ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ0198
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Oplegging van gevangenisstraf en afwijzing ISD-maatregel voor veelpleger in drugszaken en openlijke geweldpleging
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 januari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan overtredingen van de Opiumwet en openlijke geweldpleging. De verdachte heeft in ruil voor een laptop twee bolletjes cocaïne verstrekt aan een onbekende man. Dit was niet de eerste keer dat de verdachte met justitie in aanraking kwam; hij had eerder al meerdere veroordelingen voor geweldsdelicten en drugsmisdrijven. Het openbaar ministerie vorderde een ISD-maatregel van twee jaar, maar de rechtbank volgde dit advies niet. De rechtbank oordeelde dat de frequentie en ernst van het criminele gedrag van de verdachte op dat moment niet voldoende waren om een ISD-maatregel op te leggen. Bovendien waren er twijfels over de naleving van de Richtlijn voor strafvordering bij veelplegers, waardoor de rechtbank de vordering van het openbaar ministerie afwees. In plaats daarvan legde de rechtbank een gevangenisstraf op van 240 dagen, waarvan 93 dagen voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde een gebiedsverbod voor de omgeving van de Weaze in Leeuwarden. De rechtbank benadrukte dat de verdachte een gevaar voor de volksgezondheid vormt door zijn betrokkenheid bij de drugshandel en dat zijn gedrag bijdraagt aan een crimineel circuit. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn licht verstandelijke beperking en eerdere mislukte hulpverleningstrajecten. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 14a, 14b, 14c, 14e, 57, 141 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.