ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ7246
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor poging doodslag in gevangenis te Veenhuizen
Op 16 april 2013 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 18 augustus 2011 in Veenhuizen zou hebben geprobeerd om J.A. van het leven te beroven. De verdachte heeft J.A. meermalen op het hoofd gestompt en/of geslagen, maar de rechtbank oordeelde dat het opzet op de dood of op zwaar lichamelijk letsel niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdachte was niet verschenen tijdens de zitting, maar had een raadsvrouw gemachtigd om zijn verdediging te voeren. De officier van justitie, mr. B. Looijestijn, vorderde vrijspraak voor de verdachte, wat de rechtbank heeft overgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij, J.A., niet ontvankelijk in zijn civiele vordering, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen was. De beslissing van de rechtbank was dat de verdachte vrijgesproken werd van zowel het primair als subsidiair tenlastegelegde en dat de benadeelde partij zijn vordering alleen bij de burgerlijke rechter kon indienen. De kosten werden door de rechtbank aan beide partijen opgelegd.