ECLI:NL:RBNNE:2013:CA4015
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geen rechtsverhouding tussen stichtingen en gedaagde in geschil over informatieplicht en incassokosten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 23 april 2013, hebben de stichtingen [A] en [B] een vordering ingesteld tegen [C] met betrekking tot een vermeende informatieplicht en de daaruit voortvloeiende incassokosten. [A] stelt dat zij uitvoering geeft aan de pensioenregeling voor de sector beroepsgoederenvervoer en dat [C] verplicht is om deel te nemen aan deze regeling. [C] heeft echter verklaard dat hij geen personeel in dienst heeft en geen activiteiten in de sector goederenvervoer verricht. Dit heeft hij onderbouwd met een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel, waaruit blijkt dat hij marktkramen verhuurt.
De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat [C] vanaf 2003 niet langer beroepsmatig goederen vervoerde en dat hij dit ook telefonisch heeft gemeld aan [A] en [B]. De rechter oordeelt dat [A] en [B] onvoldoende initiatief hebben genomen om te verifiëren of [C] onder de relevante regelgeving viel, en dat zij niet konden verwachten dat [C] informatie zou verstrekken die hij niet verplicht was te geven. De rechter concludeert dat er geen rechtsverhouding bestond tussen [A] en [B] enerzijds en [C] anderzijds, waardoor [C] niet gebonden was aan de informatieplicht van de stichtingen.
De vorderingen van [A] en [B] worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten van [C], die zijn begroot op € 350,00. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.