ECLI:NL:RBNNE:2013:955

• Datum uitspraak: 1 februari 2013
• Publicatiedatum: 1 mei 2013
• Zaaknummer: 830307-12
• Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Eerste aanleg - meervoudig
• Rechters: B.I. Klaassens; J.J. Schoemaker; C.M.M. Oostdam
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Diefstal en diefstal door middel van valse sleutels met gevangenisstraf als gevolg

Op 1 februari 2013 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal en diefstal door middel van valse sleutels. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. R.J.J. Bosma, werd beschuldigd van het stelen van een pinpas van een klant van een garagebedrijf en het vervolgens gebruiken van deze pinpas voor onrechtmatige betalingen. De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: het wegnemen van de pinpas op 16 oktober 2012 en het stelen van geldbedragen met behulp van deze pinpas. De officier van justitie, mr. G. Wilbrink, eiste een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, met verlengingen van proeftijden voor eerdere veroordelingen.

Tijdens de zitting op 18 januari 2013 heeft de rechtbank vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangever, de afschrijvingen van de bankrekening van de aangever, en de herkenning van de verdachte door verbalisanten als bewijsstukken overwogen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 92 dagen, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

Daarnaast heeft de rechtbank de vorderingen tot verlenging van proeftijden van eerdere veroordelingen toegewezen en de bijzondere voorwaarden voor de verdachte gewijzigd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij mr. Oostdam buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Assen

Parketnummers: 19/830307-12

19/24.001244-11 (vord. na vv) en 19/700426-11 (vord. na vv)

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 01 februari 2013 in de zaken van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

wonende te [woonplaats], thans verblijvende in P.I. [naam P.I.].

Het onderzoek ter terechtzitting heeft inhoudelijk plaatsgehad op 18 januari 2013.

De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. R.J.J. Bosma, advocaat te Spier.

Tenlastelegging

De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat

1.

hij op of omstreeks 16 oktober 2012 te Assen, met het oogmerk van

wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto staande bij garagebedrijf

[naam bedrijf] aan/nabij de [straatnaam], heeft weggenomen een pinpas van de

ABN Amro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer],

in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;

2.

hij op verschillende tijdstippen, althans op een tijdstip in of omstreeks

16 oktober 2012 te Assen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van

wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen bij

• ING bank Assen (250,-- euro) en/of
• Bruna Marsdijk (56,20 euro) en/of
• Jumbo Assen (in totaal 606,48 euro)) en/of
• Esso Overcingellaan (89,93 euro) en/of
• Datta Shivam Collect (55,98 euro)
• Coach Assen (239,90 euro)

(in totaal 1585,69 euro)

althans een of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele

toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan

verdachte, waarbij verdachte (telkens) het/de weg te nemen geldbedra(gen),

althans goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse

sleutel (te weten een gestolen pinpas van [slachtoffer]);

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie mr. G. Wilbrink acht hetgeen onder 1. en 2. is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:

• een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
• ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer: 19.700426-11: verlenging van de proeftijd met één jaar;
• ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer: 19/24.001244-11: verlenging van de proeftijd met één jaar, alsmede wijziging van de bijzondere voorwaarde inhoudende Elektronisch Toezicht en deelname aan het ITB-Harde Kerntraject.

De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Bewijsmotivering

Nu verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsvrouw vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank volstaan met onderstaande opgave van bewijsmiddelen:

- de verklaring van aangever [slachtoffer] ^[1] ;

- een overzicht afschrijvingen ABN-AMRO rekening ten name van aangever ^[2] ;

- de herkenning van verdachte door verbalisanten van beeldmateriaal ^[3] ;

- de ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte.

Hetgeen de rechtbank bewezen acht

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1. en 2. tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.

hij op 16 oktober 2012 te Assen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto staande bij garagebedrijf [naam bedrijf] aan de [straatnaam], heeft weggenomen een pinpas van de ABN Amro, toebehorende aan [slachtoffer];

2.

hij op verschillende tijdstippen op 16 oktober 2012 te Assen, telkens met het oogmerk van

wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen bij

• ING bank Assen (250,-- euro) en
• Bruna Marsdijk (56,20 euro) en
• Jumbo Assen (in totaal 606,48 euro) en
• Esso Overcingellaan (89,93 euro) en
• Datta Shivam Collect (55,98 euro) en
• Coach Assen (239,90 euro)

(in totaal 1298,49)

toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte telkens het weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een gestolen pinpas van [slachtoffer]).

De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor hetgeen de rechtbank bewezen acht.

De verdachte zal van het onder 1. en 2. meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Kwalificatie

Het bewezen geachte levert op:

1.

diefstal,

strafbaar gesteld bij artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.

2.

diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd,

telkens strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.

Strafbaarheid

De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.

Strafmotivering

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte.

De rechtbank houdt bij de strafoplegging voorts rekening met de eis van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 21 december 2012, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van vermogensmisdrijven is veroordeeld, de omtrent verdachte opgemaakte voorlichtingsrapportage en de ter terechtzitting afgelegde verklaringen van de deskundigen, de heer [naam 1] (coach en begeleider van verdachte) en de heer [naam 2] (van de jeugreclassering van de William Schrikker Groep).

Verdachte heeft tijdens zijn werk bij een garagebedrijf een pinpas (met pincode) van een klant (aangever) weggenomen. Daarna heeft hij door middel van deze gestolen pinpas pinbetalingen gedaan.

De rechtbank rekent verdachte deze diefstallen in hoge mate aan, nu hij het vertrouwen van zijn werkgever heeft beschaamd (feit 1) en hij deze diefstallen heeft gepleegd terwijl hij in twee proeftijden liep.

De rechtbank is op grond van de ernst van de feiten, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een gevangenisstraf -voor na te melden duur- geboden is en recht doet aan de feiten.

Vorderingen tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordelingen onder parketnummers 19.700426-11 en 19/24.001244-11

De rechtbank acht met de officier van justitie en de raadsvrouw van verdachte aangewezen, gelet op de -buiten de thans bewezenverklaarde strafbare feiten- positieve ontwikkelingen bij verdachte zoals door voornoemde deskundigen [naam 1] en [naam 2] ter zitting zijn aangegeven, dat de bij nader te noemen vonnis van de rechtbank te Assen en van het arrest van het gerechtshof te Leeuwarden bepaalde proeftijden met één jaar behoren te worden verlengd.

De rechtbank zal daarnaast de bij voormeld arrest gestelde bijzondere voorwaarden wijzigen in die zin dat verdachte (wederom) het behandeltraject in het kader van ITB Harde Kern voor de duur van maximaal 6 maanden zal volgen en zich onder Elektronisch Toezicht zal stellen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14g, 27, 57 en 77cc van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing van de rechtbank

De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1. en 2. tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.

De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1. en 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot

- een
gevangenisstraf voor de duur van 92 dagen.

De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.

De rechtbank heft op de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van 08 februari 2013.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19.700426-11

De rechtbank verlengt de bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank te Assen, d.d. 03 januari 2012, bepaalde proeftijd met één jaar.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19/24.001244-11

De rechtbank verlengt de bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden, d.d. 09 december 2011, bepaalde proeftijd met één jaar en wijzigt de bij dit arrest gestelde bijzondere voorwaarde in die zin dat het Jeugdreclasseringstoezicht mede inhoudt dat verdachte wederom het behandeltraject in het kader van ITB Harde Kern voor de duur van maximaal 6 maanden zal volgen en dat hij zich tevens onder Elektronisch Toezicht zal stellen.

Dit vonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter en tevens kinderrechter, en mr. J.J. Schoemaker en mr. C.M.M. Oostdam, rechters, in tegenwoordigheid van J. Hoogeveen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 01 februari 2013, zijnde mr. Oostdam buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.