2.het ambtsedig opgemaakte proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee, District Noord-Oost, Brigade Oostgrens-Noord, parketnummer 19/810393-12, Onderzoek Zwartemeer, d.d. 25 januari 2013, opgemaakt door M. Tamminga, wachtmeester der 1e klasse, Brigade Oostgrens-Noord, afdeling recherche, met bijlagen, onder meer inhoudende:
a.het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van de Koninklijke Marechaussee, District Noord-Oost, Brigade Oostgrens-Noord, proces-verbaalnummer 28-059367, d.d. 11 oktober 2012, opgemaakt door J. Molenhuis, wachtmeester der 1e klasse, houdende de eigen waarneming, wetenschap en bevinding van de verbalisant (pagina’s 72 en 73):
Op maandag 10 september 2012 was ik, verbalisant, samen met Martin LAMPEN, kommissar der Bundespolizei, werkzaam bij het Grensoverschrijdend Politie Team (GPT) te Bad Nieuweschans, en George Pilotek, hauptmeister der Bundespolizei en werkzaam in dienstgroep 1 te Bundespolizeirevier Bunde (0), om 18:29 uur op parkeerplaats 'Bunderneuland', gelegen aan de Duitse Autobahn 280, nabij de gemeenschappelijke landsgrens met Nederland. Vervolgens zag ik, verbalisant, dat een touringcar van firma 'Eurolines' met Duits kenteken FD-T393 de parkeerplaats voornoemd opreed nadat deze zojuist de gemeenschappelijke landsgrens vanuit Nederland in Duitse richting had gepasseerd. Hierop heeft George Pilotek voornoemd de touringcar voornoemd doen stilhouden teneinde de inzittenden conform het Duitse recht staande te houden en te controleren op identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie. Voorts zag ik, verbalisant, dat George Pilotek voornoemd omstreeks 18:30 uur een vrouwelijke inzittende van de touringcar voornoemd staande hield. Desgevraagd gaf zij aan dat zij niet in het bezit was van een geldig, grensoverschrijdend identificatiedocument. Ik, verbalisant, zag dat zij dit aangaf met behulp van gebaren aangezien zij geen West-Europese taal machtig was. Verder hield George Pilotek voornoemd een mannelijke inzittende van de touringcar voornoemd staande, welke enkele rijen achter de vrouwelijke inzittende zat. Desgevraagd toonde en overhandigde hij een geldig, op naam staand, Spaans vreemdelingenpaspoort voorzien van goed gelijkende foto met nummer DVP000526. Middels dit document gaf hij op te zijn:
Naam : [man B]
Voornaam :[naam]
Geboortedatum: 03-03-1970
Geboorteplaats: Mogadishu
Nationaliteit : Somalische
Daarbij overhandigde [man B] voornoemd tijdens deze staandehouding ook een op zijn naam staand Eurolines-ticket voorzien van eindbestemming 'Oslo', ticketnummer 1966907 en referentienummer 507058. Vervolgens is de vrouwelijke inzittende voornoemd overgebracht naar de Bundespolizeirevier te Bunde (0) ter onderzoek identiteit. Aldaar gaf de vrouwelijke inzittende middels telefonische tussenkomst van een Somalische tolk op te zijn:
Naam : [een vrouw]
Geboortedatum: XX-XX-1996
Geboorteplaats: Mogadishu
Nationaliteit : Somalische
Verder zag ik, verbalisant, dat [die vrouw] voornoemd tijdens de identiteitsfouillering door George Pilotek voornoemd een Eurolines-ticket overhandigde. Dit ticket stond op naam van [verdachte] en was verder voorzien van eindbestemming 'Oslo', ticketnummer 1966908 en referentienummer 507059. Voorts viel het mij, verbalisant, tijdens de controle voornoemd op dat [man B] voornoemd en[die vrouw]voornoemd voor wat betreft de Eurolines-tickets zowel opeenvolgende ticketnummers als opeenvolgende referentienummers hadden. Ik, verbalisant, hoorde dat [man B] voornoemd verklaarde dat hij [die vrouw]voornoemd op de instapplaats in Amsterdam had geholpen om bij de juiste bushalte te komen. Dit had hij gedaan omdat hij had gezien dat[die vrouw] voornoemd niet bekend was aldaar. Daarbij verklaarde hij dat hij haar had begeleid naar haar zitplaats in de touringcar voornoemd. Verder hoorde ik, verbalisant, dat zij verklaarde dat haar Eurolines-ticket in Amsterdam door [die vrouw]was betaald en dat deze [die vrouw] in Amsterdam was achtergebleven.
b.het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van de Koninklijke Marechaussee, District Noord-Oost, Brigade Oostgrens-Noord, proces-verbaalnummer PL27NN/12-066073, d.d. 11 september 2012, opgemaakt door M. Tamminga en J. van Haalen, beiden wachtmeester der 1e klasse der Koninklijke Marechaussee, District Noord-Oost, houdt zakelijk weergegeven onder meer in:
als op dinsdag 11 september 2012 aan de verbalisanten afgelegde verklaring van
de getuige, [een vrouw](pagina’s 93 t/m 99):
V: U bent gisteren in Duitsland door de Duitse politie staande gehouden. Wat kunt u daarover vertellen?
A: Mijn doel was gesmokkeld te worden naar Noorwegen, de reisagent was geregeld door mijn oma. De reisagent zei tegen mij deze bus gaat naar Noorwegen. Ik weet verder niets over de reisagent, dat is door mijn oma geregeld. Ik kwam van Amsterdam en wilde naar Noorwegen. Ik wilde daar asiel aanvragen. De reisagent zou contact opnemen met de mensen in Noorwegen om te vertellen dat ik een vrouw ben en hoe ik gekleed was.
Ik ben met de reisagent vanuit huis vertrokken naar de bus. De reisagent heeft alles voor mij geregeld. De reisagent heeft de ticket voor mij gekocht en betaald.
[verdachte] is de naam van de reisagent. Ik ben gesmokkeld door een andere man vanuit Jemen, in Nederland heb ik deze reisagent ontmoet, hij stelde zich voor als Habib.
Tot gisteren was ik in een woning.[verdachte] kwam mij wel eten brengen maar dan ging hij weer weg. Dat was in een flat op de vijfde verdieping. Ik had geen sleutel en ik ben niet buiten geweest. [verdachte] heeft mij verteld dat ik binnen moest blijven.
c.het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van de Koninklijke Marechaussee, District Noord-Oost, Brigade Oostgrens-Noord, proces-verbaalnummer 28-064718, d.d. 16 november 2012, opgemaakt door K. Rollema en J. van Haalens, beiden wachtmeester der 1e klasse der Koninklijke Marechaussee, District Noord-Oost, houdt zakelijk weergegeven onder meer in:
als op vrijdag 16 november 2012 aan de verbalisanten afgelegde verklaring van
de getuige, [een vrouw](pagina’s 159 t/m 163):
Mijn ware identiteit is [een vrouw]. Ik ben geboren in Mogadishu, Somalië. Ik heb de Somalische nationaliteit.
[verdachte] heeft me opgehaald. [verdachte] heeft mij meegenomen naar zijn huis. Ik was met hem alleen in zijn huis. Hij heeft me gezegd dat ik verder moest reizen naar Noorwegen en daar asiel moest aanvragen.