ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ4566

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
364003
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst RTV Drenthe en werknemer wegens privé gebruik gesponsorde bril en kleding

In deze zaak verzoekt RTV Drenthe de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met een werknemer, een presentator/journalist, te ontbinden. De aanleiding voor dit verzoek is het privé gebruik van een door derden gesponsorde bril en kleding door de werknemer. RTV Drenthe stelt dat de werknemer in strijd heeft gehandeld met de integriteitsregels door deze gesponsorde zaken ook buiten zijn werk te dragen. De werknemer betwist dit en voert aan dat hij te goeder trouw heeft gehandeld en dat er geen duidelijk beleid is over het gebruik van gesponsorde zaken. De kantonrechter oordeelt dat RTV Drenthe onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de werknemer in strijd met de regels heeft gehandeld. De kantonrechter concludeert dat de verstoorde arbeidsverhouding voornamelijk te wijten is aan de manier waarop RTV Drenthe heeft gereageerd op het privé gebruik van de bril en de kleding. De kantonrechter kent de werknemer een ontbindingsvergoeding toe op basis van de kantonrechtersformule met een correctiefactor van 1,75, wat neerkomt op een bedrag van € 228.500,00 bruto. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 april 2013, tenzij RTV Drenthe het verzoek intrekt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 364003 \ EJ VERZ 13-5010
beschikking van de kantonrechter van 18 maart 2013
in de zaak van
de Stichting RTV Drenthe,
gevestigd in Assen,
verzoekster,
gemachtigde: mr. G. Ham,
tegen
(Werknemer),
die woont in (…),
verweerder,
gemachtigde: mr. J.W.A. de Jonge.
Partijen worden hierna RTV Drenthe en (werknemer) genoemd.
1. Procesverloop
1.1. In haar op 25 januari 2013 ter griffie ingekomen verzoekschrift verzoekt RTV Drenthe de kantonrechter haar met (werknemer) gesloten arbeidsovereenkomst te ontbinden, met ingang van de eerst mogelijke datum.
1.2. In zijn op 28 februari 2013 ter griffie ingekomen verweerschrift verzoekt (werknemer) primair om afwijzing van dat verzoek.
1.3. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 4 maart 2013.
1.4. Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag een beschikking wordt gegeven.
2. De feiten
2.1. De kantonrechter kan bij de beoordeling van het verzoek uitgaan van de navolgende feiten.
2.2. (Werknemer), geboren op 24 oktober 1957, is op 1 januari 1993 in dienst getreden bij RTV Drenthe en is werkzaam als programmamaker/presentator, laatstelijk tegen een salaris van
€ 4.581,03 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 6% eindejaaruitkering.
2.3. RTV Drenthe is een publieke omroep. Haar presentatoren dragen tijdens uitzendingen vaak kleding, schoenen, brillen e.d. die door regionale bedrijven beschikbaar zijn gesteld. In ruil hiervoor worden die bedrijven bijvoorbeeld in de aftiteling van de programma’s genoemd. Meestal dienen deze zaken, nadat ze zijn gedragen, aan de leverancier te worden geretourneerd; in andere gevallen worden ze eigendom van RTV Drenthe. RTV Drenthe heeft geen reglement waarin staat hoe haar medewerkers met aan hen ter beschikking gestelde zaken moeten omgaan.
2.4. Op 27 oktober 2011 wordt (werknemer) geschorst door RTV Drenthe in verband met het privé gebruik van een bril van € 1.100,00. Het betreft een bril die (werknemers) opticien heeft verstrekt tegen vermelding van zijn naam in de aftiteling van door (werknemer) gepresenteerde programma’s, en die door (werknemer) ook buiten zijn werk wordt gedragen. De afdeling commercie van RTV Drenthe heeft in 2006, 2007 en 2011 de afspraken met de opticien in sponsorcontracten vastgelegd.
RTV Drenthe laat (werknemer) weten dat bij haar het onmogelijk is om zonder toestemming van leidinggevende en zonder overleg met de afdeling commercie afspraken te maken over de sponsoring van zaken, en dat zij het voor een journalist een onvergeeflijke fout vindt om persoonlijk goederen aan te nemen van een bedrijf.
2.5. (Werknemer) protesteert tegen de schorsing en voert daartegen in zijn brief van 31 oktober 2011 het volgende aan:
“ … Tot op de dag van ons gesprek, donderdag 27 oktober jl., was ik mij ten aanzien van de sponsoring van mijn bril van geen kwaad bewust. Wellicht ten overvloede vermeld ik dat ik mij tot op heden van geen kwaad bewust ben. Er is nooit iemand geweest, noch een leidinggevende, noch iemand van de commerciële afdeling, die mij kenbaar heeft gemaakt – op welke wijze dan ook – dat mijn werkwijze onjuist, schadelijk of anderzijds niet toelaatbaar is.
Sinds jaren handel ik op de manier waarop ik ook dit jaar gehandeld heb aangaande de aanschaf van mijn bril. Dit is staande praktijk, hetgeen collega’s kunnen bevestigen. Daar waar het gaat om sponsoractiviteiten aangaande rtv-programma’s communiceer ik dit altijd met de afdeling commercie. Verdient opmerking dat ik ook dit jaar wel degelijk hierover gecommuniceerd heb met de afdeling commercie. …
Gelet op het bovenstaande ben ik derhalve van mening dat deze schorsing ten onrechte is uitgesproken en betreur ik de gang van zaken zeer. Wellicht ten overvloede hoop ik dat wij deze bijzonder nare situatie tot een goed einde zullen brengen.”
2.6. Na twee gesprekken tussen (werknemer), de directeur van RTV Drenthe en het hoofd personeelszaken, heft RTV Drenthe de schorsing op 7 november 2011 op. (Werknemer) krijgt wel een schriftelijke berisping. De directeur RTV Drenthe schrijft hem onder meer het volgende:
“ … Wij zijn er van overtuigd dat je op zich te goeder trouw hebt gehandeld. Wel vind ik je gedrag t.a.v. de aanschaf van de bril reden voor een schriftelijke berisping volgens artikel 5.2 van de CAO voor het omroeppersoneel, en wel vanwege de volgende reden:
Als onafhankelijk journalist neem je geen goederen aan van derden. Hoewel dat in het verleden wel is gebeurd en je daar tijdens het gesprek een beroep op doet, vind ik dat je een eigen verantwoordelijkheid hebt in deze. Verwijzen naar ”anderen” of eerdere situaties doet niets af aan het nemen van je eigen besluiten. De aanschaf van de bril op deze manier past niet bij je beroep en positie binnen een gesubsidieerde regionale omroep als RTV Drenthe.
… Ik begrijp dat wanneer zaken eerder voorgekomen zijn, je daarop makkelijk terug valt, maar ook dat is geen reden waarom jij bevoordeeld zou moeten worden met een gratis bril. Vanwege juist jouw positie als presentator. De term verwijtbaar handelen vind ik hier van toepassing. Herhaling van dit gedrag kan ernstige gevolgen hebben voor de voortzetting van het dienstverband.
Omdat er geen echte duidelijkheid is gekomen over de afspraken die er wel of niet zouden zijn gemaakt tussen jou en de afdeling commercie ten aanzien van de aanschaf van de bril, zal er een gesprek worden gepland … om duidelijk te krijgen hoe het proces is verlopen. …”
Dat aangekondigde gesprek heeft niet plaatsgevonden. (Werknemer) heeft aan RTV Drenthe
€ 1.100,00 voor de bril betaald.
2.7. RTV Drenthe zendt onder meer de programma's De Trektocht en Klein Heemstede uit. Klein Heemstede is een programma waarin (werknemer) gedurende een week bekende Drenten interviewt op een eilandje in het Paterswoldsemeer.
De kleding voor Klein Heemstede is tot, althans in het jaar 2009 door (bedrijf A.) beschikbaar gesteld. Die kleding werd aan RTV Drenthe in bruikleen gegeven en na afloop van de opnames aan die leverancier geretourneerd.
De kleding voor De Trektocht wordt (al tien jaar) gesponsord door (de firma S.). RTV Drenthe hoeft die kleding na gebruik niet aan (de firma S.) terug te geven, en haar medewerkers mogen deze verder voor eigen gebruik behouden.
In 2011 gaat (de firma S.) aan RTV Drenthe ook de kleding voor Klein Heemstede verstrekken en wordt voor beide programma’s een "package-deal" met hem gesloten.
2.8. Eind oktober 2012 ontvangt RTV Drenthe een nota van (de firma S.) voor een bedrag van € 3.102,73 voor de aankleding van (werknemer) tijdens Klein Heemstede 2011. Achteraf blijkt dat de nota ten onrechte is verstuurd, omdat (de firma S.) in ruil voor het leveren van die kleding reclamezendtijd van RTV Drenthe heeft gekregen en RTV Drenthe ook deze kleding na gebruik niet terug hoeft te geven.
2.9. Op 19 november 2012 spreken de directeur en het hoofd personeelszaken van RTV Drenthe met (werknemer) over de kleding voor Klein Heemstede en vragen hem wat daarmee is gebeurd. (Werknemer) geeft aan dat die kleding thuis bij hem in de kast hangt en dat hij deze regelmatig draagt. RTV Drenthe stelt (werknemer) (die tot dan het middagnieuws op de radio presenteert) op non-actief, omdat hij de kleding zonder overleg met en toestemming van de leidinggevenden van RTV Drenthe voor eigen gebruik heeft gehouden, en daarvan tijdens de gesprekken over de bril in 2011 geen melding zou hebben gemaakt. RTV Drenthe vindt dat (werknemer) integriteit als onafhankelijk journalist daardoor ernstig in het geding is.
(Werknemer) maakt bezwaar en verklaart zich bereid om zijn werkzaamheden te hervatten.
2.10. RTV Drenthe deelt (werknemer) na gesprekken op 19 en 22 november 2012 mee dat zij heeft besloten om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. In haar brief van 26 november 2012, waarin die gesprekken worden bevestigd, staat onder meer het volgende.
“… Je geeft nogmaals aan dat je het tijdens de gesprekken van vorig jaar wel hebt gehad over kleding van de trektocht en de schoenen van anderen. Dat kan ik beamen. Waar je echter niet over hebt gesproken was het feit dat jij deze kleding in je bezit had. Je zegt dat je het zo hebt bedoeld. Maar omdat het niet is gezegd kan ik er niets mee. Nogmaals geef ik aan dat het wel heel vreemd zou zijn dat ik je toestemming zou geven voor het houden van kleding terwijl dat niet gold voor de bril. Zo’n vergissing maak ik niet.
Er zou, wat jou betreft, beleid moeten zijn over kleding. Hoewel dat beleid niet op papier staat, is dat beleid duidelijk aanwezig bij RTV Drenthe. Elke presentator weet hoe te handelen met ter beschikking gestelde kleding, en elke presentator levert alle kledingstukken weer in. Dat is staand beleid, beleid waar jij je in het verleden ook aan hebt geconformeerd. …
Je bent op de hoogte van het feit dat bepaalde kleding die door RTV Drenthe is aangeschaft voor uitzendingen, na het dragen, terug moet worden gehangen in een kast in ons bedrijf. Je weet dat dat bijvoorbeeld geldt voor een aantal smokings en kostuums van o.a. de commerciële afdeling. Weliswaar is dit een iets andere situatie, maar voor kleding die jij in je bezit hebt, heeft RTV Drenthe betaald door middel van uitzendtijd. Ook deze kleding is daarmee eigendom van RTV Drenthe en daarvoor gelden dus dezelfde regels. …
In het verleden heb jij zelf, aangespoord door de afdeling Commercie, kleding ingeleverd bij een voorgaande leverancier ((bedrijf A)). Je kunt daarmee niet zeggen dat je niet wist dat je de kleding zou moeten retourneren. Dit eens temeer gezien de situatie van vorig jaar met jouw bril. Hoewel je aangeeft dat (de heer X. van de firma S.) heeft gezegd dat de kleding niet retour hoefde, is dat nog geen argument om de kleding dan maar zelf te behouden.
Daarvoor heb je toestemming nodig van een leidinggevende van RTV Drenthe. Die toestemming is je door niemand verleend.
De kleding van de trektocht mag worden verstrekt aan medewerkers. Deze kleding is ten eerste niet te vergelijken met kleding die jij droeg voor het programma Klein Heemstede: de kleding van de trektocht is RTV Drenthe rood. Ten tweede heeft deze kleding een bedrijfslogo. … “
RTV Drenthe deelt, zonder verder in details te treden, aan haar medewerkers en collega-pers mee dat er sprake is van een ernstig arbeidsconflict.
2.11. Op 7 december 2012 stuurt de advocaat van (werknemer) aan de advocaat van RTV Drenthe een inhoudelijke reactie van (werknemer) op de verwijten die RTV Drenthe hem maakt. (Werknemer) voert onder meer aan dat RTV Drenthe met twee maten meet, omdat zij zijn collega's van bijvoorbeeld De Trektocht er niet op aanspreekt dat zij kleding thuis hebben. Bij de reactie zijn verklaringen gevoegd van zijn voormalige leidinggevenden, mevrouw (D.) en de heer (F.), en van de heer (X. van de firma S.).
Mevrouw (D.) (tot oktober 2011 Hoofd Afdeling Gevarieerde Programma's, lid van het Management Team en waarnemend directeur van RTV Drenthe) schrijft in een e-mailbericht van 26 november 2012 het volgende aan (werknemer):
“ Hierbij de afspraken zoals die in mijn tijd golden mbt kleding.
Er bestonden twee soorten afspraken:
O.a. Nieuws, Heren in kwestie, praotstoel, Drents Dictee en PS hadden een kleding deal dat er 1x in gepresenteerd werd. Daarna ging de kleding, indien nodig gestoomd via J., terug zodat het de volgende dag weer in de winkel hing. De overeenkomst tussen deze programma’s was dat het studioprogramma’s waren waar de kleding weinig gedragen en nauwelijks belast werd.
Voor de trektocht, zomer van Drenthe en Klein Heemstede golden andere regels. Dit waren programma’s waar de kleding zo intensief en ook buiten in wisselende weersomstandigheden belast werd dat het niet mogelijk was om de kleding daarna alsnog te verkopen. De medewerkers behielden om die reden de kleding na afloop van het programma. . …”
De heer (F.) - collega programmamaker en na het vertrek van mevrouw (D.) interim direct leidinggevende van (werknemer) - heeft hem het volgende gemaild:
“ Bij de trektocht wordt aan de medewerkers in het veld een compleet pakket aan kleding gegeven. Schoenen, sokken, broek, polo/overhemd en jas. Deze kledingstukken mogen medewerkers houden. Ook de freelancers. Op polo/overhemd en jas staat meestal een logo. Op de broek de laatste jaren niet. In het begin wel. Vanaf het ogenblijk dat er Trektochtkleding was mochten medewerkers de schoenen en sokken houden. In het begin is er even sprake geweest van het inleveren van de jas, overhemd en broek. Toen bleek dat dit in een kast belandde bij de toenmalige huismeester – en dat het niet meer gebruikt werd -, is besloten, dat elke medewerker alle kleding mocht houden. Dit zal zo’n tien jaar terug zijn geweest. Sedertdien doen we het zo. “
De heer (X. van de firma S.) heeft op (werknemers) vraag voor wie van De Trektocht-medewerkers hij kleding heeft geleverd en of hij die kleding ooit terug heeft gekregen, het volgende geantwoord:
“… De leveranties van wandelschoenen, kleding en accessoires waren voor de gehele crew van de trektochtteams. …
Resume: de hele crew, dwz camera mensen, techniek mensen, presentatoren. Van de gehele crew nooit kleding terug ontvangen.”
2.12. RTV Drenthe heeft het managementteam en de eindredactie meegedeeld dat (werknemer) de kleding die hij had ontvangen voor gebruik tijdens het programma Klein Heemstede heeft gehouden. Zij hebben schriftelijk verklaard dat gelet daarop verdere samenwerking wat hen betreft niet meer mogelijk is. Het managementteam en de eindredactie hebben geen kennis genomen van (werknemers) brief van 7 december 2012 met bijlagen.
3. Het verzoek en het verweer
3.1. RTV Drenthe verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van een dringende reden, althans op grond van een verandering in de omstandigheden. Zij baseert dit op zeven peilers. RTV Drenthe voert aan, samengevat weergegeven, (1) dat (werknemer) ten onrechte en zonder overleg met leidinggevenden een bril van € 1.100,00 en (2) kleding ter waarde van € 3.100,00 voor eigen gebruik heeft behouden, (3) dat (werknemer) tijdens de gesprekken over de bril in oktober/november 2011 het in het bezit hebben van door (de firma S.) ter beschikking gestelde kleding heeft verzwegen, (4) dat (werknemer) ten onrechte beweert dat hij daarover toen wel met RTV Drenthe heeft gesproken en ten onrechte ontkent dat hij heeft gezegd dat hij daarvoor toestemming van (de firma S.) en het hoofd van de afdeling commercie van RTV Drenthe had, (5) dat (werknemer) zijn integriteit en onafhankelijkheid schendt, en (6) dat elk inzicht dat dit soort zaken niet kunnen bij (werknemer) ontbreekt, wat hem naar de stellige overtuiging van RTV Drenthe ongeschikt maakt om als integer en onafhankelijk journalist te functioneren. Als laatste voert RTV Drenthe aan dat arbeids- en vertrouwensrelatie met (werknemer) onherstelbaar is verstoord.
RTV Drenthe stelt dat de verklaring van mevrouw (D.), dat ook medewerkers van de programma’s Zomer van Drenthe en Klein Heemstede kleding mochten behouden onjuist is. Dit blijkt volgens haar alleen al uit de bij het verzoekschrift overgelegde verklaringen van het hoofd van de afdeling commercie en de heer (Z. van bedrijf A.); zij geven immers aan dat de kleding voor Klein Heemstede tot en met 2010 door (bedrijf A.) ter beschikking werd gesteld en altijd door (werknemer) werd ingeleverd. Uit hun verklaringen kan ook worden afgeleid dat (werknemer) reeds in 2010 heeft gepoogd om door (bedrijf A.) ter beschikking gestelde kleding en schoenen voor zichzelf te behouden, en dat met de schoenen ook daadwerkelijk heeft gedaan. Het klopt overigens dat een verkeerd jaartal is genoemd; voor 2010 moet 2009 worden gelezen.
Voor Klein Heemstede gelden andere afspraken dan voor De Trektocht omdat beide programma's niet vergelijkbaar zijn. Bij De Trektocht trekken de presentatoren door de provincie, terwijl Klein Heemstede gedurende zeven dagen wordt opgenomen op locatie.
De interviews, waarvoor (de firma S.) drie kledingsets beschikbaar heeft gesteld, vinden weliswaar buiten plaats, maar op een vaste locatie en niet in weer en wind. Van intensief gebruik is dan ook geen sprake en er kan ook onmogelijk gesteld worden dat die kleding na het dragen niet meer kan worden verkocht. Bovendien is de kleding voor De Trektocht in bedrijfskleuren van RTV Drenthe en voorzien van een logo, en die voor Klein Heemstede niet. Voor Klein Heemstede geldt daarom hetzelfde als voor de kleding die voor studiopresentaties ter beschikking wordt gesteld.
RTV Drenthe meent dat (werknemer) heeft gehandeld in strijd met artikel 3.2 van de Integriteitregeling van RTV Drenthe, de CAO en de Mediawet, waarin is vastgelegd dat medewerkers voor zichzelf of anderen van derden geen op geld waardeerbaar voordeel mogen aanvaarden dat (in)direct verband houdt met het werk. Zij heeft de hoofdlijnen van het verweer van (werknemer) aan haar managementteam en eindredactie overgebracht, en verwacht geen heil van een gesprek waarin (werknemer) zijn verhaal zelf aan zijn collega’s toelicht.
3.2. (Werknemer) voert tot zijn verweer aan dat zich geen dringende reden voordoet en ook geen verandering in de omstandigheden die tot ontbinding moet leiden. (Werknemer) stelt dat hij steeds te goeder trouw heeft gehandeld en vindt de verwijten aan zijn adres zeer pijnlijk.
Met betrekking tot de bril licht (werknemer) toe dat hij in 2006 naar een opticien is gegaan omdat hij de autocue van het programma Boven het Maaiveld niet meer goed kon lezen, dat die opticien de bril wel wilde sponsoren in ruil voor een naamsvermelding op de aftiteling, dat (werknemer) dit toen heeft voorgelegd aan de afdeling commercie van RTV Drenthe , dat die afdeling dat goed vond goed vond en in 2006, 2007 en 2011 de afspraken met de opticien in sponsorcontracten heeft vastgelegd, dat hij de bril tijdens presentaties voor RTV Drenthe op heeft en dat niemand hem er ooit op heeft aangesproken dat hij deze ook buiten het werk droeg. (Werknemer) vond de berisping onterecht en disproportioneel, maar heeft deze niet aangevochten omdat bevriende juristen hem waarschuwden dat RTV Drenthe dan waarschijnlijk zou gaan stellen dat er een onoverbrugbaar arbeidsconflict was ontstaan.
Wat betreft de kleding voor Klein Heemstede meent (werknemer) dat hij heeft gehandeld conform de bestaande afspraken bij RTV Drenthe. Hij verwijst daarbij naar de in rov. 2.11. aangehaalde e-mails van zijn (voormalige) leidinggevenden mevrouw (D.) en de heer (F.). (Werknemer) vindt dat RTV Drenthe met twee maten meet omdat zij alleen hem aanspreekt op het feit dat hij kleding privé gebruikt, terwijl zijn collega's van De Trektocht de kleding en schoenen na afloop van de opnames ook voor zichzelf behouden. Hij bevestigt dat sommige kleding voor De Trektocht inderdaad rood is en van een bedrijfslogo is voorzien, maar dat geldt zeker niet voor alle broeken, sokken en schoenen. Klein Heemstede en De Trektocht zijn qua kledinggebruik vergelijkbaar: in beide programma’s wordt de beschikbaar gestelde kleding intensief en in belastende weersomstandigheden gedragen. Dat intensieve gebruik was ook de reden waarom de kleding voor Klein Heemstede na 2009 niet meer door (bedrijf A.) maar door (de firma S.) is gesponsord; deze was na gebruik niet meer goed te verkopen. Bovendien heeft (werknemer) de kleding vrijwel dagelijks gedragen op zijn werk, en daarin na de 12 afleveringen van Klein Heemstede waarvoor ze werden aangeschaft nog eens 25 televisieprogramma’s gepresenteerd. Omdat hij over die kleding beschikte heeft hij geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om voor het programma Van Mond tot Mond aanspraak te maken op nieuwe kledingsets. (Werknemer) heeft zichzelf nimmer willen verrijken: op de dag dat hij bij (de firma S) kleding uitzocht voor Klein Heemstede heeft hij op eigen kosten ook een paar schoenen voor privé-gebruik aangeschaft die hij zonder probleem op de rekening had kunnen laten zetten. Het bedrag van € 3.102,73 dat op de nota van (de firma S) staat, lijkt hem overigens veel te hoog.
Het verwijt dat (werknemer) in 2009 kleding van (bedrijf A.) voor zichzelf wilde behouden is onzin. (Werknemer) is dat jaar direct na de opnames van Klein Heemstede met vakantie gegaan en kennelijk is niet goed afgesproken wie die kleding, die net als alle andere gesponsorde zaken bij RTV Drenthe lag, wanneer naar (bedrijf A.) terug zou brengen.
(Werknemer) betwist verder dat hij het in bezit hebben van de kleding van (de firma S.) tijdens de gesprekken over de bril in oktober/november 2011 heeft verzwegen. Hij stelt dat hij toen zelf heeft gevraagd hoe het met die kleding en met de collega’s van De Trektocht zat, en dat de directeur daarop aangaf dat dit een heel ander verhaal was, omdat die kleding geregeld was door de commerciële afdeling en daarvoor dus wel toestemming was verleend.
Als al sprake is geweest van een misverstand, waarbij zowel de directeur als het hoofd personeelszaken niet hebben begrepen dat (werknemer) het over zijn kleding had, waarom hebben zij hem dan – zo vraagt hij zich af – niet gewoon naar zijn kleding van (de firma S.) gevraagd; ze wisten dat hij die kleding voor het programma Klein Heemstede had. (Werknemer) heeft die kleding een jaar lang gedragen en niemand binnen RTV Drenthe heeft hem er op aangesproken dat hij daarmee een ernstig feit pleegde.
(Werknemer) bestrijdt ook dat hij tegen RTV Drenthe heeft gezegd dat het hoofd van de afdeling commercie en (de heer X. van de firma S) hem toestemming hadden gegeven om de kleding van Klein Heemstede te houden; die gaan daar niet over. (Werknemer) heeft slechts gezegd dat hij in overleg met en op advies van het hoofd van die afdeling naar (de firma S.) is gegaan, en wellicht dat de kleding van (de firma S.) nooit terug hoeft.
(Werknemer) geeft verder aan dat er geen beleid op papier staat en dat uit de e-mails van zijn (voormalige) leidinggevenden in ieder geval blijkt dat onduidelijk is welke kledingafspraken golden en gelden. Hij veronderstelt dat de huidige directeur van RTV Drenthe niet op de hoogte is van de afspraken binnen de organisatie en betreurt het dat hij zijn collega's niet zijn kant van het verhaal heeft kunnen vertellen.
In geval van ontbinding verzoekt (werknemer) om hem een vergoeding volgens de kantonrechters-formule toe te kennen met een correctiefactor C=2, en rekening te houden met de fictieve opzegtermijn.
4. De beoordeling
4.1. De kantonrechter heeft zich ervan gewist of het verzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod. Dat is de kantonrechter niet gebleken.
4.2. Tijdens de behandeling ter zitting is voldoende aannemelijk geworden dat de verhoudingen tussen partijen inmiddels dusdanig ernstig verstoord zijn geraakt, dat een vruchtbare voortzetting van het dienstverband niet meer mogelijk moet worden geacht. Daarmee is er sprake van een verandering in de omstandigheden, die ontbinding van de arbeidsovereenkomst op korte termijn rechtvaardigt. Het verzoek van RTV Drenthe zal dan ook worden toegewezen.
4.3. De vraag is vervolgens of (werknemer) een ontbindingsvergoeding behoort te worden toegekend. Hoewel de kantonrechter niet aan de zuivere intenties van RTV Drenthe twijfelt, beantwoordt zij die vraag om de volgende redenen bevestigend.
4.4. RTV Drenthe verwijt (werknemer) feitelijk dat hij in strijd met haar beleid en zonder overleg met zijn leidinggevenden een door derden gesponsorde bril en kleding ook privé draagt, dat hij tijdens de gesprekken over de bril niet over het gebruik van die kleding heeft gesproken, en dat hij tijdens de gesprekken over die kleding ten onrechte heeft gezegd dat hij daarvoor toestemming had.
Niet (meer) in geschil is dat het gaat om een bril en kleding waarover de afdeling commercie van RTV Drenthe afspraken met de leveranciers heeft gemaakt (in 2006, 2007 en 2011 met de opticien en in 2011 met (de firma S.)), en dat die zaken na gebruik niet naar die leveranciers terug hoefden maar eigendom bleven van RTV Drenthe. Gelet op die betrokkenheid van RTV Drenthe valt zonder nadere toelichting (die RTV Drenthe niet heeft gegeven) niet in te zien dat (werknemer) in strijd met artikel 3.2 van de Integriteitregeling van RTV Drenthe, de CAO en/of de Mediawet, van derden voor zichzelf een op geld waardeerbaar voordeel heeft aanvaard. RTV Drenthe heeft de sponsoring van die zaken aanvaard, en (werknemer) heeft niet buiten haar om gehandeld.
4.5. Vervolgens ligt voor of (werknemer) niet-integer en verwijtbaar heeft gehandeld door die bril en de kleding voor Klein Heemstede ook buiten het werk te dragen. Dat is slechts het geval als RTV Drenthe haar werknemers, althans (werknemer), voldoende duidelijk heeft gemaakt wanneer privé gebruik wel en niet is toegestaan, en (werknemer) zich desondanks niet aan die regels heeft gehouden.
4.6. RTV Drenthe erkent dat er geen reglement is waarin een voor alle medewerkers kenbaar beleid is vastgelegd over het gebruik van brillen en kleding e.d. die haar eigendom zijn. Volgens RTV Drenthe is het niettemin evident dat (werknemer) deze zaken niet privé mocht gebruiken en diskwalificeert hij zich als onafhankelijk en integer journalist door dat zelf niet in te zien. De kantonrechter volgt RTV Drenthe hierin niet.
4.7. Ten aanzien van de bril geldt dat RTV Drenthe (werknemer) nadrukkelijk niet verwijt dat hij de bril heeft laten sponsoren. Zij bestrijdt ook niet dat (werknemer) al in 2006 en 2007 met de afdeling commercie over die bril heeft gesproken, en dat hij er tot oktober 2011 nimmer op is aangesproken dat hij deze ook buiten de programma’s droeg, hoewel dat zijn leidinggevenden en collega’s moeilijk kan zijn ontgaan. Het is dan ook begrijpelijk dat (werknemer) zich er niet van bewust was dat hij daarmee in de ogen van RTV Drenthe onoorbaar handelde. De schriftelijke berisping over het privé gebruik van de bril is gelet op die gang van zaken en het ontbreken van een duidelijk, op schrift gesteld beleid, naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet op zijn plaats geweest.
4.8. Hetzelfde geldt voor het verwijt over het gebruik van de kleding voor Klein Heemstede. De kantonrechter overweegt dat mevrouw (D.), die tot oktober 2011 niet enkel (werknemers) leidinggevende maar ook MT-lid en waarnemend directeur van RTV Drenthe was, met zoveel woorden verklaart dat medewerkers na afloop van het programma niet alleen de kleding voor De Trektocht behielden, maar ook de kleding die voor Klein Heemstede en De Zomer van Drenthe beschikbaar was gesteld (rov. 2.11). Reden hiervoor is, zo licht zij toe, dat dit programma’s zijn waarin de kleding zo intensief en ook buiten in wisselende weersomstandigheden belast wordt, dat het niet mogelijk is om deze daarna alsnog te verkopen.
RTV Drenthe stelt weliswaar dat die verklaring van mevrouw (D.) onjuist is, maar het argument dat zij daarvoor aanvoert (te weten: “de kleding voor Klein Heemstede moest aan (bedrijf A.) worden geretourneerd”) overtuigt niet. Vaststaat immers dat RTV Drenthe in 2009 voor het laatst zaken met (bedrijf A.) heeft gedaan, en dat voor het jaar 2011 andere afspraken met (de firma S.) zijn gemaakt.
Dat niet eenduidig is wat wel en niet mag blijkt overigens ook uit de brief die RTV Drenthe op 26 november 2012 aan (werknemer) heeft geschreven. RTV Drenthe schrijft daarin dat bepaalde kleding (onderstreping ktr.) die door haar is aangeschaft voor uitzendingen, na het dragen terug moet worden gehangen in een kast in het bedrijf, en dat dit bijvoorbeeld geldt voor een aantal smokings en kostuums van o.a. de commerciële afdeling. Zij onderkent ook dat de situatie hier een iets andere is. Waarom voor de kleding van Klein Heemstede hetzelfde geldt als voor smoking en kostuums, en deze niet in dezelfde categorie valt als De Trektocht-kleding, wordt echter niet duidelijk. Dat RTV Drenthe voor de Klein Heemstede-kleding betaalt door middel van uitzendtijd en de kleding daarmee eigendom is van RTV Drenthe, is niet redengevend; dit geldt immers ook voor De Trektocht-kleding die (daarover zijn partijen het eens) wel door medewerkers mag worden behouden. Dat (werknemer) (en mevrouw D.) om andere redenen hadden moeten begrijpen dat de kleding voor Klein Heemstede niet vergelijkbaar was met de kleding voor De Trektocht, is ook niet aannemelijk geworden. RTV Drenthe betwist niet dat de kleding voor Klein Heemstede meerdere dagen en buiten door (werknemer) werd gedragen, en ook niet dat de broeken, schoenen en sokken voor De Trektocht niet allemaal rood zijn of een bedrijfslogo hebben. Ook daarin ligt dus geen duidelijke verklaring voor een verschillende behandeling van de kleding die (de firma S.) sponsorde voor De Trektocht en die hij beschikbaar stelde voor Klein Heemstede.
4.10. Zelfs als (werknemer) er aan had moeten twijfelen of hij de kleding voor Klein Heemstede wel privé mocht gebruiken, acht de kantonrechter de verwijten en sancties van RTV Drenthe in dit geval disproportioneel. (Werknemer) is 20 jaar in dienst van RTV Drenthe en gesteld noch gebleken is dat er eerder redenen zijn geweest om aan zijn integriteit en onafhankelijkheid te twijfelen. Gelet hierop en op het feit dat RTV Drenthe geen duidelijk beleid heeft geformuleerd over het gebruik van haar (door sponsoring verkregen) eigendommen, had van RTV Drenthe verwacht mogen worden dat zij (werknemer) in november 2012 had uitgelegd wat zij op dit punt van hem en haar andere medewerkers verwacht, en dat zij (werknemer) de gelegenheid had geboden om zich daaraan voortaan te conformeren.
4.11. Het feit dat (werknemer) een jaar eerder is aangesproken op ‘de bril’ leidt niet tot een andere conclusie. Zoals gezegd is de kantonrechter van oordeel dat een berisping voor het eigen gebruik van die bril in de gegeven situatie niet gerechtvaardigd was. Ook als (werknemer) toen niet met zoveel woorden heeft gezegd dat hij ook kleding van (de firma S.) in zijn bezit had (volgens (werknemer) heeft hij zijn kleding wel ter sprake gebracht), is dat onvoldoende om aan te nemen dat hij dit (bewust) voor RTV Drenthe heeft willen verzwijgen. De directeur van RTV Drenthe beaamt in zijn brief van 26 november 2012 dat (werknemer) het tijdens de gesprekken over de bril, ook over kleding van De Trektocht en schoenen van anderen heeft gehad. Volgens (werknemer) is daarop geantwoord dat dit een ander verhaal was, omdat dat een deal betrof die door de commerciële afdeling was gesloten en het bedrijf daarvan op de hoogte was. RTV Drenthe ontkent niet dat zij dat antwoord heeft gegeven. Dat de betrokkenheid van die afdeling voor RTV Drenthe - terecht - een belangrijk onderscheid vormt, valt ook op te maken uit de (niet overgelegde) e-mail die zij na de berisping van (werknemer) in november 2011 aan alle medewerkers heeft gestuurd. In de passage die de directeur van RTV Drenthe ter zitting heeft voorgelezen, wordt er op gewezen dat medewerkers niets buiten de afdeling commercie om mogen aannemen. Dit is bij Klein Heemstede echter ook niet gebeurd. Niet gebleken is dat in die e-mail ook is meegedeeld dat alle aan RTV Drenthe in eigendom gegeven brillen, schoenen en kleding e.d. behalve die voor De Trektocht, op het bedrijf moeten worden achtergelaten en nimmer privé mogen worden gebruikt.
4.12. (Werknemer) heeft ook voldoende gemotiveerd weersproken dat hij in november 2012 heeft gezegd dat hij toestemming van het hoofd van de afdeling commercie en (de heer X. van de firma S.) had om de kleding voor Klein Heemstede privé te gebruiken. Gezien de emoties die het onderwerp zichtbaar bij partijen oproept, valt niet uit te sluiten dat zij ook hier langs elkaar heen hebben gepraat, en dat (werknemer) slechts heeft gezegd, althans bedoeld heeft te zeggen, dat die kleding niet terug hoefde naar (de firma S.). En dat is op zichzelf juist.
4.13 Tot slot het verwijt dat (werknemer) in 2009 heeft geprobeerd om zich kleding van (bedrijf A.) toe te eigen en schoenen van dat bedrijf daadwerkelijk heeft behouden: dit is niet feitelijk onderbouwd en ter zitting ook niet meer door RTV Drenthe herhaald. In de verklaringen van het hoofd van de afdeling commercie en de heer Z. van (bedrijf A) staat niets over schoenen, en dat er met betrekking tot het laat inleveren van de kleding meer aan de hand is geweest dan een afstemmingsprobleem blijkt daaruit evenmin. De heer Z. verklaart letterlijk dat de kleding “altijd, volgens de geldende afspraak, is ingeleverd”.
4.14. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de verstoorde arbeidsverhouding in overwegende mate is te wijten aan de manier waarop RTV Drenthe op het privé gebruik van de bril en de Klein Heemstede-kleding door (werknemer) heeft gereageerd. Dat (werknemer) zich niet als een goed werknemer zou hebben gedragen is onvoldoende aannemelijk geworden.
Gelet hierop en op de overige omstandigheden, waaronder (werknemers) langdurige dienstverband en leeftijd, acht de kantonrechter een vergoeding naar billijkheid waarbij de C-factor van de zogenoemde kantonrechtersformule wordt gesteld op 1,75, gerechtvaardigd. Dit komt neer op een bedrag van (afgerond) € 228.500,00 bruto. De kantonrechter houdt daarbij rekening met het feit dat (werknemer) als presentator en journalist een publieke functie vervult, en dat de ongerechtvaardigde verwijten van RTV Drenthe aangaande zijn integriteit en onafhankelijkheid daarom extra beschadigend zijn.
4.15. Gelet op het verzoek van RTV Drenthe om geen vergoeding aan (werknemer) toe te kennen, zal haar een termijn worden gegund om het ontbindingsverzoek in te trekken. Indien RTV Drenthe daarvoor niet kiest, zal de arbeidsovereenkomst worden ontbonden met ingang van
1 april 2013 onder toekenning van voornoemde vergoeding. De kantonrechter ziet geen aanleiding om rekening te houden met de fictieve opzegtermijn.
4.16. De kantonrechter acht termen aanwezig om RTV Drenthe te veroordelen in de proceskosten, zowel bij intrekking als bij handhaving van het verzoek.
Beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 1 april 2013, tenzij het ontbindingsverzoek door RTV Drenthe voor na te noemen datum wordt ingetrokken.
kent aan (werknemer) ten laste van RTV Drenthe ter gelegenheid van voornoemde ontbinding een vergoeding toe ten bedrage van € 228.500,00 bruto.
bepaalt dat RTV Drenthe uiterlijk op donderdag 28 maart 2013 het ontbindingsverzoek kan intrekken.
veroordeelt RTV Drenthe in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van (werknemer) begroot op € 400,00 voor salaris gemachtigde.
Deze beslissing is gegeven door de kantonrechter mr. M.E. van Rossum en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2013.
typ: 163/ah