ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ2187

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
17/880298-12 VON
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksueel misbruik van een minderjarige en bezit van kinderporno

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 februari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel misbruik van een tienjarig meisje en het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De verdachte, geboren in 1961 en thans gedetineerd, werd bijgestaan door zijn advocaat mr. W. Boonstra. De tenlastelegging omvatte onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, dat op het moment van de feiten nog niet de leeftijd van twaalf jaren had bereikt, en het vervaardigen en in bezit hebben van afbeeldingen waarop seksuele gedragingen zichtbaar waren van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 maart 2012 tot en met 28 augustus 2012 meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer. De rechtbank heeft overwogen dat de aangetroffen virtuele kinderporno niet realistisch was en heeft de verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat de straf die door de officier van justitie was geëist, onvoldoende recht deed aan de ernst van de feiten. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van zes jaren en bijzondere voorwaarden van verplicht reclasseringstoezicht en behandeling voor zijn ziekelijke stoornis.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder was veroordeeld voor vergelijkbare feiten en dat er bij hem sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De rechtbank achtte het noodzakelijk om een langdurige gevangenisstraf op te leggen, met een voorwaardelijk gedeelte en de verplichting tot behandeling en begeleiding.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/880298-12
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 18 februari 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in P.I. Leeuwarden, te Leeuwarden, Holstmeerweg 7.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 4 februari 2013.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W. Boonstra, advocaat te Leeuwarden.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2012 tot en met 28 augustus 2012 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, (in elk geval) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, met [slachtoffer], geboren [geboortedatum] 2002, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte in voornoemde periode, (telkens)
- de (blote) borsten en/of (blote) vagina van die [slachtoffer] betast/gestreeld, althans aangeraakt en/of
- zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
- zijn verdachtes, geslachtdeel door die [slachtoffer] laten vastpakken/vasthouden;
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of waarbij hij heen en weer gaande bewegingen maakte met zijn penis en/of
-zijn tong in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
-zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of met zijn penis over de vagina van die [slachtoffer] gewreven;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2012 tot en met 5 september 2012 te Tzum en/of Leeuwarden in elk geval in Nederland, één of meermalen (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) in totaal 129 foto's en/of 3 films ( te weten één of meer computer(s) en/of telefoons en/of (een) harddisk(s) en/of (een) cd-rom(s) en/of (een) DVD('s) ) heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
-het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis
en/of
-het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (eventueel aanvullen met de mond/tong en/of
-het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of
-het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) in (een)(erotisch getinte) houding(en) poseert/poseren die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden en/of
-het masturberen boven/bij het lichaam/gezicht van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1. en 2. ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden waarvan tien maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van zes jaren;
- oplegging van de bijzondere voorwaarden van verplicht reclasseringstoezicht en een ambulante behandeling bij een forensische psychiatrische polikliniek.
Beoordeling van het bewijs
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde.
De rechtbank is - met de officier van justitie en de raadsman - van oordeel dat niet overtuigend bewezen kan worden dat verdachte met zijn penis in de vagina van [slachtoffer] is geweest. Verdachte zal derhalve van deze handelingen worden vrijgesproken.
De rechtbank past met betrekking tot het onder 1. ten laste gelegde feit de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 februari 2013;
2. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. [nummer], d.d. 10 december 2012, inhoudende de verklaring van [slachtoffer] (OPS-dossiernummer [nummer], pagina's 81, 84, 88 t/m 125);
3. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. [nummer], d.d. 12 december 2012, inhoudende de verklaring van verbalisanten (OPS-dossiernummer [nummer], pagina 17).
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde.
De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen1 die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde, het volgende vast.
Verdachte heeft zich op 28 augustus 2012 bij het politiebureau gemeld en hij verklaarde daar dat hij een tienjarig meisje, te weten [slachtoffer], seksueel had misbruikt.2 Ongeveer drie of vier maanden voordat hij zich meldde is hij begonnen met plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer], de dochter van zijn vriendin. Verdachte was woonachtig in Tzum, maar de ontuchtige handelingen vonden plaats in de woning van zijn vriendin in Leeuwarden. [slachtoffer] had op het moment van het plegen van de ontuchtige handelingen de leeftijd van tien jaar. Het is voorgekomen dat tijdens het plegen van deze ontuchtige handelingen verdachte of [slachtoffer] filmpjes maakten met de GSM van verdachte. Verdachte heeft in voornoemde periode ook foto's van [slachtoffer] gemaakt, terwijl ze opgemaakt was en alleen een onderbroekje droeg. Deze foto's heeft verdachte genomen met zijn fotocamera van het merk Sony.3
Er zijn vervolgens meerdere gegevensdragers in beslag genomen en door de politie is onder meer onderzoek verricht aan een GSM, merk Sony Ericsson, model Xperia, een losse harde schijf, merk Seagate en een fotocamera van het merk Sony.4 Na het veiligstellen van de aanwezige gegevens werd gezocht naar de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal. De resultaten van dit onderzoek zijn gerelateerd in een proces-verbaal van bevindingen.5
Ten aanzien van de foto's
Uit dit proces-verbaal blijkt dat door de politie honderd negenentwintig fotoafbeeldingen zijn geclassificeerd. Van deze geclassificeerde fotoafbeeldingen zijn er vijfentwintig naar de mening van de onderzoekers niet kinderpornografisch van aard. Door de onderzoekers zijn zevenenveertig foto's van [slachtoffer] aangetroffen. Het betreft foto's in een poserende houding of heimelijke foto's terwijl [slachtoffer] ligt te slapen. Voorts wordt gerelateerd dat virtuele afbeeldingen zijn aangetroffen waarop seksuele handelingen zichtbaar zijn waar kinderen in de leeftijdscategorie 6-14 jaar bij betrokken zijn. Als bijlage II bij het proces-verbaal van bevindingen is een collectiescan gevoegd. Deze collectiescan bevat een weergave van de in het in beslag genomen materiaal aangetroffen strafbare elementen. Dit betreft een totaalbeeld en geen beschrijving per foto of film. Als bijlage III bij het proces-verbaal is een overzicht van de aantallen (kinderpornografische) foto's bijgevoegd.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de in de bijlagen genoemde hoeveelheden afbeeldingen niet goed te rijmen zijn met de hoeveelheden genoemd in het proces-verbaal van bevindingen. In ieder geval is voor de rechtbank niet goed navolgbaar hoe men op de genoemde aantallen is uitgekomen.
Mede vanwege dit gebrek aan inzichtelijkheid heeft de rechtbank ter terechtzitting samen met de officier van justitie en de raadsman de bij het dossier behorende fotomap bekeken en geconstateerd dat in deze map afbeeldingen zijn opgenomen waaronder is vermeld op welke gegevensdrager deze zijn aangetroffen. De rechtbank heeft geconstateerd dat op veertien van deze foto's [slachtoffer] staat afgebeeld op een wijze die kan worden aangemerkt als pornografisch, te weten erotisch (poserende) houdingen, waarbij ze enkel gekleed was in een onderbroek en waarbij de borsten en billen nadrukkelijk in beeld zijn gebracht. Uit de fotomap blijkt dat deze foto's zijn aangetroffen op de GSM, Sony Ericsson, model Xperia.6
De overige foto's van [slachtoffer] die in de betreffende fotomap zijn opgenomen kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangemerkt als kinderpornografische afbeeldingen. Het gaat hier om foto's zonder evident erotisch karakter, waarbij niet specifiek bepaalde onderdelen van het lichaam in beeld zijn gebracht of als prikkelend bedoelde poses zijn aangenomen. Evenmin hebben deze foto's een zodanige relatie met de wel als kinderpornografie aan te merken foto's, dat gezegd zou kunnen worden dat zij deel uitmaken van een reeks waarin naar die foto's werd toegewerkt.
Met betrekking tot de virtuele kinderpornografische afbeeldingen die zich in de betreffende fotomap bevinden overweegt de rechtbank dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever met de toevoeging van het bestanddeel "schijnbaar is betrokken" het bereik van art. 240b Sr mede heeft willen uitbreiden tot virtuele kinderporno. De wetgever heeft de uitgebreide strafbaarstelling van virtuele kinderporno echter uitdrukkelijk willen beperken tot realistische afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij naar het schijnt echte kinderen zijn betrokken. Dat betekent dat het in bezit hebben van een afbeelding waaruit aanstonds blijkt dat het gaat om een afbeelding die niet realistisch is, niet onder reikwijdte van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht valt (Kamerstukken II 27745, nr. 6). De virtuele kinderpornografische afbeeldingen die in de fotomap zijn opgenomen zijn of cartoonesk van aard of betreffen duidelijke computer animatie en zijn derhalve evident niet realistisch. Deze afbeeldingen vallen niet onder het bereik van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht en zal de rechtbank zal verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Uit de stukken zou afgeleid kunnen worden dat er meer of andere kinderpornografische afbeeldingen in bezit van verdachte waren, maar de rechtbank heeft dit - bij gebrek aan inzichtelijkheid van de tabellen - niet met voldoende zekerheid kunnen vaststellen. De rechtbank zal verdachte derhalve van de overige ten laste gelegde foto's vrijspreken.
Ten aanzien van de films
In het proces-verbaal van bevindingen kinderporno-onderzoek wordt gerelateerd dat door de politie zestien filmafdelingen zijn geclassificeerd. Eén film voldeed aan de criteria voor kinderpornografie. De rechtbank heeft op basis van de hiervoor genoemde fotomap en het proces-verbaal geconstateerd dat deze film is aangetroffen op de harde schijf, merk Seagate7 die op 5 september 2012 in beslag is genomen in de woning van verdachte in Tzum.8 In de fotomap zijn zogenaamde stills van deze film opgenomen. Het betreft een zesluik van afbeeldingen van een minderjarig meisje met een ontbloot bovenlichaam, waarop te zien is dat het meisje met haar tong aan een voorwerp likt. Deze film heeft duidelijk een seksuele lading.9
Voorts wordt in het proces-verbaal van bevindingen kinderporno-onderzoek beschreven dat de overige aangetroffen films van zeer slechte belichting waren. Deze onduidelijke films zijn door een vakspecialist zichtbaarder gemaakt en op dvd gebrand. Op deze films was onder meer het geslachtsdeel van verdachte te zien en borsten en vagina van [slachtoffer] en zijn vervaardigd met de GSM van verdachte.10 Tevens was op de twee films te zien:
- dat de man die door het meisje met [verdachte] werd aangesproken, met zijn tong likte tussen de benen van het ontblootte onderlichaam van het filmende meisje;
- en dat het meisje, [slachtoffer], de man, [verdachte], masturbeerde.11
Deze films bevonden zich tijdens de aanhouding van verdachte op zijn GSM, merk Sony Ericson Xperia.12
De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte drie films in het bezit heeft gehad, waarvan hij twee films heeft vervaardigd.
Ten aanzien van het gewoonte maken
De rechtbank is - met de officier van justitie en de raadsman - van oordeel dat met name gelet op de betrekkelijk geringe hoeveelheid afbeeldingen en het relatief korte tijdsbestek waarin verdachte deze afbeeldingen heeft verkregen niet gezegd kan worden dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen dan wel het bezit van kinderporno. De rechtbank zal verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 maart 2012 tot en met 28 augustus 2012 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, in Nederland, meermalen, met [slachtoffer], geboren [geboortedatum] 2002, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte in voornoemde periode, telkens
- de blote borsten en blote vagina van die [slachtoffer] betast/gestreeld en
- zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en
- zijn verdachtes, geslachtdeel door die [slachtoffer] laten vastpakken/vasthouden en
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en waarbij hij heen en weer gaande bewegingen maakte met zijn penis en
- zijn tong in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en
- met zijn penis over de vagina van die [slachtoffer] gewreven;
2.
hij in de periode van 1 maart 2012 tot en met 5 september 2012 te Tzum en te Leeuwarden, gegevensdragers, bevattende afbeeldingen in totaal 14 foto's en 3 films, te weten een telefoon en een harddisk, in bezit heeft gehad en
dat hij in de periode van 1 maart 2012 tot en met 5 september 2012 te Leeuwarden afbeeldingen, te weten 14 foto's en 2 films heeft vervaardigd, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
-het betasten en aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de mond/tong en
-het betasten en aanraken van de geslachtsdelen van een persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de vinger(s)/hand en
-het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon in erotisch getinte houdingen poseert die niet bij haar leeftijd passen en waarna door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van deze persoon nadrukkelijk de (ontblote) borsten of billen in beeld gebracht worden.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1. met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
2. een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd en
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie, de psychologische rapportage d.d. 10 december 2012 en de psychiatrische rapportage d.d. 15 januari 2013;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van enkele maanden schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van de toen tienjarige dochter van zijn vriendin. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen en het in bezit hebben van kinderporno.
Het betreft voornamelijk foto's en films van zijn stiefdochter. De rechtbank tilt zwaar aan deze feiten. Door zijn handelen heeft verdachte enkel ter bevrediging van zijn eigen lustgevoelens op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. Het is aannemelijk dat zij voor de rest van haar leven is beschadigd door wat haar is aangedaan. Verdachte heeft ter terechtzitting weinig inzicht in zijn handelen kunnen geven en geen blijk gegeven van oprechte spijt.
Uit het strafblad blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld wegens het plegen van ontucht met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren. Een destijds opgelegde en ondergane behandeling heeft verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden opnieuw een soortgelijk feit te plegen.
De rechtbank heeft kennis genomen van de over verdachte uitgebrachte rapportages van een psycholoog en een psychiater. In deze rapportages wordt onder meer geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, te weten een pedofiele geaardheid van het niet-exclusieve type. Daarnaast is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, te weten een persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke en vermijdende trekken. Als gevolg daarvan kunnen de bewezen verklaarde feiten verdachte in verminderde mate worden toegerekend. De rechtbank neemt deze conclusies over. Door de deskundigen wordt de kans op herhaling op korte termijn als klein geschat, maar zonder adequate behandeling en begeleiding is op lange termijn de kans op herhaling groot. Geadviseerd wordt om een deels voorwaardelijke detentie op te leggen met een langdurige ambulante behandeling en begeleiding.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat in verband met de ernst van de feiten aan verdachte een langdurige gevangenisstraf opgelegd dient te worden. Deze straf is hoger dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat de door de officier van justitie gevorderde straf naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten. De rechtbank zal een gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen met daaraan de door de officier van justitie gevorderde voorwaarden. Omdat er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen zal de rechtbank de proeftijd op zes jaren vaststellen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 240b en 244 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot één jaar niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op zes jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden, dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden, dat de veroordeelde:
4. zich gedurende de proeftijd van zes jaren op de dagen en tijdstippen aan te geven door de reclasseringsinstelling bij Reclassering Nederland te Leeuwarden zal melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
5. zich gedurende de proeftijd van zes jaren op aanwijzing van de reclassering onder behandeling zal stellen van een forensische psychiatrische polikliniek op de tijden en plaatsen als door of namens die kliniek aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn ziekelijke stoornis, voor zolang de reclassering dit tijdens de proeftijd noodzakelijk acht.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. W.S. Sikkema en mr. C. Krijger, rechters, bijgestaan door G.T. Zandstra-Alkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 februari 2013.
Mr. C. Krijger is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
--------------------------------------------------------------------------------
1 De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer [nummer], gesloten op 12 december 2012.
2 Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 28 augustus 2012, pagina 157.
3 De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 februari 2013.
4 Het proces-verbaal d.d. 22 oktober 2012, pagina's 135-136.
5 Het proces-verbaal van bevindingen kinderporno-onderzoek d.d. 29 oktober 2012, pagina's 128-129.
6 Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 4 februari 2013.
7 Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 4 februari 2013, een proces-verbaal d.d. 22 oktober 2012, pagina's 135 en 136.
8 Een schriftelijk stuk, te weten een beslaglijst, pagina 10.
9 Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 4 februari 2013.
10 De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 februari 2013.
11 Een proces-verbaal van bevindingen kinderporno-onderzoek d.d. 29 oktober 2012, pagina 131.
12 Een schriftelijk stuk, te weten bijlage IIIa van het proces-verbaal van bevindingen kinderporno-onderzoek d.d. 29 oktober 2012, pagina 151 en een proces-verbaal d.d. 22 oktober 2012, pagina 135.