Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
beschikking van de kinderrechter d.d. 20 februari 2013
ondertoezichtstelling
Procesverloop
Motivering
Beslissing
fn: 626)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 20 februari 2013 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling van een ongeboren minderjarige. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, die zijn onderzoeksrapportage heeft overgelegd. Tijdens de zitting, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn de betrokkenen gehoord, waaronder de ouders van de ongeboren minderjarige en hun advocaat, mr. H.M. Bakker. Ook was de beoogd gezinsvoogd, de heer C. van der Meulen, aanwezig.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat alle betrokkenen instemden met het verzoek tot ondertoezichtstelling. Op basis van de overgelegde bescheiden en de verklaringen van de aanwezigen, concludeerde de kinderrechter dat de gronden voor ondertoezichtstelling, zoals genoemd in artikel 1:254 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, aanwezig zijn. De kinderrechter heeft vervolgens besloten om de ongeboren minderjarige voor de duur van een jaar onder toezicht te stellen van de Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland te Leeuwarden. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en kan binnen drie maanden worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De ouders zijn geïnformeerd over de verplichting om een advocaat in te schakelen voor het instellen van hoger beroep. De griffier heeft de ouders ook voorzien van hun adres- en woonplaatsgegevens, wat van belang is voor de verdere procedure.