ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ3921

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
18/670398-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksueel misbruik van minderjarigen door verdachte met verminderd toerekeningsvatbaarheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 maart 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het seksueel binnendringen van vijf minderjarige meisjes, variërend in leeftijd van 12 tot 16 jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was, wat invloed had op de strafoplegging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard voor de vervolging van een van de ten laste gelegde feiten, omdat het slachtoffer op het moment van de feiten meerderjarig was. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en de bekennende verklaring van de verdachte als bewijs gebruikt om de feiten te onderbouwen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de impact van de daden op de slachtoffers en de kwetsbaarheid van de meisjes. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om schadevergoedingen te betalen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Locatie Groningen
Parketnummer 18/670398-12
Op tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 4 maart 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte,
[naam.verdachte],
geboren te [geboorteplaats.verdachte] op [geboortedatum.verdachte],
wonende aan [adres.verdachte], [woonplaats.verdachte],
thans preventief gedetineerd in [plaats.PI]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
6 december 2012 en 18 februari 2013.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 25 februari 2012 tot en met 11 maart 2012
te Groningen en/of onderweg van Gieten naar Groningen (in zijn auto), met
[aangeefster 1], geboren op …juni 1997, die de leeftijd van twaalf
jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of
meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 1], hebbende verdachte op verschillende data in die periode (telkens)
- zijn vinger(s) en/of tong in de vagina van die [aangeefster 1] geduwd/gebracht
en/of
- zijn tong in de mond van die [aangeefster 1] geduwd/gebracht en/of
- zich door die [aangeefster 1] laten aftrekken en/of
- de borsten van die [aangeefster 1] betast;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012 te
Groningen, met [aangeefster 2], geboren …juli 1998, die de leeftijd van twaalf
jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of
meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 2],
hebbende verdachte op verschillende data in die periode (telkens)
- zijn penis en/of vinger(s) en/of tong in de vagina van die [aangeefster 2]
geduwd/gebracht en/of
- zijn tong in de mond van die [aangeefster 2] geduwd/gebracht en/of
- zich door die [aangeefster 2] laten aftrekken en/of
- de borsten van die [aangeefster 2] betast;
3.
hij in of omstreeks de periode van … oktober 2007 tot en met 1 april 2012 te
Groningen, met [aangeefster 3], geboren op …oktober 1995, die de leeftijd van
twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een
of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 3],
hebbende verdachte op verschillende data in die periode (telkens)
- zijn penis en/of vinger(s) en/of tong in de vagina van die [aangeefster 3]
geduwd/gebracht en/of
- zijn penis en/of tong in de mond van die [aangeefster 3] geduwd/gebracht en/of
- zich door die [aangeefster 3] laten aftrekken en/of
- (meermalen) de borsten van die [aangeefster 3] betast;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2012 tot en met 15 juli 2012 te
Groningen, met [aangeefster 4], geboren op …februari 2000, die de leeftijd van
twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een
of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 4],
hebbende verdachte op verschillende data in de bovenvermelde periode (telkens)
- zijn penis en/of vinger(s) en/of tong in de vagina van die [aangeefster 4]
geduwd/gebracht en/of
- zijn penis en/of tong in de mond van die [aangeefster 4] geduwd/gebracht en/of
- zich door die [aangeefster 4] laten aftrekken en/of
- de borsten van die [aangeefster 4] betast;
5.
hij in of omstreeks de periode van 4 juni 2012 tot en met 30 juni 2012 te
Groningen, met [aangeefster 5], geboren op …juni 2000, die de leeftijd
van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of
mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[aangeefster 5], hebbende verdachte (telkens)
- zijn vinger(s) in de vagina van die [aangeefster 5] geduwd/gebracht en/of
- zijn tong in de mond van die [aangeefster 5] geduwd/gebracht;
Ontvankelijkheid officier van justitie
De rechtbank overweegt ambtshalve, ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde, dat op basis van het dossier is komen vast te staan dat [aangeefster 3] op … oktober 2011 de leeftijd van 16 jaren heeft bereikt. De rechtbank zal daarom de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging van verdachte ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde voor zover dit betrekking heeft op de periode vanaf … oktober 2011.
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het onder 1, 2, 3 4 en 5 ten laste gelegde.
Zij baseert dit ten aanzien van feit 1 op het proces-verbaal van bevindingen aangaande het verhoor van [aangeefster 1], de aangifte door [moeder aangeefster 1], de medische verklaring en de bekennende verklaring van verdachte. Wat betreft het onder 2 ten laste gelegde baseert zij dit op de getuigenverklaring van [aangeefster 2], de aangifte door [vader aangeefster 2/3], de getuigenverklaring van [moeder aangeefster 2/3] en de bekennende verklaring van verdachte.
Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde baseert zij dit op de getuigenverklaring van
[aangeefster 3], de aangifte door [vader aangeefster 2/3] en de bekennende verklaring van verdachte. Het onder 4 ten laste gelegde baseert zij op de getuigenverklaring van [aangeefster 4], de aangifte door
[moeder aangeefster 4], de getuigenverklaring van [aangeefster 2], de getuigenverklaring van [aangeefster 5] en de bekennende verklaring van verdachte.
Tot slot baseert zij het onder 5 ten laste gelegde op basis van de getuigenverklaring door [aangeefster 5], de aangifte door [verzorger van aangeefster 5], de getuigenverklaring van [aangeefster 4] en de getuigenverklaring van [aangeefster 2].
Standpunt van de verdediging
Namens verdachte is aangevoerd dat het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen kan worden, met dien verstande dat verdachte nooit geweld heeft gebruikt noch de aangeefsters heeft bedreigd.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde heeft de raadsman gepleit voor vrijspraak. De verklaringen van [aangeefster 4] en [aangeefster 5] lopen sterk uiteen. Dit tast de geloofwaardigheid van hun verklaringen over het vermeende seksuele binnendringen van
[aangeefster 5] aan, te meer nu het één en ander heeft moeten plaatsvinden in een zeer kort tijdsbestek. Het onder 5 ten laste gelegde is daarom niet overtuigend te bewijzen.
Beoordeling
De rechtbank heeft bij de beoordeling van de ten laste gelegde feiten acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Feit 1
- De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2013;
- Een proces-verbaal nummer PL01VG 201204838-13 d.d. 16 april 2012, opgenomen op pagina 90 tot en met 100 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van verhoor van getuige [aangeefster 1];
- Een proces-verbaal nummer PL01MD 2012024838-1 d.d. 17 juli 2012, opgenomen op pagina 109 tot en met 115 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van aangifte [moeder aangeefster 1];
- Een schriftelijk bescheid, te weten een medische verklaring met bijlagen met kenmerk TN12/Z002 d.d. 21 maart 2012 opgemaakt door drs. [forensisch arts], opgenomen op pagina 104 tot en met 108 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende letselbeschrijving bij [aangeefster 1];
Feit 2
- De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2013;
- Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012067935-3 d.d. 23 juli 2012, opgenomen op pagina 166 tot en met 182 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van verhoor van getuige [aangeefster 2];
- Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012067935-1 d.d. 16 juli 2012, opgenomen op pagina 160 tot en met 165 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van aangifte [vader aangeefster 2/3];
- Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012067935-4 d.d. 30 juli 2012, opgenomen op pagina 211 tot en met 218 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van getuige verhoor van [moeder aangeefster 2/3];
Feit 3
- De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2013;
- Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012076786-1 d.d. 6 augustus 2012, opgenomen op pagina 205 tot en met 210 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van aangifte [vader aangeefster 2/3];
- Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012067935-4 d.d. 30 juli 2012, opgenomen op pagina 211 tot en met 218 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van verhoor van getuige [moeder aangeefster 2/3];
- Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012067935-6 d.d. 31 juli 2012, opgenomen op pagina 219 tot en met 227 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van verhoor van getuige [aangeefster 3];
Feit 4
- De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2013;
- Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012067546-1 d.d. 16 juli 2012, opgenomen op pagina 116 tot en met 127 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van aangifte [moeder aangeefster 4];
- Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012067546-8 d.d. 23 juli 2012, opgenomen op pagina 128 tot en met 146 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van verhoor van getuige [aangeefster 4];
- Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012067546-9 d.d. 24 juli 2012, opgenomen op pagina 147 tot en met 159 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van verhoor van getuige [aangeefster 4];
Feit 5
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2013;
[aangeefster 5] en [aangeefster 4] zijn bij mij binnen geweest. [aangeefster 4] had ruzie met [aangeefster 2]. Die stond op dat moment aan mijn voordeur te bellen. Ik heb verteld dat ze beter achterlangs weg konden gaan.
Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012067927-7 d.d. 25 juli 2012, opgenomen op pagina 194 tot en met 204 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van getuige [aangeefster 5];
Ik ging een keer met mijn vriendin [aangeefster 4] naar een hele goede vriend.
We gingen wat drinken, ze was moe en ging op bed liggen. Ik ben bij haar gaan liggen en toen kwam [verdachte]. Hij ging haar zoenen en aan haar zitten en toen ging hij ook dingen bij mij doen.
Hij ging mijn broek uit doen en mijn onderbroek. Toen ging hij aan mijn geslachtsdeel zitten en toen ging hij mij vingeren.
Het vingeren duurde een paar seconden, minder dan een halve minuut.
Er kwam een vriendin van [aangeefster 4], ene [aangeefster 2] aan de deur en die begon te bonken. Dat was mijn redding. [aangeefster 4] zei dat ze weg moest en ik ging mee.
Waar gaat die vinger in? In het gaatje van mijn geslachtsdeel. Ongeveer een centimeter.
Het was ongeveer een maand geleden. Ik ben 1 keer bij [verdachte] geweest. Ik heb 1 keer seks gehad met [verdachte]. Als ze aan je geslachtsdeel of aan je borsten zitten is dat wel seks.
Hij heeft me wel gezoend. Dat deed hij tegelijk toen hij mij ging vingeren. Hij heeft gezoend in mijn mond. Hij ging tongzoenen. [verdachte] deed zijn tong bij mij in mijn mond. Ik heb niet laten blijken dat ik het vies vond.
Een proces-verbaal nummer PL01VG 2012067546-8 d.d. 23 juli 2012, opgenomen op pagina 128 tot en met 146 van het dossier nummer 2012024838, d.d. 4 september 2012, inhoudende proces-verbaal van getuige [aangeefster 4];
De tweede keer was met [aangeefster 5]. Daar zijn ook veel dingen mee gebeurd. [verdachte] kwam eraan. Hij duwde [aangeefster 5] liggend op bed en ging haar tongzoenen. Toen deed hij zijn hand in haar broek en ging haar vingeren.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Naar het oordeel van de rechtbank is het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Naast de verklaringen door [aangeefster 1], [aangeefster 2], [aangeefster 3] en
[aangeefster 4], heeft verdachte ook bekend dat hij seks heeft gehad met deze personen op de wijze zoals ten laste is gelegd. Ten aanzien van het aftrekken van verdachte is de rechtbank van oordeel dat deze handeling wel door [aangeefster 1], [aangeefster 3] en [aangeefster 4] bij verdachte is verricht, ondanks zijn ontkenning. De rechtbank baseert dit op hun eigen verklaringen en acht deze geloofwaardig. Met betrekking tot aangeefster [aangeefster 2] zal verdachte partieel worden vrijgesproken van het aftrekken, nu aangeefster [aangeefster 2] hier zelf ook niet over heeft verklaard.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het onder 5 ten laste gelegde het volgende. Op basis van de voornoemde verklaring van [aangeefster 5] en [aangeefster 4] in onderlinge samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat het onder 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden, ondanks de ontkenning door verdachte.
Verdachte heeft wel erkend dat [aangeefster 5] die bewuste dag in zijn huis is geweest. Voorts komen de verklaringen van [aangeefster 5], [aangeefster 4] en [aangeefster 2] over de gebeurtenissen en overige omstandigheden die aldaar in het huis van verdachte hebben plaatsgevonden sterk overeen. De rechtbank acht de verklaringen van [aangeefster 5], [aangeefster 4] en [aangeefster 2] dan ook geloofwaardig, ook met betrekking tot het seksueel misbruik door verdachte ten aanzien van [aangeefster 5].
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 25 februari 2012 tot en met 11 maart 2012 te Groningen en onderweg van Gieten naar Groningen (in zijn auto), met [aangeefster 1], geboren op … juni 1997, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 1], hebbende verdachte op verschillende data in die periode telkens
- zijn vingers en tong in de vagina van die [aangeefster 1] geduwd/gebracht en
- zijn tong in de mond van die [aangeefster 1] geduwd/gebracht en
- zich door die [aangeefster 1] laten aftrekken en
- de borsten van die [aangeefster 1] betast.
2.
hij in de periode van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012 te Groningen, met [aangeefster 2], geboren … juli 1998, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 2], hebbende verdachte op verschillende data in die periode telkens
- zijn penis en vingers en tong in de vagina van die [aangeefster 2] geduwd/gebracht en
- zijn tong in de mond van die [aangeefster 2] geduwd/gebracht en
- de borsten van die [aangeefster 2] betast.
3.
hij in de periode van ..oktober 2007 tot ..oktober 2011 te Groningen, met [aangeefster 3], geboren op … oktober 1995, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 3], hebbende verdachte op verschillende data in die periode telkens
- zijn penis en vingers en tong in de vagina van die [aangeefster 3] geduwd/gebracht en
- zijn penis en tong in de mond van die [aangeefster 3] geduwd/gebracht en
- zich door die [aangeefster 3] laten aftrekken en
- meermalen de borsten van die [aangeefster 3] betast.
4.
hij in de periode van 1 mei 2012 tot en met 15 juli 2012 te Groningen, met [aangeefster 4], geboren op …februari 2000, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 4], hebbende verdachte op verschillende data in de bovenvermelde periode telkens
- zijn penis en vingers en tong in de vagina van die [aangeefster 4] geduwd/gebracht en
- zijn penis en tong in de mond van die [aangeefster 4] geduwd/gebracht en
- zich door die [aangeefster 4] laten aftrekken en
- de borsten van die [aangeefster 4] betast.
5.
hij in de periode van 4 juni 2012 tot en met 30 juni 2012 te Groningen, met [aangeefster 5], geboren op ...juni 2000, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 5], hebbende verdachte
- zijn vingers in de vagina van die [aangeefster 5] geduwd/gebracht en
- zijn tong in de mond van die [aangeefster 5] geduwd/gebracht.
De rechtbank acht hetgeen onder 1, 2, 3, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het feit
Hetgeen de rechtbank bewezen acht levert de volgende strafbare feiten op:
1. Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
2. Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
3. Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
4. Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
5. Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 24 januari 2013 opgemaakt door dr. A.C. Beekman, arts in opleiding tot psychiater en dr. T.W.D.P. van Os, psychiater/psychoanalyticus en de psychologische onderzoeksrapportage d.d. 23 juli 2012 opgemaakt door drs. J. Buschman, Gz-psycholoog.
De rechtbank kan zich met de conclusies en de onderbouwing daarvan verenigen en neemt de conclusies over.
De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafoplegging
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte voor de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden als voormeld in het reclasseringsadvies.
Bij het bepalen van haar strafeis heeft de officier van justitie enerzijds rekening gehouden met de ernst van de feiten, de gevolgen voor de aangeefsters en hun nog jonge leeftijd. Verdachte heeft een inbreuk gemaakt op de fysieke en geestelijke integriteit van de aangeefsters ten behoeve van zijn eigen seksuele bevrediging. Anderzijds houdt zij rekening met de verminderde toerekenbaarheid, zoals naar voren komt in de voornoemde rapportages en het feit dat verdachte first offender is.
Standpunt van de verdediging
Namens verdachte is betoogd dat er rekening moet worden gehouden met de verstandelijke handicap en verminderde toerekenbaarheid aan verdachte. De eis van de officier van justitie is te hoog. De raadsman pleit voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, alsmede een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met voorwaarden als omschreven in de Pro Justitia rapportages en het reclasseringsadvies. Verdachte wil voldoen aan deze voorwaarden en werken aan zijn toekomst.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en aangaande zijn persoon opgemaakte rapportages, het hem betreffende uittreksel uit het justitiële documentatieregister, alsmede de vordering van de officier van justitie en hetgeen door de raadsman namens verdachte ter verdediging is aangevoerd.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een vijftal ernstige zedenmisdrijven. Verdachte heeft gedurende een langere periode seksuele gemeenschap gehad, onder meer bestaande uit orale en vaginale seks, met jonge meisjes in de leeftijd variërend van 12 tot 15 jaar. Verdachte heeft door zijn handelen niet alleen de fysieke integriteit van deze meisjes geschonden, maar ook psychische schade veroorzaakt enkel ter bevrediging van zijn eigen seksuele behoeftes. Het is een feit van algemene bekendheid dat de slachtoffers van dergelijk misbruik vaak nog lang nadien te kampen hebben met de psychische gevolgen van hetgeen hen is overkomen. Uit verschillende verklaringen van de meisjes en de ouders/verzorgers blijkt ook welke impact de seksuele handelingen door en met verdachte op deze nog jonge meisjes heeft gehad. Daar komt bij dat alle meisjes, gelet op hun persoonlijke voorgeschiedenis, kwetsbaar waren.
Anderzijds heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat verdachte first offender is. Daarnaast heeft de rechtbank, gelet op de inhoud van de voornoemde Pro Justitia rapportages en met de daaruit blijkende verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. De rechtbank zal hierbij tevens bepalen dat een gedeelte van deze straf voorwaardelijk wordt opgelegd met een proeftijd van 3 jaren en daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals gesteld in het reclasseringsadvies van 30 januari 2013.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Als benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd [aangeefster 2], wonende te Groningen met een vordering ten bedrage van € 750,00 aan immateriële schade ter zake van feit 2, alsmede [aangeefster 4] wonende te Groningen met een vordering ten bedrage van € 1.200,00 aan immateriële schade ter zake van feit 4.
De benadeelde partijen hebben schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van hun vorderingen en van de gronden waarop deze berusten.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vorderingen kunnen worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen.
Beoordeling
Naar het oordeel van de rechtbank is uit het onderzoek ter terechtzitting komen vast te staan dat de benadeelde partijen als gevolg van het onder 2 en 4 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade hebben geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schades gehouden zodat de vorderingen van respectievelijk € 750,-- en € 1.200,-- zullen worden toegewezen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen voornoemde geldbedragen ten behoeve van de benadeelde partijen aan de staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schades die door de strafbare feiten zijn toegebracht en het belang van de benadeelde partijen ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoedingen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f, 57 en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk voor het onder 1 ten laste gelegde voor zover dit betrekking heeft op de periode vanaf 14 oktober 2011.
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
- verklaart verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
- veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat van deze straf een gedeelte, groot 18 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde voor het einde van dan wel gedurende de proeftijd van 3 jaren één of meer voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde
- zich op uitnodiging zal melden bij de Reclassering Nederland, locatie Groningen en zich gedurende door de reclassering te Groningen bepaalde periode zal blijven melden zo frequent als reclassering te Groningen dat gedurende deze periode nodig acht; - zich ambulant zal laten behandelen bij de AFPN te Assen of vergelijkbare instelling in het forensisch circuit, gericht op mogelijke delictscenario’s, zijn eigen handelen, seksualiteit en relaties, en zich zal houden aan de behandeladviezen die hem in het kader van de behandeling door of namens die instelling/behandelaar zullen worden gegeven; - het wordt verboden contact te (laten) leggen met de aangeefsters en diens gezinnen zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 2], wonende te Groningen toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 750,-- (zegge: zevenhonderdenvijftig euro). Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 750,-- (zegge: zevenhonderdenvijftig euro) ten behoeve van het slachtoffer [aangeefster 2], wonende te Groningen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 750,-- ten behoeve van het slachtoffer, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd; heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 4], wonende te Groningen toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 1.200,-- (zegge: twaalfhonderd euro). Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 1.200,-- (zegge: twaalfhonderd euro) ten behoeve van het slachtoffer [aangeefster 4], wonende te Groningen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 22 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.200,-- ten behoeve van het slachtoffer, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd; heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. L.W. Janssen, voorzitter, F.J. Agema en G. Eelsing, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Mulder, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 maart 2013.