ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ2718

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
19.830089-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrijgen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal door verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 februari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De verdachte, geboren in 1988, werd ervan beschuldigd in de periode van 1 augustus 2008 tot en met 11 november 2010 in de gemeente Emmen meerdere afbeeldingen en films te hebben verworven en in bezit te hebben gehad, waarbij seksuele gedragingen zichtbaar waren van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank overwoog dat artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht is ingesteld om seksueel misbruik van jeugdigen te bestrijden en dat het in bezit hebben van dergelijke afbeeldingen ook strafbaar is gesteld om de exploitatie van dit misbruik tegen te gaan. De rechtbank achtte het zeer kwalijk dat door het verzamelen van kinderporno, de verdachte indirect bijdraagt aan het in stand houden van verwerpelijke praktijken die kinderen psychische schade kunnen toebrengen.

Bij de straftoemeting hield de rechtbank rekening met de openheid van de verdachte over zijn handelen, zijn erkenning van een probleem, en zijn motivatie om aan dit probleem te werken door zich onder behandeling van een psycholoog te stellen. Ook werd in aanmerking genomen dat er geruime tijd was verstreken sinds de aanvang van het opsporingsonderzoek en dat de verdachte slechts een beperkte hoeveelheid kinderpornografisch materiaal in bezit had. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, maar legde een werkstraf van 80 uren op, subsidiair 40 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren op. De rechtbank verklaarde niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders was tenlastegelegd en sprak hem daarvan vrij.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer: 19.830089-12
vonnis van de meervoudige strafkamer d.d. 26 februari 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
wonende te [adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 12 februari 2013.
De verdachte is verschenen.
De tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 11 november
2010 in de gemeente Emmen, in elk geval in Nederland, één of meermalen
(telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 7 foto's en/of 6 films
en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en),
- heeft verspreid en/of
- heeft aangeboden en/of
- heeft openlijk tentoon heeft gesteld en/of
- heeft vervaardigd en/of
- heeft ingevoerd en/of
- heeft doorgevoerd en/of
- heeft uitgevoerd en/of
- heeft verworven en/of
- in bezit heeft gehad en/of
heeft verdachte zich door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang tot die afbeelding(en)
verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar
was/waren, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een)
vinger(s) en/of de tong en/of een voorwerp) van het lichaam van een persoon
die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt door
zichzelf of door een andere persoon en/of van het lichaam van een andere
persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet
heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van geslachtsdelen en/of billen en/of borsten van
en/of door een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet
heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, waarbij die
persoon gekleed en/of opgemaakt is op een manier die niet past bij de
leeftijd van die persoon en/of in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en)
en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) poseert die niet passen/past bij
de leeftijd van die persoon en/of waarbij die persoon zich in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of waarbij door
het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden
van die persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk
de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden, en (waarbij) de
afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot
seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op/bij het lichaam van een persoon
die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt
en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (al
dan niet terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie
zichtbaar is), en (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte een gewoonte heeft gemaakt.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie mr. B. van der Burg acht van hetgeen is tenlastegelegd slechts wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de daar bedoelde kinderpornografische afbeeldingen “in bezit heeft gehad”, en vordert dat de rechtbank verdachte zal veroordelen tot een werkstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, en een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewijsmotivering
Nu verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij geen vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
- Het proces-verbaal van verbalisant [V1] , werkzaam als regiocoördinator kinderpornografie en zedenrechercheur bij bureau Zeden van de regiopolitie Gelderland-Midden, d.d. 19 oktober 2010, met bijlagen, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Op 22 juli 2010 kwam er een melding binnen bij de KLPD, afdeling Kinderpornografie, dat er bij het bedrijf [naam bedrijf], waar digitale foto’s geupload kunnen worden, kinderpornografische afbeeldingen waren geupload om afgedrukt te worden. Na onderzoek naar de klantgegevens van de besteller van de afdrukken kwam [medeverdachte] als verdachte naar voren. Op 4 augustus 2010 heeft een doorzoeking plaatsgevonden bij [medeverdachte]. Uit het onderzoek naar [medeverdachte] is gebleken dat [medeverdachte] in het bezit was van kinderpornografische afbeeldingen, videofragmenten en posters. Tevens is gebleken dat [medeverdachte] veelvuldig mailde en informatie uitwisselde met betrekking tot kinderpornografische afbeeldingen met andere personen. Eén van de personen waarmee [medeverdachte] veelvuldig mailde maakt gebruik van het e-mail adres: [@] Via de mail wisselden zij kinderpornografische afbeeldingen met elkaar uit en tevens hebben zij een keer afgesproken om elkaar te treffen in Emmen om kinderpornografische afbeeldingen uit te wisselen. In de mail van [@] wordt een telefoonnummer genoemd dat is te herleiden tot verdachte.
- Het proces-verbaal van de doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 12 november 2010 in de woning van verdachte, met bijlagen, inhoudende kort en zakelijk weergegeven:
Op 11 november 2010 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de (studenten)woning van verdachte aan de [adres], waarbij digitale gegevensdragers (waaronder een laptop, USB memorysticks en DVD’s) in beslag zijn genomen.
- Het proces-verbaal van bevindingen van de verbalisanten [V2], [V3] en [V4], werkzaam bij Shared Service Center-Noord, Divisie rechercheondersteuning, Unit Tactische expertise, Team Thematische expertise, taakgebied kinderporno, d.d. 20 juli 2011 , inhoudende kort en zakelijk weergegeven, dat zij de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers hebben onderzocht en dat verbalisanten hebben vastgesteld dat op het hen aangeboden materiaal in totaal 13 afbeeldingen voorkwamen die kinderpornografisch zijn. Het betreft 7 fotoafbeeldingen en 6 filmafbeeldingen.
- De bekennende verklaring van de verdachte bij de politie en ter terechtzitting, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven, dat hij sinds 2010 interesse heeft in kinderporno, dat hij op verschillende sites kinderpornografische afbeeldingen en filmpjes heeft bekeken en gedownload.
Hetgeen de rechtbank bewezen acht
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 augustus 2008 tot en met 11 november 2010 in de gemeente Emmen, afbeeldingen, te weten 7 foto's en 6 films in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar waren, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een)
vinger(s) en/of de tong en/of een voorwerp) van het lichaam van een persoon
die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt door
zichzelf of door een andere persoon en/of van het lichaam van een andere
persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet
heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van geslachtsdelen en/of billen en/of borsten van
en/of door een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet
heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, waarbij die
persoon gekleed en/of opgemaakt is op een manier die niet past bij de
leeftijd van die persoon en/of in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en)
en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) poseert die niet passen/past bij
de leeftijd van die persoon en/of waarbij die persoon zich in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of waarbij door
het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden
van die persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk
de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden, en (waarbij) de
afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot
seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op/bij het lichaam van een persoon
die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt
en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (al
dan niet terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie
zichtbaar is), en (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor hetgeen de rechtbank bewezen acht. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificatie
Het bewezen geachte levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven en in bezit hebben,
strafbaar gesteld bij artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Strafbaarheid
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straffen in aanmerking: de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, de eis van de officier van justitie, de oriëntatiepunten voor de straftoemeting, de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 22 januari 2013, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder ter zake van een soortgelijk misdrijf is veroordeeld, alsmede het over verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies d.d. 16 juli 2012 opgemaakt door [], reclasseringswerker.
De rechtbank heeft voorts in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht is in het leven geroepen om seksueel misbruik van jeugdigen met kracht te kunnen bestrijden. Dit is slechts mogelijk als ook de exploitatie van dergelijk misbruik wordt aangepakt. Om die reden heeft de wetgever niet slechts het vervaardigen en verspreiden van kinderporno strafbaar gesteld, maar ook het in het bezit hebben van dergelijke afbeeldingen. Door het verzamelen -downloaden- van kinderporno, is het verdachte, zij het indirect, mede toe te rekenen dat uiterst verwerpelijke praktijken, die plaatsvinden met kinderen van veelal (zeer) jonge leeftijd, in stand worden gehouden en bevorderd. Algemeen bekend is dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. De rechtbank acht dit zeer kwalijk.
Anderzijds zal de rechtbank er bij de straftoemeting rekening mee houden dat verdachte ter terechtzitting open is geweest over zijn handelen en zijn motieven, dat verdachte onderkent dat hij een probleem heeft, dat hij heeft aangegeven dat hij gemotiveerd is om aan zijn probleem te werken en dat hij zich daartoe reeds uit eigen beweging onder behandeling van een psycholoog heeft gesteld.
Voorts stelt de rechtbank vast dat geruime tijd is verstreken sinds de aanvang van het opsporingsonderzoek, de huiszoeking en inbeslagname bij verdachte, de aanhouding van verdachte en de terechtzitting van heden. Ook is van belang dat slechts bezit van een zeer beperkte hoeveelheid kinderpornografisch materiaal bewezen wordt geacht. Ook dat zal de rechtbank meewegen bij de strafoplegging.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een onvoorwaardelijke werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf zoals door de officier van justitie gevorderd, passend en geboden is.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot:
- een taakstraf bestaande uit 80 uren werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 40 dagen zal worden toegepast;
- een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, en mrs. O.J. Bosker en
E. Läkamp, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.D. Vermeer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 26 februari 2013.