ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ9280
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van feitelijke aanranding van de eerbaarheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 2 april 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid van twee aangeefsters, aangeduid als [aangeefster 1] en [aangeefster 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in het dossier twee aangiftes aanwezig zijn, waarin beide aangeefsters de verdachte beschuldigen van ontuchtige handelingen. De verdachte heeft de beschuldigingen ontkend, zowel tijdens zijn verhoor bij de politie als ter terechtzitting. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefsters en getuigen zorgvuldig gewogen, maar kwam tot de conclusie dat de inhoud van de wettige bewijsmiddelen niet voldoende was om tot een bewezenverklaring te komen.
De rechtbank heeft opgemerkt dat er in de omgeving van de verdachte een 'losse sfeer' heerste, waarbinnen seksueel getinte opmerkingen gebruikelijk waren. Dit heeft mogelijk invloed gehad op de verklaringen van de aangeefsters. De rechtbank heeft ook getuigen gehoord die verklaarden dat zij nooit hebben gezien dat de verdachte zich schuldig maakte aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verklaringen van de aangeefsters niet voldoende steun vonden in andere bewijsmiddelen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij de aanrandingen heeft gepleegd. De benadeelde partij [aangeefster 2] werd niet ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de feiten die aan de schade ten grondslag lagen niet bewezen waren. De rechtbank heeft bepaald dat de kosten voor zowel de benadeelde partij als de verdachte voor eigen rekening komen.