ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ7865
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incident tot tussenkomst in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 17 april 2013 uitspraak gedaan in een incident tot tussenkomst. De eiser in de hoofdzaak, [A], en de gedaagde, [B], waren betrokken bij een civiele procedure. [C] heeft verzocht om in de hoofdzaak tussen te komen, met het argument dat hij recht en belang had bij deze tussenkomst om zich te kunnen verweren tegen de vordering in de hoofdzaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat [C] zijn incidentele conclusie tot tussenkomst te laat heeft ingediend, aangezien [B] al eerder een conclusie van antwoord had ingediend. De rechtbank oordeelde dat [C] niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn verzoek tot tussenkomst, omdat hij niet voldoende had onderbouwd waarom zijn verzoek tijdig was en wat zijn belang was bij de tussenkomst. De rechtbank heeft [C] bovendien veroordeeld in de kosten van het incident, die zijn begroot op € 452,00 aan de zijde van [A]. De zaak zal op 1 mei 2013 opnieuw op de rol komen voor beraad over het bepalen van een comparitie. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.E. Biesma.