Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 13 november 2013
[de vrouw],
[de man],
Procesverloop
Motivering
Beslissing
- in de voorjaarvakantie 2014 van donderdag 10.00 uur tot zondag 19.00 uur;
fn: 458)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 13 november 2013 uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende het gezag en de omgang van minderjarigen. De vrouw en de man, beiden vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben hun standpunten gepresenteerd tijdens een zitting op 24 oktober 2013. De rechtbank heeft in eerdere beschikkingen voorlopige omgangsregelingen vastgesteld, die in de praktijk goed bleken te functioneren. De man verzocht om uitbreiding van de omgangsregeling, terwijl de vrouw voorstelde om de omgang geleidelijk uit te breiden. De raad voor de kinderbescherming adviseerde om de omgang rustig op te bouwen in het belang van de minderjarigen.
De rechtbank heeft de voorlopige omgangsregeling als definitieve regeling vastgesteld, waarbij de minderjarigen met een opbouwregeling de helft van de vakanties en feestdagen bij de man zullen verblijven. Daarnaast heeft de man verzocht om gezamenlijk gezag over de minderjarigen, maar de vrouw heeft hiertegen verweer gevoerd. De raad heeft aangegeven dat gezamenlijk gezag het uitgangspunt moet zijn, mits partijen in staat zijn om constructief met elkaar te overleggen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verhouding tussen de ouders zeer slecht is en dat zij niet in staat zijn om op een constructieve wijze samen te werken. Er is een onaanvaardbaar risico dat de minderjarigen klem of verloren raken tussen de ouders. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het verzoek van de man tot gezamenlijk gezag afgewezen. De rechtbank heeft de omgangsregeling vastgesteld en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beschikking kan binnen drie maanden in hoger beroep worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.