ECLI:NL:RBNNE:2013:8294
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding en onrechtmatige daad in het kader van een vervoersovereenkomst en retentierecht
In deze zaak heeft de kantonrechter op 17 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap, hierna aangeduid als [naam eiseres], en een vennootschap onder firma, aangeduid als [gedaagdexxxxx]. De eiseres vorderde schadevergoeding van de gedaagde op grond van onrechtmatige daad, omdat de gedaagde een trailer onder zich had gehouden die volgens eiseres in eigendom toebehoorde aan haar. De gedaagde had in 2008 een vervoerovereenkomst gesloten met een dochtervennootschap van eiseres, waarbij zij zich had verbonden om handelsgoederen te vervoeren. De gedaagde had een trailer van de dochtervennootschap geleend, maar had de facturen voor het vervoer onbetaald gelaten. Eiseres stelde dat de gedaagde de trailer had verduisterd en vorderde schadevergoeding voor de huur van de trailer en andere kosten.
De kantonrechter overwoog dat eiseres niet had aangetoond dat er een huurovereenkomst was gesloten tussen partijen, en dat de gedaagde zich op goede gronden op haar retentierecht had beroepen. De vordering van eiseres werd afgewezen, omdat er geen schade was aangetoond en de gedaagde niet onrechtmatig had gehandeld. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder een retentierecht kan worden ingeroepen en de noodzaak voor eiseres om haar schade te onderbouwen.
De kantonrechter concludeerde dat de vordering van eiseres niet voor toewijzing vatbaar was en dat de kosten van het geding voor rekening van eiseres kwamen. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.