ECLI:NL:RBNNE:2013:CA1532
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.M.E. Kiezebrink
- A.F. Gerding
- M.B. de Wit
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen van moord en medeplichtigheid aan doodslag na schietpartij aan de Rodeweg
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplegen van moord en medeplichtigheid aan doodslag, heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 30 mei 2013 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van betrokkenheid bij de schietpartij op 4 februari 2012 te Groningen, waarbij het slachtoffer met een automatisch machinepistool werd doodgeschoten. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte, waaronder historische gegevens, camerabeelden en vertrouwelijke communicatie. Echter, de rechtbank oordeelde dat de bewijsmiddelen onvoldoende waren om tot een wettige en overtuigende bewezenverklaring te komen. De rechtbank concludeerde dat er geen direct bewijs was dat de verdachte het wapen had geleverd of dat hij op enige wijze betrokken was bij de moord of doodslag. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, inclusief het voorhanden hebben van verboden wapens en munitie. Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen niet ontvankelijk verklaard, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen was. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de artikelen 36b en 36d van het Wetboek van Strafrecht.