een brommobiel, een vordering ingesteld tegen gedaagde. Eiser kocht op 9 juli 2012 een brommobiel van het merk Ligier type Nova voor € 5.250,00, maar ontdekte later dat het voertuig van het bouwjaar 2001 was in plaats van het veronderstelde bouwjaar 2005. Eiser heeft gedaagde, die onder de handelsnaam [X] opereert, gedagvaard omdat hij meende dat gedaagde verantwoordelijk was voor de schade die hij had geleden door de verkeerde informatie over het voertuig. Gedaagde voerde echter aan dat eiser de verkeerde rechtspersoon had gedagvaard, aangezien de aankoop niet bij gedaagde maar bij [X] had plaatsgevonden, en dat de registratie in het handelsregister niet aan gedaagde kon worden gekoppeld.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser niet ontvankelijk is in zijn vordering, omdat hij niet de juiste partij had gedagvaard. De rechter benadrukte dat het handelsregister als uitgangspunt moet worden genomen en dat eiser had moeten nagaan met welke rechtspersoon hij een overeenkomst had gesloten. Ondanks de niet-ontvankelijkheid van eiser, heeft de kantonrechter gedaagde veroordeeld in de proceskosten, omdat gedaagde had bijgedragen aan de verwarring door een handelsnaam te gebruiken die niet overeenkwam met de registratie in het handelsregister. De rechter oordeelde dat gedaagde had moeten reageren op de verzoeken van eiser en hem had moeten wijzen op de juiste BV. De proceskosten zijn vastgesteld op € 109,31 aan dagvaardingskosten, € 75,00 aan vastrecht en € 350,00 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 4 maart 2014.