ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ9657

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 februari 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
18/670055-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Algehele vrijspraak voor verdachte in zaak van bezit van kinderporno

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 februari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het bezit van kinderporno. De tenlastelegging omvatte verschillende seksuele gedragingen die in strijd zijn met artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van het dossier en de verklaringen van de betrokken partijen.

De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren, onder andere door de inbeslagname van een computer waarop kinderpornografische afbeeldingen waren aangetroffen. De verdediging betwistte echter dat de verdachte verantwoordelijk was voor het opslaan van deze bestanden, wijzend op het feit dat de computer niet was beveiligd en dat er geen sluitend bewijs was dat de verdachte de bestanden had opgeslagen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank overwoog dat de computer in gebruik was bij de verdachte, maar dat niet kon worden vastgesteld dat hij degene was die de kinderpornografische bestanden had opgeslagen. De rechtbank sprak de verdachte dan ook vrij van alle tenlastegelegde feiten.

Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en is het resultaat van een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden in de zaak. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met de nieuwe wetgeving die op 1 januari 2013 in werking is getreden, waardoor de rechtbank Noord-Nederland is gevormd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer: 18/670055-12 (promis)
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 4 februari 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 juni 2012 en 21 januari 2013.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Boelstra, advocaat te Middelstum.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 17 juni 2010 tot en met 7 september 2010 te
Groningen, een gegevensdrager, te weten een computer met een harde schijf,
bevattende 25 films en 3906 foto's,
in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd
werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft
verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij
(telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had
bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong van het lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een)
voorwerp(en) en/of de mond/tong
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of
de mond/tong
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of
(een) voorwerp(en) en/of de mond/tong
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed
zijn en/of opgemaakt zijn en/of poseren in een omgeving en/of met voorwerpen
en/of in (erotisch getinte) houdingen (op een wijze) die niet bij hun leeftijd
past/passen en/of waarbij deze personen zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van hun kleding ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze personen en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld
gebracht worden (waarbij) de afbeeldingen (aldus) een onmiskenbaar seksuele
strekking hebben en/of strekken tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op/bij het gezicht/lichaam van
personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt
(waarbij) de afbeeldingen (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking hebben
en/of strekken tot seksuele prikkeling;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 27 oktober 2011 te Groningen, een gegevensdrager te weten
een computer met een harde schijf bevattende 5 films
in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd
werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft
verschaft
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij
(telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had
bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed
zijn en/of poseren in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in (erotisch
getinte) houdingen (op een wijze) die niet bij hun leeftijd past/passen en/of
waarbij deze personen zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van hun kleding ontdoen
en/of waarbij door de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze
personen nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden en
waarbij de afbeeldingen (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking hebben
en/of strekken tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. In dit kader heeft de officier van justitie primair gewezen op de resultaten van het onderzoek, te weten de inbeslagname van de gegevensdrager en de beschrijving van de deskundigen dat er op de gegevensdrager kinderpornografische afbeeldingen staan. Tevens wijst de officier van justitie op het feit dat de inbeslaggenomen gegevensdrager was voorzien van een bureaublad met een foto van verdachtes zoontje en dat de kinderpornografische afbeeldingen op een pad op de harde schijf staan die gerelateerd is aan verdachtes naam.
De officier van justitie heeft ten aanzien van het onder twee ten laste gelegde aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte op zijn computer thuis opzettelijk kinderporno in zijn bezit heeft gehad. In dit kader heeft de officier van justitie gewezen op de resultaten van het onderzoek, te weten de inbeslagname van de gegevensdrager en de beschrijving van de deskundigen dat er op de gegevensdrager kinderpornografische afbeeldingen staan. De officier van justitie heeft voorts betoogd dat het standpunt van verdachte dat hij niet weet hoe de kinderporno op zijn computer terecht is gekomen, kan worden opgevat als een Meer-en-Vaart-verweer. Nu dit verweer niet nader is onderbouwd dient het te worden verworpen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de verdachte van de gehele tenlastelegging dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde bezit van kinderporno heeft de raadsvrouw aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte degene is geweest die de kinderporno op de computer heeft geplaatst. In de eerste plaats blijkt uit het dossier dat de kinderporno die op de werkcomputer is aangetroffen dateert van 25 september 2009 terwijl verdachte pas in juni 2010 in dienst is getreden. Bovendien valt niet uit te sluiten dat anderen dan verdachte gebruik hebben gemaakt van de computer, temeer nu de computer niet was beveiligd met een wachtwoord.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde bezit van kinderporno heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het heel goed mogelijk is dat de bestanden door het gebruik van het programma Limewire onbedoeld op de computer terecht zijn gekomen. Tevens heeft de raadsvrouw betoogd, onder verwijzing naar Hof Arnhem 25 januari 2012, LJN: BV2126, dat de aangetroffen bestanden zich enkel in de unallocated clusters bevonden en dat dit onvoldoende is voor het aannemen van bezit van kinderporno.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de inhoud van het dossier niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde als volgt.
Uit het dossier blijkt dat er kinderporno is aangetroffen op de werkcomputer die in gebruik was bij verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank is echter niet komen vast te staan dat verdachte degene is geweest die de betreffende bestanden op de harde schijf van de computer heeft opgeslagen. Hierbij is van belang dat de betreffende computer niet was beveiligd met een wachtwoord, en dat het dossier onvoldoende duidelijkheid geeft over de periode waarin de computer in het bezit is geweest van verdachte en over welke andere personen toegang hadden tot de computer.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde als volgt.
Vooropgesteld moet worden dat in de jurisprudentie is uitgemaakt dat bestanden met kinderporno aangetroffen in ‘unallocated clusters’ onvoldoende zijn voor het aannemen van bezit in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Dit is slechts anders indien er sprake is van bijkomende feiten en omstandigheden waaruit bijvoorbeeld blijkt dat de bestanden beschikbaar zijn geweest voor opening gedurende een zekere vast te stellen periode.
Naar het oordeel van de rechtbank bevindt zich in het strafdossier geen informatie waaruit van (onderzoek naar) dergelijke bijkomende feiten en omstandigheden blijken. Evenmin is ter zitting gebleken dat dergelijke informatie voorhanden is.
BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. R.B.M. Keurentjes, voorzitter, P.H.M. Smeets en M.B. de Wit, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwarts, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 februari 2013.
De Wet Herziening Gerechtelijke Kaart is op 1 januari 2013 in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.