Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 Eiser is directeur-grootaandeelhouder van de moedermaatschappij van [besloten vennootschap] (de BV). De BV heeft een kantoorruimte in eigendom, welke is gelegen op de begane grond van een flatgebouw in [vestigingsplaats]. In de kantoorruimte zijn werkplekken aanwezig en er is een ontvangstkamer. De BV heeft twee werkneemsters in dienst, die op vijf respectievelijk drie dagen per week werken. Eiser wordt aan de BV ter beschikking gesteld door de moedermaatschappij. Ten tijde van de zitting werd de huidige kantoorruimte van de BV te koop aangeboden.
1.2 Eiser heeft in 2008 een perceel grond gekocht met de bedoeling daarop een villa te bouwen. Reeds op dat moment had hij de intentie de BV in de villa te vestigen en een deel van de villa zakelijk te verhuren aan de BV. De bouw van de villa is vertraagd. Tijdens de zitting was de bouw nog niet gestart. Inmiddels heeft de Welstandscommissie goedkeuring gegeven voor verdere uitwerking van een ontwerp dat is gemaakt door een architect. Verder heeft eiser de eerste nota met gemeentelijke leges ontvangen.
1.3 In 2008 en 2009 zijn diverse voorbereidende werkzaamheden verricht, waaronder het aanleggen van een toegangsweg naar het perceel en het maken van een bouwtekening.
1.4 Nadat eiser zijn intentie om de villa gedeeltelijk aan de BV te gaan verhuren, had besproken met zijn belastingadviseur, heeft hij zich op advies van die gemachtigde bij de belastingdienst laten registreren als ondernemer voor de omzetbelasting. Dit is gebeurd op 4 januari 2011. In het aanmeldingsformulier geeft eiser op dat zijn onderneming is gestart op 19 november 2009. Eiser heeft zijn ondernemersactiviteiten omschreven als "het treffen van voorbereidingen voor de bouw en verhuur van onroerend goed."
1.5 Verweerder heeft op 10 januari 2011 twee aangiftebiljetten omzetbelasting uitgereikt, die betrekking hebben op de tijdvakken 19 november 2009 tot en met 31 december 2009 respectievelijk 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010. Bij de aangifte over het eerstgenoemde tijdvak heeft eiser om een teruggaaf van € 772 verzocht, over het laatstgenoemde tijdvak betreft het een teruggaafverzoek van € 3.789.
1.6 Op verzoek van verweerder heeft eiser de aan de teruggaafverzoeken ten grondslag liggende facturen overgelegd. Een factuur is gedateerd in 2008, een aantal is gedateerd in 2009, maar steeds voor 19 november van dat jaar, en een aantal facturen is gedateerd in 2010. De prestaties waarop de facturen betrekking hebben zijn:
- het verrichten van graafwerkzaamheden;
- de levering van vulzand en zwarte grond;
- het ontwerpen van de villa;
- de huur van een afvalcontainer;
- het verrichten van tekenwerk voor een landhuis door een architect.
1.7 Op tot de gedingstukken behorende tekening van de architect is een aantal ruimtes van de villa door middel van arcering aangemerkt als zakelijke gedeeltes. Het betreft een slaapkamer op de eerste verdieping die was bestemd als archiefruimte en een vertrek op de begane grond, bestemd als kantoor. Ter zitting heeft eiser aangegeven dat de plannen zijn gewijzigd en dat de archiefruimte zal worden gesitueerd boven het kantoor. In de ruimte op de verdieping zal ook een spreekkamer worden ingericht. Een interne rechtstreekse verbindingsmogelijkheid van deze als zakelijk bestemde gedeeltes door middel van een trap was ten tijde van de zitting nog in onderzoek.
1.8 Nadat de villa (inclusief de kantoorruimte) gereed is, zal de BV (zie 1.1) aldaar worden gevestigd. Eiser zal vanaf dat moment de onder 1.6 omschreven zakelijk ruimte gaan verhuren aan de BV. De onder 1.1 genoemde werkneemsters en eiser zullen vanaf dat moment hun werkzaamheden in of vanuit de villa verrichten. Voor het zetten van koffie en thee zal gebruik worden gemaakt van de privé keuken. Verder zal men het toilet tegenover het kantoor mogen gebruiken. Nabij de kantoorruimte is een zijdeur gesitueerd die mede bestemd is voor zakelijk gebruik. Verder zal het perceel worden ontsloten door twee toegangswegen, waarvan een is bestemd voor zakelijk verkeer.
1.9 Tussen eiser en de BV zijn nog geen afspraken gemaakt over de huur en de hoogte van de vergoeding. Eiser heeft ter zitting aangegeven dat de huur zakelijk en kostendekkend zal moeten zijn. Naar schatting bedraagt het aan de BV ter beschikking te stellen deel 13 procent van de villa.
1.10 Verweerder heeft bij een achttal makelaarskantoren navraag gedaan of zij in hun praktijk te maken hebben gehad met verhuur als bedrijfsruimte van inpandige ruimte bij een woning. Een dergelijke exploitatie was bij de benaderde makelaarskantoren niet bekend.