Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De feiten:
2.Het geschil en de beoordeling daarvan:
fn: 19)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 18 december 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende de wijziging van partneralimentatie. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Oosterhof, heeft verzocht om wijziging van de alimentatieverplichting die voortvloeit uit een convenant van 18 juni 2007, waarin de alimentatie was vastgesteld op € 750,-- per maand. De man stelt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, waardoor de vrouw in staat zou zijn om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Pieters, betwist deze stelling en stelt dat zij nog steeds afhankelijk is van de alimentatie.
De rechtbank heeft de feiten vastgesteld, waaronder de beëindiging van het geregistreerd partnerschap op 18 juni 2007 en de afspraken die in het convenant zijn vastgelegd. De man heeft aangevoerd dat de vrouw voldoende inkomen heeft uit verschillende bronnen, waaronder een WW-uitkering en inkomsten uit arbeid, en dat zij in staat is om zelf in haar levensonderhoud te voorzien. De vrouw heeft echter betoogd dat zij niet in staat is om een vaste werkkring te vinden en dat haar financiële situatie niet is verbeterd.
Na beoordeling van de argumenten van beide partijen heeft de rechtbank geoordeeld dat er inderdaad sprake is van gewijzigde omstandigheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw nu in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien, en heeft daarom het verzoek van de man om de alimentatie op nihil te stellen toegewezen. De wijziging gaat in met ingang van de datum van de beschikking, om te voorkomen dat de vrouw geconfronteerd wordt met een terugbetalingsplicht voor teveel ontvangen alimentatie. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is gegeven te Leeuwarden en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.