vonnis
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/121677 / HA ZA 12-252
Herstelvonnis van 15 mei 2013
[A],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. A.J. Roos te Wolvega,
1. [B],
wonende te [woonplaats],
2. [C],
wonende te [woonplaats],
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. S. Buddingh- Toes te Leusden.
Partijen zullen hierna [A] en [B] c.s. genoemd worden.
1. Het verzoek tot verbetering
1.1. Bij brief van 25 april 2013 heeft [B] c.s. de rechtbank verzocht om verbetering van het op 13 februari 2013 in deze zaak gewezen vonnis. Volgens [B] c.s. stemt hetgeen de rechtbank in rechtsoverweging 6.1.1 van vorengenoemd vonnis niet overeen met hetgeen onder 7.4 van het dictum van dat vonnis is bepaald. Ter verduidelijking heeft [B] c.s. twee kadastrale kaarten overgelegd, waaruit blijkt welk gevolg rechtsoverweging 6.1.1 en welk gevolg het dictum onder 7.4 heeft voor de hoeveelheid grond die [B] c.s. toekomt.
1.2. Bij brief van 7 mei 2013 heeft mr. Roos namens [A] aan de rechtbank bericht dat van een kennelijke fout geen sprake is en dat het dictum juist is geformuleerd.
2. De beoordeling
2.1. De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 13 februari 2013 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent.
2.2. Ten aanzien van het aan de achterzijde gelegen en niet aan de gevel van het pand van [A] grenzende stukje grond, zoals gearceerd aangegeven in de als productie 6 bij de conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van eis in reconventie, is de rechtbank van oordeel dat het dictum niet in overeenstemming is met hetgeen zij in haar uitspraak in overweging 6.1.1 heeft overwogen. Immers, ingevolge overweging 6.1.1 is [B] c.s. door verjaring eigenaar geworden van de in vorengenoemde productie 6 gearceerde strook grond, terwijl hij ingevolge het dictum onder 7.4 door verjaring eigenaar is geworden van de grond gelegen tussen de gevel van het pand van [A] aan de [kadastrale gegevens], waartoe niet behoort ook het hiervoor bedoelde stukje grond, dat aan de achterzijde is gelegen. De rechtbank zal haar vonnis in zoverre rectificeren.
2.3. Ten aanzien van de aan de straatkant, derhalve aan de voorzijde van het pand van [A] en niet aan de gevel van het pand van [A] grenzende stukje grond, zoals gearceerd aangegeven in de als productie 6 bij de conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van eis in reconventie, is de rechtbank van oordeel dat het dictum juist is. Immers, zoals namens [B] c.s. ter gelegenheid van de comparitie is verklaard, ziet de vordering in reconventie niet op dit stukje grond waarvan [B] c.s. stelt dat via de gemeente te hebben verkregen.
2.4. De rechtbank zal haar vonnis aldus rectificeren dat de strook grond, zoals gearceerd aangegeven in de als productie 6 bij de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in reconventie overgelegde kadastrale kaart, met uitzondering van het aan de straatkant van het pand van [A] gelegen stukje grond, partijen bekend, door verjaring eigendom is geworden van [B] c.s.
2.5. Het voorgaande betekent dat [B] c.s. door verjaring eigenaar is geworden van de strook grond, zoals gearceerd aangegeven in het onderstaande deel van de kadastrale kaart met referentienummer [nummer].
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. bepaalt dat overweging 6.1.1 van het op 13 februari 2013 tussen [A] en [B] c.s. gewezen vonnis, waar staat
“Verwijzend naar haar overweging 4.2.2 - die hier als herhaald en ingelast moet worden beschouwd - zal de rechtbank de vordering tot verklaring voor recht dat de onderhavige strook grond door verjaring eigendom is geworden van [B] c.s. toewijzen. ”
“Verwijzend naar haar overweging 4.2.2 - die hier als ingelast en herhaald moet worden beschouwd - zal de rechtbank de vordering tot verklaring voor recht dat de onderhavige strook grond, zoals gearceerd aangegeven in de als productie 6 bij de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in reconventie overgelegde kadastrale kaart, met uitzondering van het aan de voorzijde van het pand van [A] gelegen stukje grond, partijen bekend, door verjaring eigendom is geworden van [B] c.s.”,
3.2. bepaalt dat punt 7.4 van het dictum van het op 13 februari 2013 tussen [A] en [B] c.s. gewezen vonnis, waar staat
"verklaart voor recht dat de strook grond, gelegen tussen de gevel van het pand van [A] aan de [kadastrale gegevens], door verjaring eigendom is geworden van [B] c.s."
"verklaart voor recht dat de strook grond, zoals gearceerd aangegeven in de als productie 6 bij de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in reconventie overgelegde kadastrale kaart, met uitzondering van het aan de voorzijde van het pand van [A] gelegen stukje grond van het gearceerde deel, partijen bekend, door verjaring eigendom is geworden van [B] c.s."
3.3. bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 15 mei 2013 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 13 februari 2013,
3.4. gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 13 februari 2013 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.B. van Baalen en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.?