ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ2411
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de wrakingskamer door verzoeker wegens vermeende partijdigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 19 februari 2013 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van mr. H.F.M. Struycken, namens verzoekers A en B. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de wrakingskamer, bestaande uit de rechters R.B.M. Keurentjes, L.H.A.M. Voncken en M.W. de Jonge. Verzoeker stelde dat de rechters niet in staat zouden zijn om een onafhankelijke beoordeling van het wrakingsverzoek te geven, en dat er sprake was van een misbruik van het wrakingsinstrument. De rechtbank overwoog dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de argumenten van verzoeker niet voldoende waren om aan te nemen dat er sprake was van een vooringenomenheid van de rechters. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en de rechtbank verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek. Tevens werd bepaald dat een eventueel toekomstig wrakingsverzoek op dezelfde gronden niet in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. C.H. Beuker.