ECLI:NL:RBNNE:2013:BY9089

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19-810319-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overval op juwelierszaak met geweld en bedreiging

Op 13 juli 2012 vond er een gewapende overval plaats op de juwelierszaak 'Mercurius Juweliers' in Assen. Twee mannen, waarvan één met een bivakmuts en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, bedreigden de juwelier en stalen horloges en sieraden. De verdachte werd later herkend op camerabeelden en zijn vingerafdruk werd aangetroffen op een batterij van de zaklamp die gebruikt was om de vitrines in te slaan. Tijdens een doorzoeking van zijn woning werden ook goederen aangetroffen die tijdens de overval waren gestolen, waaronder een gouden horloge en ringen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de overval en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 44 maanden. De rechtbank achtte de ernst van de feiten, de bedreiging van de slachtoffers en de impact op de samenleving zwaarwegend. De verdachte werd ook veroordeeld voor het voorhanden hebben van een gaspistool, wat een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid met zich meebracht. De rechtbank verklaarde het onder 3 tenlastegelegde niet bewezen en sprak de verdachte daarvan vrij.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer: 19/810319-12
Vonnis van de meervoudige strafkamer d.d. 22 januari 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
Verdachte,
geboren te (geboorteplaats) op (geboortedatum),
wonende op het adres (adres),
gedetineerd in het Huis van Bewaring "De Grittenborgh" te Hoogeveen.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek ter terechtzittingen heeft plaatsgehad op 8 januari 2013.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. R.J.J. Bosma, advocaat te Spier.
Het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. A.M. de Vries,
officier van justitie.
2. Tenlastelegging
Aan verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd dat
1.
hij op of omstreeks 13 juli 2012 te Assen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen horloges en/of (andere) sieraden, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (slachtoffer 1) en/of (slachtoffer 2),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen (slachtoffer 3) en/of (slachtoffer 2),
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- het (winkel)pand aan/nabij de Ceresstraat waarin die (slachtoffer 3) en/of
die (slachtoffer 2) aanwezig waren, zijn/is binnengegaan, waarbij het
gezicht/hoofd van verdachte en/of zijn mededaders(s) was voorzien van een
bivakmuts/capuchon, althans van enig voorwerp waardoor het zicht op hun/zijn
gezicht werd belet/bemoeilijkt en/of
- zichtbaar voor de (slachtoffer 3) een pistool/vuurwapen, althans een op een
pistool/vuurwapen gelijkend voorwerp, in de hand hebben/heeft gehouden en/of
(daarbij) dreigend tegen die (slachtoffer 3) hebben/heeft geroepen/gezegd:
"Overval, ga op de grond liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij in of omstreeks 13 juli 2012 te Assen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld (slachtoffer 1) en/of (slachtoffer 2) heeft gedwongen tot de afgifte van (een)
hoeveelhe(i)d(en) horloge(s) en/of siera(a)d(en), in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan (slachtoffer 1) en/of (slachtoffer 2), in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededaders(s)
- het (winkel)pand aan/nabij de Ceresstraat waarin die (slachtoffer 3) en/of
die (slachtoffer 2) aanwezig waren, zijn/is binnengegaan, waarbij het
gezicht/hoofd van verdachte en/of zijn mededaders(s) was voorzien van een
bivakmuts/capuchon, althans van enig voorwerp waardoor het zicht op hun/zijn
gezicht werd belet/bemoeilijkt en/of
- zichtbaar voor de (slachtoffer 3) een pistool/vuurwapen, althans een op een
pistool/vuurwapen gelijkend voorwerp, in de hand hebben/heeft gehouden en/of
(daarbij) dreigend tegen die (slachtoffer 3) hebben/heeft geroepen/gezegd:
"Overval, ga op de grond liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking;
althans, indien ook terzake van het laatstvermelde geen veroordeling mocht
volgen, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 13 juli 2012 tot en met 7 augustus 2012 te
Assen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, (een) hoeveelhe(i)d(en) horloge(s) en/of
siera(a)d(en) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die/dat horloge(s) en/of siera(a)d(en) en/of
(geld)bedrag wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat
het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2012 tot en met 7 augustus 2012 te
Assen een wapen van categorie III, te weten een (gas)pistool, voorhanden heeft
gehad;
3.
hij op of omstreeks 07 augustus 2012, te Assen, althans in Nederland, van een
voorwerp, te weten een geldbedrag (van ongeveer eur 1.400,--), de werkelijke
aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft
verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de
rechthebbende op dat geldbedrag was, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs
moest vermoeden, dat dat geldbedrag -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was
uit enig misdrijf.
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1. Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair tenlastegelegde kan worden bewezen. Ook de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten kunnen volgens de officier van justitie worden bewezen.
4.2. Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat niet bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 tenlastegelegde overval. Hij dient daarvan dus vrijgesproken te worden. Ook van de heling dient verdachte vrijgesproken te worden. Het onder 2 tenlastegelegde kan, gelet op de bekennende verklaring van verdachte, wel worden bewezen. Van het onder 3 tenlastegelegde dient verdachte vrijgesproken te worden.
4.3. Oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de in de voetnoten vermelde wettige bewijsmiddelen uit van de hierna genoemde feiten en omstandigheden.1
4.3.1. Ten aanzien van feit 1
Op 13 juli 2012 is de juwelierszaak "Mercurius Juweliers", gevestigd aan de Ceresstraat 44 te Assen, overvallen. Eigenaars van deze zaak zijn (slachtoffer 1) en (slachtoffer 2).2 Die dag waren (slachtoffer 2) en (slachtoffer 3) in de zaak aanwezig.3 Omstreeks 9.40 uur kwamen twee mannen de zaak binnen. Beide mannen droegen een capuchon over hun hoofd. De eerste man, NN1, trok bij binnenkomst een bivakmuts over zijn gezicht. In zijn hand had hij een op een vuurwapen gelijkend voorwerp.4 Hij liep op (slachtoffer 3), die zich achter de toonbank bevond, af en riep: "Overval, ga op de grond liggen". (Slachtoffer 3) is hierop op de grond gaan liggen.5 Gedurende de gehele overval werd hij door NN1 onder schot gehouden. De tweede man, NN2, rende direct na binnenkomst naar een vitrine voor in de winkel. In zijn hand had hij een zaklamp. Om zijn schouder droeg hij een grote zwarte tas met daarop een Nike teken. Met zijn zaklamp sloeg NN2 de vitrine in. Vervolgens pakte hij sieraden uit deze vitrine en stopte deze in zijn tas. Hierna rende hij naar een vitrine achter in de winkel. Ook deze sloeg hij kapot. Uit deze vitrine pakte hij sieraden, die hij in zijn tas stopte. Vervolgens pakte hij nogmaals iets uit de eerste vitrine. Hierna rende zowel NN1 als NN2 de zaak uit.6 Bij de overval zijn horloges en gouden sieraden weggenomen, waaronder een horloge met een leren band van het merk Breitling, een horloge van het merk Weda en een horloge van het merk Citizen.7
Camerabeelden
De beelden van de overval, afkomstig van de bewakingscamera van de juwelierszaak, werden intern onder politieambtenaren verspreid en op de website van de politie Drenthe geplaatst. Een politieambtenaar herkende verdachte als één van de overvallers. Een andere politieambtenaar verklaarde dat het gezicht van één van de overvallers hem sterk aan verdachte deed denken. Ook een medewerker van een jongerencentrum herkende verdachte als één van de overvallers.
De raadsvrouw heeft betoogd dat bovengenoemde herkenningen niet voor het bewijs gebruikt kunnen worden, omdat de camerabeelden hiervoor te onduidelijk zijn. De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende. Ter terechtzitting heeft de rechtbank bovengenoemde camerabeelden bekeken. Met de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat het gezicht van de overvaller niet zo duidelijk op de beelden zichtbaar is, dat hij op basis daarvan herkend zou kunnen worden. De rechtbank zal bovengenoemde herkenningen dan ook niet voor het bewijs gebruiken. De rechtbank heeft echter wel geconstateerd dat op basis van de beelden niet valt uit te sluiten dat verdachte één van de overvallers is.
Vingerafdruk verdachte op batterij zaklamp
Na de overal werd de zaklamp, die door NN2 was gebruikt om vitrines in te slaan, in de juwelierszaak op de vloer aangetroffen. Op één van de batterijen in deze zaklamp werd een vingerafdruk aangetroffen.8 Deze afdruk bleek identiek aan de vingerafdruk van verdachte.9
Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank geen redelijke uitleg gegeven voor het feit dat zijn vingerafdruk op deze batterij is aangetroffen. De mogelijke verklaringen die verdachte hiervoor heeft gegeven, acht de rechtbank dermate onaannemelijk, dat de rechtbank hieraan voorbij gaat.
Wema horloge en gouden ringen
Op 7 augustus 2012 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte. In de slaapkamer van verdachte werd een gouden horloge van het merk Wema aangetroffen. Voorts werden in de woning drie gouden ringen aangetroffen.10 (slachtoffer 3) herkende bovengenoemd horloge voor honderd procent als het horloge dat bij hen in de vitrine heeft gestaan en dat bij de overval is weggenomen. Hij verklaarde dat het een vrij uniek horloge is, dat zelden voorkomt. De band van het horloge was aangebracht om een gedeelte van een zogenaamde Prisma standaard. De horloges die tijdens de overval waren weggenomen stonden op eenzelfde standaard. Van twee van de drie bij verdachte aangetroffen gouden ringen kon (slachtoffer 3) met zekerheid zeggen dat dit gelijke ringen zijn als die tijdens de overval waren weggenomen. Van de derde gouden ring kon hij dit niet met zekerheid zeggen.11
De raadsvrouw heeft betoogd dat niet bewezen kan worden dat het bij verdachte aangetroffen horloge afkomstig is van "Mercurius Juweliers", aangezien het zich niet in dezelfde staat bevond als het bij de overval weggenomen horloge. Het bij verdachte aangetroffen horloge was namelijk beschadigd. Bovendien heeft verdachte verklaard dat hij het bij hem aangetroffen horloge van zijn oom had gekregen en al jaren in zijn bezit had. De rechtbank verwerpt dit verweer. Gelet op het feit dat bovengenoemd horloge vrij uniek is en door de juwelier voor honderd procent is herkend als het horloge dat bij hen in de vitrine heeft gestaan en het feit de band van het horloge zich om eenzelfde soort standaard bevond als waarop de horloges in de juwelierszaak stonden, acht de rechtbank bewezen dat het horloge dat verdachte op 7 augustus 2012 in zijn bezit had, bij de overval op 13 juli 2012 is weggenomen. De verklaring van verdachte dat hij het horloge van zijn oom had gekregen, acht de rechtbank gelet op het bovenstaande dan ook niet geloofwaardig. Dat het horloge zich niet in dezelfde staat bevond als toen het werd weggenomen, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders, omdat het niet ondenkbaar is dat de geconstateerde beschadigingen na de overval zijn ontstaan.
Breitling horloge
Op 1 augustus 2012 is er vanaf de vaste lijn van de woning van verdachte gebeld naar het telefoonnummer 06-27266172. In dit gesprek zegt de beller: " (...) en ik moet die dingen kwijt man die.. die.. harloges" en " (...) ik dacht jij komt voor die horloges (...)", waarop de persoon die gebeld wordt zegt: "voor die brei...." en "heb je nog die ene met die leren band". Hierop antwoord de beller met: "ja man".12 Verdachte heeft verklaard dat hij en zijn broer de enige mannelijke bewoners van de woning zijn.13 De verbalisant die bovengenoemd gesprek heeft beluisterd, heeft geconstateerd dat de stem van de beller zeker niet van de broer van verdachte was en dat deze zeer veel gelijkenis vertoont met de stem van verdachte.14 Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer 06-27266172 in gebruik was bij (betrokkene 1).15 (Betrokkene 1) heeft verklaard dat hij bovengenoemd telefoongesprek met verdachte heeft gevoerd en dat verdachte hem tijdens dit gesprek een horloge wilde verkopen. (Betrokkene 1) wist dat verdachte een Breitling horloge met een leren band had, omdat hij verdachte dit horloge een keer had zien dragen.16
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte bovengenoemd telefoongesprek heeft gevoerd. Uit dit tapgesprek, in combinatie met de verklaring van (betrokkene 1), leidt de rechtbank voorts af dat verdachte op 1 augustus 2012 in het bezit was van een horloge van het merk Breitling met een leren band en dat hij dit horloge te koop aanbod en kennelijk ook andere horloges kwijt moest.
Citizen horloge
(Betrokkene 1) droeg tijdens zijn aanhouding op 15 oktober 2012 een horloge van het merk Citizen. Dit horloge werd in beslag genomen en bleek na verificatie van het serienummer afkomstig te zijn uit de juwelierszaak "Mercurius Juweliers" en te zijn buitgemaakt bij de overval op 13 juli 2012.17 (Betrokkene 1) verklaarde dat verdachte hem dit horloge eind juli 2012 had gegeven.18
Anders dan de raadsvrouw ziet de rechtbank geen reden om de verklaring van (betrokkene 1) als onbetrouwbaar aan te merken. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte eind juli 2012 in het bezit is geweest van een Citizen horloge, dat bij de overval op de juwelierszaak "Mercurius Juweliers" was weggenomen.
Conclusie
Uit het bovenstaande volgt dat de vingerafdruk van verdachte zich bevond op een batterij in de zaklamp die tijdens de overval was gebruikt om vitrines in te slaan. Tevens heeft verdachte goederen in zijn bezit gehad die tijdens de overval waren weggenomen, terwijl verdachte voor het bezit daarvan geen aannemelijke verklaring heeft gegeven.
Op grond van al het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte zich op 13 juli 2012 schuldig heeft gemaakt aan de overval op juwelierszaak "Mercurius Juweliers". Het onder 1 primair tenlastegelegde kan dus worden bewezen.
4.3.2. Ten aanzien van feit 2
Op 7 augustus 2012 is tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte te Assen in de slaapkamer van de broer van verdachte een wapen aangetroffen.19 Uit onderzoek bleek dat het aangetroffen wapen een semi-automatisch gaspistool is en dat dit is aan te merken als een wapen van categorie III als bedoeld in de Wet wapens en munitie.20 Verdachte heeft op 8 augustus 2012 verklaard dat het gaspistool van hem is, dat hij dit sinds drie maanden in zijn bezit heeft en dat hij dit onder het matras van zijn broer had gestopt.21
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte bovengenoemd wapen in de periode van 1 mei 2012 tot en met 7 augustus 2012 voorhanden heeft gehad. Het onder 2 tenlastegelegde kan dus worden bewezen.
4.3.3. Ten aanzien van feit 3
Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte is in de slaapkamer van verdachte een geldbedrag van in totaal 1418,85 euro aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat dit geldbedrag van hem is en dat hij dit had gespaard van zijn uitkering, die tijdens een eerdere detentie niet was stopgezet. Volgens verdachte zou dit aan de hand van zijn bankafschriften kunnen worden aangetoond.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet bewezen kan worden dat bovengenoemd geldbedrag van misdrijf afkomstig is. Verdachte zal dan ook van het onder 3 tenlastegelegde worden vrijgesproken.
5. Vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen wat onder 3 is tenlastegelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
6. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de reeds genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte het hem onder 1 primair en het hem onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat
Ten aanzien van feit 1 primair
hij op 13 juli 2012 te Assen tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen horloges en sieraden, toebehorende aan (slachtoffer 1) en/of (slachtoffer 2), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen (slachtoffer 3), gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn medeverdachte
- het (winkel)pand aan de Ceresstraat, waarin die (slachtoffer 3) en die (slachtoffer 2) aanwezig waren, zijn binnengegaan, waarbij het gezicht/hoofd van verdachte en/of zijn medeverdachte was voorzien van een bivakmuts/capuchon, waardoor het zicht op hun gezicht werd bemoeilijkt en
- zichtbaar voor de (slachtoffer 3) een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de hand heeft gehouden en daarbij dreigend tegen die (slachtoffer 3) heeft geroepen:
"Overval, ga op de grond liggen".
Ten aanzien van feit 2
hij in de periode van 1 mei 2012 tot en met 7 augustus 2012 te Assen een wapen van categorie III, te weten een gaspistool, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
7. Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld in artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van feit 2
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
8. Strafbaarheid
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
Er is voorts geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
9. Strafoplegging
9.1. Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 44 maanden, met aftrek van voorarrest.
9.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
9.3. Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een overval op een juwelierszaak in Assen. Samen zijn zij, beiden met een capuchon over hun hoofd, de zaak binnengestormd. Eén van hen had tevens een bivakmuts op en had een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn hand. Met dit voorwerp hield hij gedurende de gehele overval de juwelier onder schot, terwijl de ander met een zaklamp de vitrines insloeg en daaruit horloges en sieraden pakte.
Verdachte en de medeverdachte hebben, puur uit het oogpunt van geldelijk gewin, een zeer bedreigende en angstaanjagende situatie gecreëerd voor de betrokkenen bij deze overval, met name voor (slachtoffer 3), die gedurende de overval onder schot werd gehouden. Daarnaast ontstaan door overvallen als deze gevoelens van onrust in de samenleving als geheel en worden de betrokken winkeliers financieel geraakt. Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur, temeer nu de ervaring leert, dat slachtoffers van dergelijke overvallen daarvan vaak een langdurige en ernstige psychische nasleep ondervinden.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een gaspistool. Het voorhanden hebben van wapens kan een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengen.
Hoewel de rechtbank een feit minder bewezen heeft verklaard dan door de officier van justitie is gevorderd, ziet de rechtbank gelet op de ernst van de overval en de omvang van de schade geen aanleiding om bij de straftoemeting af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd.
10.
Beslag
10.1. Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwerpen op de beslaglijst genoemd onder de nummers 1 en 10 verbeurd worden verklaard, dat de voorwerpen op de beslaglijst genoemd onder de nummers 3, 7, 11, 12 en 19 worden onttrokken aan het verkeerd, dat de voorwerpen op de beslaglijst genoemd onder de nummers 2, 4, 6, 13, 14, 20, 21 en 22 geretourneerd zullen worden aan verdachte en dat het horloge, op de beslaglijst genoemd onder nummer 5 en de twee ringen op de beslaglijst genoemd onder nummer 15, die door de juwelier als zijn eigendom zijn herkend, zullen worden teruggegeven aan de rechthebbende.
10.2. Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
10.3. Oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank acht het voorwerp op de beslaglijst genoemd onder nummer 1 vatbaar voor verbeurdverklaring, aangezien met behulp van dit voorwerp het onder 1 bewezen geachte is begaan.
Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, zal de rechtbank het onder nummer 10 op de beslaglijst genoemde geldbedrag niet verbeurd verklaren, aangezien verdachte van het onder 3 tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank acht het wapen op de beslaglijst genoemd onder nummer 19 vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot dit voorwerp het onder 2 bewezen geachte is begaan en het van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De rechtbank acht de munitie en de verdovende middelen op de beslaglijst genoemd onder de nummers 3, 7, 11 en 12 vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, aangezien deze voorwerpen zijn aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane misdrijf en deze voorwerpen van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Retour aan verdachte
De rechtbank zal bepalen dat de voorwerpen op de beslaglijst genoemd onder de nummers 2, 4, 6, 10, 13, 14, 20, 21 en 22 geretourneerd zullen worden aan verdachte, evenals één van de ringen op de beslaglijst genoemd onder nummer 15, die niet door de juwelier als zijn eigendom is herkend.
Retour aan juwelierszaak "Mercurius Juweliers"
De rechtbank zal bepalen dat het voorwerp op de beslaglijst genoemd onder nummer 5 en de twee ringen op de beslaglijst genoemd onder nummer 15, die door de juwelier als zijn eigendom zijn herkend, geretourneerd zullen worden aan juwelierszaak "Mercurius Juweliers".
11. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezen geachte.
12. Beslissing van de rechtbank
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
De rechtbank verklaart het onder 3 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
De rechtbank verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven is omschreven.
De rechtbank verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
De rechtbank stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld en verklaart de verdachte daarvoor strafbaar.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
44 maanden.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
De rechtbank verklaart verbeurd het navolgende in beslag genomen voorwerp:
1 1.00 STK Lamp Kl:zwart
MAGLITE D4
Handlamp 186706
De rechtbank verklaart onttrokken aan het verkeer de navolgende in beslag genomen voorwerpen:
3 4.00 STK Munitie
-
4 scherpe patronen
7 1.00 ZAK Verdovende Middelen
-
grote zak weed 190009
11 2.00 ZAK Verdovende Middelen
-
2 gripzakjes weed 190017
12 1.00 ZAK Verdovende Middelen
-
zakje met weed 190019
19 1.00 STK Wapen Kl:zilver
WALTHER
vuurwapen 190112
De rechtbank gelast de teruggave aan verdachte van de navolgende in beslag genomen voorwerpen:
2 1.00 PR schoenen Kl:wit
DUTCHY
Sportschoenen 189939
4 1.00 STK Jas Kl:blauw
CHASIN
donkerblauwe jas 190003
6 1.00 STK Kleding Kl:blauw
LOGG
kobalt blauwe trui 190007
10 1.00 STK Geld Euro
-
versch.biljetten en muntgeld 1418,85 19001
13 1.00 STK GSM
SAMSUNG
GSM 190146
15 1.00 STK Ring (te weten: de niet door de juwelier herkende ring)
-
gouden zegelringen 190164
14 2.00 STK Ring
-
zilveren ringen 190162
20 1.00 STK Kleding Kl:blauw
HEMA
kobalt blauwe trui 190113
21 1.00 STK Tas Kl:zwart
NIKE
sporttas met draagriem 193311
22 1.00 PR schoenen Kl:blauw
NIKE AIR
witte schoenen met blauwe accenten 193314
De rechtbank gelast de teruggave aan juwelierszaak "Mercurius Juweliers" van de navolgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen:
5 1.00 STK Horloge
WEMA
gouden heren horloge type chronograph 1900
15 2.00 STK Ring (te weten: de door de juwelier herkende ringen)
-
gouden zegelringen 190164
Dit vonnis is gewezen door
mr. B.I. Klaassens, voorzitter, mr. J.J. Schoemaker en mr. M.A.A. van Capelle, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.R. Starreveld, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 januari 2012.
1 Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2 Proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van (slachtoffer 1) (pag. 457 e.v.).
3 Proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van (slachtoffer 3) (pag. 483 e.v.) en een proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van (slachtoffer 2) (pag. 119 e.v.).
4 Proces-verbaal mbt de camerabeelden Mercurius juwelier, inhoudende de verklaring van verbalisant (pag. 161 e.v.), in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen (pag. 44).
5 Proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van (slachtoffer 3) (pag. 483 e.v.).
6 Proces-verbaal mbt de camerabeelden Mercurius juwelier, inhoudende de verklaring van verbalisant (pag. 161 e.v.).
7 Proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van (slachtoffer 1) (pag. 457 e.v.), met als bijlage een lijst van weggenomen goederen (pag. 461 e.v.).
8 Proces-verbaal van sporenonderzoek, inhoudende de verklaring van verbalisanten (pag. 236 e.v.).
9 Proces-verbaal identificatie nav dactyloscopische sporen, inhoudende de verklaring van verbalisant (pag. 240 e.v.).
10 Proces-verbaal van doorzoeking, inhoudende de verklaring van verbalisant (pag. 271 e.v.).
11 Proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de verklaring van (slachtoffer 3) (pag. 33 e.v.).
12 Proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de verklaring van verbalisant (pag. 60 e.v.), in combinatie met de aanvraag bevel ex art. 126m WvSv (pag. 783).
13 De verklaring die verdachte heeft afgelegd ter terechtzitting van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 8 januari 2013, zoals neergelegd in het proces-verbaal van die terechtzitting.
14 Proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de verklaring van verbalisant (pag. 65).
15 Proces-verbaal van bevindingen, inhoudende de verklaring van verbalisant (pag. 82 e.v.).
16 Proces-verbaal van verhoor verdachte, inhoudende de verklaring van (betrokkene 1) (pag. 444-445).
17 Proces-verbaal van relaas, inhoudende de verklaring van verbalisant (pag. 16) en een geschrift, zijnde een reparatienota.
18 Proces-verbaal van verhoor verdachte, inhoudende de verklaring van (betrokkene 1) (pag. 438).
19 Proces-verbaal van doorzoeking, inhoudende de verklaring van verbalisant (pag. 271 e.v.).
20 Proces-verbaal van onderzoek wapen, inhoudende de verklaring van verbalisant (pag. 498 e.v.).
21 Proces-verbaal van verhoor verdachte, inhoudende de verklaring van verdachte (pag. 390).
??
??
??
??
Parketnummer: 19/810319-12
Inzake: Verdachte
15
vonnis
1