ECLI:NL:RBNNE:2013:CA0762

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
C-17-116257 - HA ZA 11-729
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsgeschil over schadevergoeding na brand met betrekking tot herbouwwaarde en huurderving

In deze zaak gaat het om een geschil tussen eisers, [A] en [B], en de onderlinge waarborgmaatschappij Algemene Friese Onderlinge Schadeverzekeringsmaatschappij 'Zevenwouden' U.A. naar aanleiding van een brand die op 1 december 2010 heeft gewoed in het pand van eisers. Eisers hebben een verzekering afgesloten bij Zevenwouden en vorderen schadevergoeding op basis van de verzekeringspolis. De rechtbank heeft vastgesteld dat Zevenwouden gehouden is tot uitkering van de schade van eisers, voortvloeiend uit het schadeveroorzakende voorval, en dat de schade dient te worden berekend naar herbouwwaarde. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eisers recht hebben op vergoeding van huurderving over een periode van 33 maanden. De vordering van eisers om een bedrag van EUR 185.466,11 te ontvangen is afgewezen, maar de rechtbank heeft wel een bedrag van EUR 13.252,88 toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente. De kosten van het geding zijn voor rekening van Zevenwouden, die grotendeels in het ongelijk is gesteld. Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Biesma en is openbaar uitgesproken op 22 mei 2013.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/116257 / HA ZA 11-729
Vonnis van 22 mei 2013
in de zaak van
1. [A],
wonende te [plaats],
2. [B],
wonende te [plaats],
eisers,
advocaat mr. E.C.M.J. van Kempen, kantoorhoudende te Cuijk,
tegen
de onderlinge waarborgmaatschappij
ALGMENE FRIESE ONDERLINGE SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ "ZEVENWOUDEN" U.A.,
gevestigd te Heerenveen,
gedaagde,
advocaat mr. R.S. van der Spek, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna [A] c.s. en Zevenwouden genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het incidenteel vonnis van 25 januari 2012
- de akte verzoek overlegging productie van de zijde van [A] c.s.
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek, tevens conclusie van vermeerdering van eis
- de conclusie van dupliek
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. De Wet herziening gerechtelijke kaart is op 1 januari 2013 in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.
2. De feiten
2.1. [A] c.s. heeft als verzekeringnemer met Zevenwouden als verzekeraar een verzekering gesloten met pakketnummer [nummer] aangaande:
a. het woonhuis aan de [adres]. Dekking: Totaal, glas. Verzekerd bedrag: EUR 435.000,00;
b. de werkplaats aan de [adres]. Dekking: Brand, storm. Verzekerd bedrag: EUR 151.000,00 geïndexeerd.
c. de werkplaats aan de [adres]. Dekking: Brand, storm. Verzekerd bedrag: EUR 35.000,00.
d. Inboedel woonhuis aan de [adres]. Dekking: Totaal. Verzekerd bedrag: EUR 40.000,00.
In de polis ter zake van het woonhuis is onder meer vermeld: "Voorwaarden: E 1023 - Totaal woonhuis".
2.2. In de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" is onder meer vermeld:
[…]
2 Begripsomschrijvingen
[…]
2.3 Herbouwwaarde:
Het bedrag benodigd voor herbouw van het woonhuis op dezelfde plaats met dezelfde bestemming.
2.4 Verkoopwaarde:
De waarde van het woonhuis bij verkoop in ontruimde en onverhuurde staat onder aftrek van de waarde van de grond. Wordt het woonhuis door een ander dan de verzekeringnemer gebruikt dat geldt als verkoopwaarde de waarde van het woonhuis bij verkoop in verhuurde staat onder aftrek van de waarde van de grond.
Omschrijving van de dekking
3 Gedekte gebeurtenissen
De maatschappij vergoedt de directe materiële schade aan het woonhuis veroorzaakt door:
3.1 brand […]
[…]
4 Dekking boven het verzekerd bedrag
In geval van een gedekte gebeurtenis vergoedt de maatschappij boven het verzekerd bedrag:
4.1 de bereddingskosten, gemaakt ter voorkoming en vermindering van de schade;
4.2 het salaris en de kosten van alle experts en de door hen geraadpleegde deskundigen. Het salaris en de kosten van de door de verzekeringsnemer benoemde expert en de door deze geraadpleegde deskundigen, worden slechts vergoed voor zover dit salaris en de kosten niet uitgaan boven het salaris en de kosten welke de door de maatschappij benoemde expert en diens deskundigen in rekening brengen;
4.3 tot maximaal 10% van het verzekerd bedrag per onderdeel tegen de gebeurtenissen genoemd onder 3:
[…]
4.3.2 de opruimingskosten
[…]
4.3.4 kosten van herstel van tuinaanleg, beplanting en bestrating behorende bij het woonhuis als gevolg van een gedekte gebeurtenis, […]
4.3.5 huurderving indien het woonhuis onbewoonbaar is geworden.
a De vergoeding geschiedt gedurende de gebruikelijke tijd die nodig is voor herstel of herbouw, doch gedurende ten hoogste 52 weken.
b. Indien het woonhuis niet wordt herbouwd of hersteld wordt de uitkeringsduur tot 12 weken beperkt.
[…]
8 Vaststelling van de schade
8.1 De schade zal in onderling overleg of door een door de maatschappij te benoemen expert worden vastgesteld, tenzij wordt overeengekomen dat twee experts, waarvan de verzekeringnemer en de maatschappij er ieder één benoemen, de schade zullen vaststellen.
[…]
9 Omvang van de schade
[…]
9.3 Herbouw of niet-herbouw
9.3.1 Verzekeringnemer dient de maatschappij binnen twaalf maanden na de schadedatum schriftelijk mede te delen of hij al dan niet zal herbouwen of herstellen. Heeft verzekeringsnemer zijn beslissing niet binnen de gestelde termijn kenbaar gemaakt, dan vindt de schade-afwikkeling plaats naar verkoopwaarde.
9.3.2 Bij herbouw of herstel op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming vindt de schadevergoeding plaats naar herbouwwaarde.
[…]
9.4 Schade-uitkering
9.4.1 Indien de schadevergoeding plaatsvindt berekend naar herbouwwaarde wordt eerst 40% van de naar herbouwwaarde berekende schadevergoeding uitgekeerd, dan wel de volledige naar verkoopwaarde berekende schadevergoeding als dit bedrag lager is. De uitkering van het meerdere zal plaatsvinden onder overlegging van de nota's; de totale uitkering zal nimmer meer bedragen dan de werkelijk aan herbouw bestede kosten.
9.4.2 In het geval schadevergoeding plaatsvindt, berekend naar verkoopwaarde wordt de aldus berekende schadevergoeding in één termijn uitgekeerd. De schadevergoeding zal niet meer bedragen dan indien van de herbouwwaarde zou zijn uitgegaan.
[…]
2.3. Op 1 december 2010 heeft er een brand gewoed in het pand aan de [adres]. [A] c.s. heeft deze brand gemeld bij Zevenwouden.
2.4. Bij brief van 7 juni 2011 heeft de advocaat van [A] c.s. onder meer het volgende aan Zevenwouden medegedeeld:
[…]
Ik begrijp van u dat er bij uw onderzoekers van het onderzoeksbureau Biesboer aanwijzingen zouden zijn gevonden dat er sprake zou zijn van brandstichting. Omdat er over de dader van de beweerdelijke brandstichting nog geen duidelijkheid bestaat, kunt u de eventuele betrokkenheid van cliënt daarbij ook nog niet uitsluiten. Met deze wel erg vage verdachtmaking neemt u het verstrekken van een substantieel voorschot nog langer voor u uit te mogen schuiven totdat eenvoudigweg de dader bekend en gepakt is.
[…]
Het is duidelijk dat cliënt ten gevolge van dit langdurige onderzoek en het achterwege blijven van betaling van een substantieel voorschot ernstig wordt benadeeld. Niet alleen lijdt hij directe schade omdat hij niet in staat wordt gesteld het pand te herstellen, […].
Bovendien speelt inmiddels een rol dat de gemeente van cliënt verwacht dat hij de sloop- en herstelwerkzaamheden op korte termijn gaat aanvangen.
Kortom, cliënt heeft er begrip voor dat een verzekeraar in staat dient te worden gesteld om allerlei informatie te achterhalen, maar het geduld raakt op. Cliënt wil deze zwarte bladzijde in zijn leven omslaan en zich met de herbouw van het pand en voortzetting van zijn onderneming bezig houden.
Cliënt verzoekt en voor zover nodig sommeert u nog deze week een substantieel voorschot te verstrekken, zodat de sloopwerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd en de voorbereidende werkzaamheden voor herbouw kunnen starten, […]
2.5. Op 15 september 2011 heeft Bierboer Expertise B.V. in opdracht van Zevenwouden een onderzoeksrapport opgesteld naar aanleiding van de onderhavige brand.
2.6. Bij brief van 27 september 2011 heeft Zevenwouden onder meer het volgende aan (de advocaat van) [A] c.s. medegedeeld:
Zoals telefonisch besproken ontvangt u hierbij het onderzoeksrapport dat wij recentelijk mochten ontvangen van het door ons ingeschakelde onderzoeksbureau Biesboer Expertise.
Uit het rapport blijkt, dat wij niet kunnen uitsluiten dat verzekerde betrokken is geweest bij c.q. medewerking heeft verleend aan de brandstichting. Dit betekent dat wij niet bereid zijn dekking te erkennen op de onderhavige polis.
Op dit moment kunnen wij verder geen aanvullend onderzoek doen, aangezien de politie haar onderzoek nog niet heeft voltooid.
Wij zijn thans in afwachting van de resultaten van dit onderzoek, waarna wij de dekking van de polis kunnen vaststellen. […]
2.7. In opdracht van [A] c.s. heeft Custos Contra Forensics een onderzoek ingesteld naar de onderhavige brand. Op 19 oktober 2011 heeft Custos Contra Forensics een rapport uitgebracht.
2.8. In de maand oktober 2011 is er door Crawford & Company B.V. als expert van Zevenwouden en door VP Taxatie en Expertise B.V. als expert van [A] c.s. gezamenlijk een akte van taxatie opgesteld, waarbij de schade aan de verzekerde zaken als gevolg van de onderhavige brand is getaxeerd. Hierin is onder meer het volgende vermeld:
[…]
verklaren de volgende bedragen te hebben getaxeerd:
Waarde voor Waarde na Schade
Opstallen op basis herbouw
Opstallen EUR 420.865,38 EUR 83.752,21 EUR 337.113,17
Fundering EUR 16.834,62 EUR 16.834,62 EUR 0,00
EUR 437.700,00 EUR 100.586,83 EUR 337.113,17
Opruimingskosten EUR 13.328,00
Bereddingskosten EUR 2.583,55
Huurderving (12 maanden) EUR 11.160,00
Kosten herstel tuinaanleg/bestrating EUR 6.950,00
Opstallen op basis verkoop
Opstallen EUR 284.505,00 EUR 65.381,44 EUR 219.123,56
Opruimingskosten EUR 13.328,00
Bereddingskosten EUR 2.583,55
Huurderving (12 weken) EUR 2.575,38
[…]
Deze akte van taxatie is geen vaststellingsovereenkomst in de zin van art. 7:900 e.v. B.W.
[…]
2.9. In de maand januari 2012 heeft het Openbaar Ministerie [A] (eiser sub 1) laten weten dat [A] niet verder zal worden vervolgd in verband met de onderhavige brand. Zevenwouden heeft naar aanleiding hiervan erkend op grond van de onderhavige verzekeringspolis gehouden te zijn tot uitkering van de schade van [A] c.s. binnen de grenzen van de polisvoorwaarden.
2.10. Op 10 september 2012 heeft Zevenwouden een bedrag van EUR 252.075,49 aan [A] c.s. betaald, bestaande uit:
- een bedrag van EUR 219.123,56, ter zake van de schade aan de opstal op basis van de verkoopwaarde, zoals in de akte van taxatie is getaxeerd;
- een bedrag van EUR 13.328,00 ter zake van opruimingskosten, zoals in de akte van taxatie is getaxeerd;
- een bedrag van EUR 2.583,55 ter zake van bereddingskosten, zoals in de akte van taxatie is getaxeerd;
- een bedrag van EUR 2.575,38 ter zake van huurderving, 12 weken, zoals in de akte van taxatie is getaxeerd;
- een bedrag van EUR 14.465,00 ter zake van inboedelschade.
3. De vordering
3.1. De vordering van [A] c.s. strekt er - na vermeerdering van eis - toe, dat de rechtbank, bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat Zevenwouden gehouden is tot uitkering van de schade van [A] c.s. gezamenlijk, althans één der eisers, voortvloeiend uit het schadeveroorzakende voorval op 1 december 2010 op basis van de door Zevenwouden afgegeven verzekeringspolis met pakketnummer [nummer] zoals blijkt uit productie 1 van de dagvaarding;
II.
primair:
Zevenwouden veroordeelt tot betaling aan [A] c.s., althans aan één van hen, van een bedrag van EUR 185.466,11, zoals gespecificeerd onder punt 41 van de conclusie van repliek, tevens conclusie van vermeerdering van eis, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 juni 2011, althans vanaf 14 juni 2011, althans vanaf 27 september 2011, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, tevens te vermeerderen met wettelijke rente over het bedrag van EUR 252.075,49 vanaf 7 juni 2011, althans vanaf 14 juni 2011, althans vanaf 27 september 2011, althans vanaf de dag der dagvaarding tot 10 september 2012;
subsidiair:
A. voor recht verklaart dat herbouw het uitgangspunt van schadeberekening zal zijn;
B. voor recht verklaart dat huurderving dient te worden vergoed over een periode van 33 maanden, althans over een door de rechtbank in goede justitie te bepalen periode;
C. Zevenwouden veroordeelt tot betaling aan [A] c.s. gezamenlijk, althans één der eisers, van de buitengerechtelijke kosten van EUR 7.230,91, onderzoekskosten van EUR 6.021,97 en kosten van vaststelling van schade van EUR 19.159,00, althans een bedrag of bedragen zoals de rechtbank in goede justitie zal bepalen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 7 juni 2011, althans vanaf 14 juni 2011, althans vanaf 27 september 2011, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
III. Zevenwouden veroordeelt in de kosten van dit geding.
3.2. Zevenwouden voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna - voor zover van belang - nader ingegaan.
4. Het geschil en de beoordeling daarvan
4.1. Bij conclusie van repliek, tevens conclusie vermeerdering van eis, heeft [A] c.s. zijn eis vermeerderd. Gelet op de omstandigheid dat Zevenwouden geen bezwaar heeft gemaakt tegen deze wijziging van eis en de rechtbank ook ambtshalve geen aanleiding ziet om deze wijziging van eis wegens de eisen van een goede procesorde buiten beschouwing te laten, zal recht worden gedaan op de gewijzigde eis.
4.2. De rechtbank constateert dat Zevenwouden heeft erkend op grond van de onderhavige verzekeringspolis gehouden te zijn tot uitkering van de schade van [A] c.s. binnen de grenzen van de polisvoorwaarden. De onder I. gevorderde verklaring voor recht dat Zevenwouden gehouden is tot uitkering van de schade van [A] c.s. voortvloeiend uit het schadeveroorzakende voorval op 1 december 2010 op basis van de door Zevenwouden afgegeven verzekeringspolis met pakketnummer [nummer], zal dus worden toegewezen.
4.3. De vordering onder II van [A] c.s. strekt primair tot betaling ineens van een bedrag van EUR 185.466,11, te weten de schade ter hoogte van EUR 437.541,60, berekend naar herbouwwaarde, verminderd met het reeds door Zevenwouden op grond van de onderhavige verzekeringspolis betaalde bedrag van EUR 252.075,49. Het bedrag van EUR 437.541,60 is daarbij opgebouwd uit de volgende posten:
- Opstallen (op basis van de herbouwwaarde) EUR 337.113,17
- Opruimingskosten EUR 13.328,00
- Bereddingskosten EUR 2.583,55
- Huurderving (33 maanden) EUR 30.690,00
- Kosten herstel tuin/bestrating EUR 6.950,00
- Inboedel EUR 14.465,00
- Kosten van buitengerechtelijke juridische bijstand EUR 7.230,91
- Kosten van vaststelling van aansprakelijkheid EUR 6.021,97
- Kosten van vaststelling van schade EUR 19.159,00
4.4. Schadevergoeding naar herbouwwaarde of naar verkoopwaarde
4.4.1. Volgens [A] c.s. dient de schade te worden berekend naar herbouwwaarde. Zevenwouden stelt zich op het standpunt dat de schade dient te worden berekend naar de (lagere) verkoopwaarde.
4.4.2. Zevenwouden heeft allereerst aangevoerd dat uitgegaan dient te worden van de (lagere) verkoopwaarde omdat [A] c.s. Zevenwouden niet ingevolge artikel 9.3.1 van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" binnen twaalf maanden na de schadedatum schriftelijk heeft medegedeeld of hij al dan niet zal herbouwen of herstellen. De rechtbank is echter - zoals [A] heeft betoogd - van oordeel dat uit de brief van de advocaat van [A] c.s. van 7 juni 2011 voldoende blijkt dat [A] c.s. voornemens is om tot herbouw over te gaan. (De advocaat van) [A] c.s. heeft in deze brief immers onder meer aan Zevenwouden medegedeeld dat [A] c.s. schade lijdt als gevolg van het niet uitkeren van een voorschot door Zevenwouden omdat [A] c.s. hierdoor "niet in staat wordt gesteld het pand te herstellen". Tevens wordt Zevenwouden in deze brief verzocht/gesommeerd om een substantieel voorschot te verstrekken "zodat de sloopwerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd en de voorbereidende werkzaamheden voor herbouw kunnen starten". Het verweer van Zevenwouden zal dus in zoverre worden verworpen.
4.4.3. Zevenwouden heeft voorts in twijfel getrokken of [A] c.s. daadwerkelijk voornemens is tot herbouw (en wel op grond van artikel 9.3.2 van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023": op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming) over te gaan. Gelet op de ter gelegenheid van het pleidooi door [A] c.s. in het geding gebrachte stukken (producties 12 tot en met 18) blijkt naar het oordeel van de rechtbank echter voldoende dat [A] c.s. tot herbouw van de woning zal overgaan. Zevenwouden heeft ook niet weersproken dat op verzoek van [A] c.s. aan hem inmiddels een omgevingsvergunning is verleend. De omstandigheid dat [A] c.s. blijkens de in het geding gebrachte producties een aantal opties heeft onderzocht - zoals het realiseren van de woning 5 meter dichter bij de weg - welke door de gemeente niet zijn gehonoreerd, doet aan het voorgaande niet af. Overigens merkt de rechtbank op dat indien [A] c.s. ondanks het voorgaande toch niet over zal gaan tot herbouw van de woning, hem - zoals hierna zal worden overwogen - geen verdere bedragen zullen toekomen voor de herbouw van de woning. Op grond van artikel 9.4.1 van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" zal de totale uitkering immers nimmer meer bedragen dan de werkelijk aan herbouw bestede kosten. Ook dit verweer van Zevenwouden zal dus worden verworpen.
4.4.4. Op grond van het voorgaande dient te worden uitgegaan van de schade berekend naar herbouwwaarde. Partijen zijn het er wat betreft de posten "opstallen", "opruimingskosten" en "bereddingskosten" en "kosten herstel tuinaanleg/bestrating" eens over de in de akte van taxatie genoemde bedragen van respectievelijk EUR 337.113,17, EUR 13.328,00, EUR 2.583,55 en EUR 6.950,00. Wat betreft de post "opstallen" merkt de rechtbank daarbij op dat Zevenwouden - uitgaande van de door haar bepleite berekening van de schade naar verkoopwaarde - slechts een bedrag van EUR 219.123,56 (te weten de schade aan de opstallen op basis van de verkoopwaarde) aan [A] c.s. heeft uitgekeerd en dat zij de post "kosten herstel tuinaanleg/bestrating" gelet op de door haar bepleite berekening van de schade naar verkoopwaarde niet aan [A] c.s. heeft betaald.
4.4.5. Partijen zijn het niet eens over de hoogte van de in de akte van taxatie opgenomen post "huurderving" ter hoogte van EUR 11.160,00 (12 maanden).
4.4.5.1. De rechtbank constateert dat Zevenwouden ter zake van de post "huurderving" een bedrag van EUR 2.575,38 (uitgaande van de berekening van de schade naar verkoopwaarde: 12 weken) aan [A] c.s. heeft voldaan. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, dient echter uit te worden gegaan van de berekening van de schade naar herbouwwaarde. Volgens Zevenwouden dient zij in dat geval op grond van artikel 4.3.5 onder a van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" de huurderving gedurende ten hoogste 12 maanden (52 weken) te vergoeden. [A] c.s. stelt zich echter op het standpunt dat Zevenwouden gehouden is om de huurderving gedurende 33 maanden te vergoeden, te weten de periode van 1 december 2010 (de brand) tot een jaar na 10 september 2012 (de datum waarop een bedrag van EUR 252.075,49 door Zevenwouden aan [A] c.s. is voldaan).
4.4.5.2. De rechtbank constateert dat in artikel 4.3.5. onder a is vermeld dat een vergoeding wordt verleend voor huurderving "gedurende de gebruikelijke tijd die nodig is voor herstel of herbouw, doch gedurende ten hoogste 52 weken". Gelet op de omstandigheid dat Zevenwouden gedurende geruime tijd heeft aangegeven niet bereid te zijn dekking te erkennen op de onderhavige polis omdat zij "niet kunnen uitsluiten dat verzekerde betrokken is geweest bij c.q. medewerking heeft verleend aan de brandstichting" (zie de brief van Zevenwouden van 27 september 2011) en eerst op 10 september 2012 is overgaan tot betaling van een bedrag van EUR 252.075,49, acht de rechtbank het beroep door Zevenwouden op de maximale gestelde termijn van 52 weken naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De huurderving over de periode van 1 december 2010 tot een jaar na 10 september 2012 (door [A] c.s. naar beneden afgerond op 33 maanden) acht de rechtbank dan ook toewijsbaar.
4.5. Betaling ineens?
4.5.1. Zoals hiervoor in rechtsoverweging 4.3. reeds is weergegeven, strekt de vordering onder II van [A] c.s. primair tot betaling ineens van de naar herbouwwaarde berekende schadevergoeding. Zevenwouden stelt zich op het standpunt dat zij bij een schadevergoeding berekend naar herbouwwaarde op grond van artikel 9.4.1 van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" slechts gehouden is om 40% van de naar herbouwwaarde berekende schadevergoeding uit te keren. De uitkering van het meerdere zal op grond van genoemd artikel plaatsvinden onder overlegging van de nota's, waarbij de totale uitkering nimmer meer zal bedragen dan de werkelijk aan herbouw bestede kosten, aldus nog steeds Zevenwouden.
4.5.2. [A] c.s. heeft met een beroep op artikel 6:233 sub b BW de vernietigbaarheid van artikel 9.4.1 van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" - welke bepaling volgens [A] c.s. als een algemene voorwaarde dient te worden aangemerkt - ingeroepen. [A] c.s. heeft daartoe aangevoerd dat de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" niet voorafgaande aan of uiterlijk bij het tot stand komen van de onderhavige verzekeringsovereenkomsten aan hem ter hand zijn gesteld. [A] c.s. heeft voorts een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van artikel 9.4.1. van de"Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" op grond van artikel 6:233 onder a, omdat dit artikel volgens [A] c.s. onredelijk bezwarend is.
4.5.3. Zevenwouden heeft hiertegen - kort samengevat - aangevoerd, dat zij de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" destijds wèl aan [A] c.s. ter hand heeft gesteld. Bovendien heeft Zevenwouden betoogd dat artikel 9.4.1 van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" als een kernbeding dient te worden aangemerkt en derhalve niet voor vernietiging op grond van artikel 6:233 onder a en b in aanmerking komt.
4.5.4. Afgezien van het antwoord op de vraag of de onderhavige voorwaarden destijds al dan niet aan [A] c.s. ter hand zijn gesteld - hetgeen Zevenwouden stelt en door [A] c.s. wordt betwist - en afgezien van het antwoord op de vraag of artikel 9.4.1 van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" al dan niet als onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt, is de rechtbank van oordeel dat het beroep door [A] c.s. op de vernietigbaarheid van artikel 9.4.1. van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" niet kan worden gehonoreerd. Daartoe wordt het navolgende overwogen.
4.5.5. Van kernbedingen in verzekeringsovereenkomst is sprake als het gaat om een beding dat zo wezenlijk is voor de afbakening van de verzekerde risico's dat het al dan niet deel uitmaken daarvan van de polisvoorwaarden de schadelast en daarmee de premiestelling rechtstreeks beïnvloedt. Dat is in beginsel aan de orde bij bedingen die betrekking hebben op de primaire dekkingsomschrijving en bij bedingen die betrekking hebben op tussentijdse risicoverzwaring. Uit deze omschrijving volgt naar het oordeel van de rechtbank dat artikel 9.4.1 van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023" heeft te gelden als kernbeding. Bepalend is dat de in dat artikel omschreven situatie - betaling van slechts 40% van de naar herbouwwaarde berekende schadevergoeding en uitkering van het meerdere pas onder overlegging van nota's, waarbij de totale uitkering nimmer meer zal bedragen dan de werkelijk aan herbouw bestede kosten in plaats van betaling van 100% van de getaxeerde schadevergoeding naar herbouwwaarde - geacht moet worden van invloed te zijn op de premiestelling.
4.5.6. [A] c.s. heeft een beroep gedaan op gedeeltelijke ontbinding van de onderhavige verzekeringsovereenkomst en wel uitsluitend wat betreft artikel 9.4.1 van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023". [A] c.s. heeft hiertoe aangevoerd dat Zevenwouden toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [A] c.s. door [A] (gedaagde sub 1) 1,5 jaar lang evident ten onrechte en volledig ongegrond te beschuldigen van brandstichting. In dat licht bezien kan volgens [A] c.s. niet van hem worden verlangd dat hij met bonnetjes verantwoording dient af te leggen jegens Zevenwouden ten aanzien van de herbouw, terwijl de omvang van de schade reeds door experts in een akte van taxatie is vastgesteld. Ook naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zou dit volgens [A] c.s. onaanvaardbaar zijn.
4.5.7. De enkele omstandigheid dat Zevenwouden - zoals uit haar brief van 27 september 2011 volgt - "niet heeft kunnen uitsluiten dat verzekerde betrokken is geweest bij c.q. medewerking heeft verleend aan de brandstichting", is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om daaraan de consequentie te verbinden dat op die grond een gedeeltelijke ontbinding van de verzekeringsovereenkomst en wel (uitsluitend) ten aanzien van artikel 9.4.1 van de "Voorwaarden Totaal Woonhuisverzekering E1023", gerechtvaardigd zou zijn, dan wel dat het verantwoorden van de geleden schade door overlegging van nota's naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dit zou tot de consequentie kunnen leiden dat [A] c.s. méér vergoed zou krijgen dan de werkelijk aan herbouw te besteden kosten, welke kosten lager zouden kunnen zijn dan in de akte van taxatie is getaxeerd.
4.5.8. Op grond van het voorgaande is de primaire vordering onder II - die uitgaat van een betaling ineens van de schadevergoeding berekend naar herbouwwaarde - niet toewijsbaar. De rechtbank zal hierna dan ook overgaan tot een behandeling van de subsidiaire vordering onder II.
4.6. Subsidiaire vordering onder A: verklaring voor recht ter zake van de herbouwwaarde
4.6.1. [A] c.s. vordert allereerst een verklaring voor recht dat herbouw het uitgangspunt van schadeberekening zal zijn. Gelet op hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 4.4. is overwogen, zal deze vordering worden toegewezen.
4.7. Subsidiaire vordering onder B: verklaring voor recht ter zake van de huurderving
4.7.1. [A] c.s. vordert voorts een verklaring voor recht dat huurderving dient te worden vergoed over een periode van 33 maanden, althans over een door de rechtbank in goede justitie te bepalen periode. Gelet op hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 4.5. is overwogen, zal ook deze vordering worden toegewezen.
4.8. Subsidiaire vordering onder C: buitengerechtelijke kosten
4.8.1. [A] c.s. vordert betaling van een bedrag van EUR 7.230,91 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten.
4.8.2. De rechtbank acht het gevorderde bedrag, dat - zoals Zevenwouden terecht heeft opgemerkt - aanzienlijk hoger is dan het in het Rapport Voor-werk II gehanteerde forfaitaire tarief, onder de onderhavige omstandigheden toewijsbaar. De kosten zijn immers opgelopen doordat Zevenwouden gedurende geruime tijd heeft aangegeven niet bereid te zijn dekking te erkennen op de onderhavige polis omdat zij "niet kunnen uitsluiten dat verzekerde betrokken is geweest bij c.q. medewerking heeft verleend aan de brandstichting". De hoogte van deze kosten is door [A] c.s. onderbouwd door overlegging van gespecificeerde facturen van zijn advocaat. Zevenwouden heeft de hoogte van deze kosten vervolgens niet gemotiveerd weersproken. De rechtbank zal dan ook een bedrag van EUR 7.230,91 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten toewijzen.
4.9. Subsidiaire vordering onder C: onderzoekskosten
4.9.1. [A] c.s. vordert voorts vergoeding van de door hem gemaakte kosten ter hoogte van EUR 6.021,97 betreffende het onderzoek door Custos Contra Forensics.
4.9.2. De rechtbank acht deze kosten - waarvan de hoogte niet door Zevenwouden is weersproken - toewijsbaar. Weliswaar heeft Zevenwouden aangevoerd dat deze kosten niet in redelijkheid zijn gemaakt omdat [A] c.s. de uitkomsten van het (onafhankelijke) politieonderzoek had kunnen afwachten, maar de rechtbank zal dit verweer verwerpen. Onder de onderhavige omstandigheden, waarbij Zevenwouden zich op het standpunt heeft gesteld dat niet uit te sluiten is dat [A] (gedaagde sub 1) betrokken is geweest c.q. medewerking heeft verleend aan de brandstichting, acht de rechtbank het alleszins redelijk dat [A] c.s. een deskundige heeft ingeschakeld teneinde deze (ernstige) verdenking te kunnen ontkrachten.
4.10. Subsidiaire vordering onder C: kosten ter vaststelling van de schade
4.10.1. Ter gelegenheid van het pleidooi hebben partijen beiden aangegeven dat inmiddels reeds door partijen een regeling op dit punt is getroffen en dat het overeengekomen bedrag ook reeds is betaald door Zevenwouden. Deze vordering behoeft dan ook geen behandeling meer.
4.11. Wettelijke rente
De gevorderde wettelijke rente over de toe te wijzen buitengerechtelijke incassokosten en over de toe te wijzen onderzoekskosten acht de rechtbank toewijsbaar vanaf de dag der dagvaarding (17 oktober 2012). Onvoldoende gesteld of gebleken is dat Zevenwouden ter zake deze kosten reeds op een eerder moment in verzuim verkeerde. Opgemerkt wordt dat Zevenwouden ten aanzien van haar (thans aan de orde zijnde) subsidiaire vordering - anders dan ten aanzien van haar primaire vordering - geen wettelijke rente heeft gevorderd over het reeds door Zevenwouden aan [A] c.s. betaalde bedrag van EUR 252.075,49.
4.12. Proceskosten
4.12.1. In de omstandigheid dat Zevenwouden eerst ná het uitbrengen van de onderhavige dagvaarding aansprakelijkheid heeft erkend en ook de subsidiaire vordering (grotendeels) toewijsbaar is, ziet de rechtbank aanleiding om Zevenwouden als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij te veroordelen in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van [A] c.s. worden vastgesteld op:
- dagvaardingskosten EUR 101,81
- griffierecht EUR 1.400,00
- salaris advocaat EUR 5.684,00 (4 punten x tarief EUR 1.421,00)
Totaal EUR 7.185,81.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verklaart voor recht dat Zevenwouden gehouden is tot uitkering van de schade van [A] c.s. voortvloeiend uit het schadeveroorzakende voorval op 1 december 2010 op basis van de door Zevenwouden afgegeven verzekeringspolis met pakketnummer [nummer],
5.2. verklaart voor recht dat herbouw het uitgangspunt van schadeberekening zal zijn,
5.3. verklaart voor recht dat huurderving dient te worden vergoed over een periode van 33 maanden,
5.4. veroordeelt Zevenwouden tot betaling aan [A] c.s. van een bedrag van EUR 13.252,88 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 15 november 2011 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.5. veroordeelt Zevenwouden in de kosten van het geding, aan de zijde van [A] c.s. vastgesteld op EUR 7.185,81,
5.6. verklaart de veroordelingen sub 5.4. en 5.5. uitvoerbaar bij voorraad,
5.7. wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Biesma en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2013.?