ECLI:NL:RBNNE:2013:7363

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 november 2013
Publicatiedatum
28 november 2013
Zaaknummer
K L 414872 - CV EXPL 12-9412 (E)
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid notaris voor schade door rechtsbijstandskosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 26 november 2013 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiseres [Y] en gedaagde [X], een notaris. Eiseres heeft de notaris aansprakelijk gesteld voor schade die zij zou hebben geleden in verband met gemaakte kosten voor rechtsbijstand. De procedure volgde op een tussenvonnis van 17 september 2013, waarin de kantonrechter had overwogen dat eiseres nader diende te onderbouwen dat zij daadwerkelijk schade had geleden, nu gedaagde betwistte dat eiseres deze kosten zelf had betaald. Eiseres stelde dat zij € 25.000,- aan kosten had gemaakt bij TRIP Advocaten, maar de kantonrechter oordeelde dat zij onvoldoende bewijs had geleverd dat deze kosten daadwerkelijk door haar waren betaald. De kantonrechter merkte op dat eiseres een rechtsbijstandverzekering bij DAS had en dat het voor haar voor de hand lag om deze verzekering in te schakelen voor de vergoeding van de kosten. Eiseres had echter geen bewijs van betaling overgelegd, zoals bankafschriften of bevestigingen van TRIP Advocaten, waaruit zou blijken dat zij de kosten zelf had voldaan. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van eiseres moest worden afgewezen, omdat niet was aangetoond dat de gemaakte kosten voor haar rekening kwamen. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op € 1.000,00 werden vastgesteld, vermeerderd met wettelijke rente en nakosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 414872 \ CV EXPL 12-9412

vonnis van de kantonrechter d.d. 26 november 2013

inzake

[Y],

wonende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde: mr. F. Huisman,
tegen

MR. [X],

kantoorhoudende als notaris te [vestigingsplaats],
gedaagde,
gemachtigde: mr. F. van der Woude.
Partijen zullen hierna "[Y]" en "[X]" worden genoemd.

Procesverloop

1.1. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 september 2013
- de akte van [Y]
- de antwoordakte van [X].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

Motivering

De beoordeling van het geschil
2.1. De inhoud van voornoemd tussenvonnis dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
2.2. De kantonrechter heeft in meergenoemd tussenvonnis overwogen dat hij het gewenst acht dat [Y] zich bij akte nader uitlaat omtrent de door haar gestelde schade, nu [X] bij conclusie van antwoord heeft betwist dat [Y] daadwerkelijk schade heeft geleden omdat zij een rechtsbijstandverzekering bij DAS heeft lopen. In het verlengde hiervan heeft de rechtbank overwogen dat de gemaakte kosten van rechtsbijstand alléén dan schade voor [Y] vormen indien en voor zover zij deze kosten daadwerkelijk heeft betaald, althans deze kosten uiteindelijk voor haar rekening komen.
2.3. [Y] heeft bij akte na tussenvonnis het volgende aangevoerd. Zij heeft de door haar gestelde kosten ad € 25.000,- daadwerkelijk gemaakt bij TRIP Advocaten. De rechtsbijstandverzekeraar (DAS) is pas in een later stadium ingeschakeld, nadat de kwestie van de afwikkeling van de nalatenschap afgewikkeld was. Alle als productie 7 bij de dagvaarding in het geding gebrachte nota's c.q. genoemde kosten zijn geheel door [Y] aan TRIP Advocaten (en/of derden) voldaan. Deze nota's zijn niet door de rechtsbijstandverzekeraar van [Y] aan haar vergoed, door enige andere partij aan [Y] voldaan of door enige andere partij namens [Y] voldaan.
2.4. [X] heeft bij antwoordakte allereerst gesteld dat de door [Y] genomen akte na tussenvonnis buiten beschouwing moet worden gelaten, nu deze proceshandeling niet binnen de daarvoor gestelde termijn van veertien dagen is verricht. [Y] had tot 1 oktober 2013 de tijd om een akte te nemen, zij heeft hiervoor geen uitstel verzocht. Niettemin heeft zij de akte pas op 4 oktober 2013 ingediend. Voorts stelt [X] dat [Y] nog steeds niet heeft aangetoond dat zij schade heeft geleden in de vorm van gemaakte kosten van rechtsbijstand. De enkele - niet met enig schriftelijk stuk - onderbouwde stelling van [Y] dat zij deze kosten wél zelf heeft betaald is in het licht van het verweer van [X] onvoldoende. Enig betalingsbewijs is door [Y] niet in het geding gebracht. Ten slotte wijst [X] er nog op, dat [Y] op het moment dat de kosten van rechtsbijstand werden gemaakt over een rechtsbijstandverzekering beschikte. Van [Y] mocht worden verlangd dat zij van die verzekering gebruik zou maken ter delging van de kosten van rechtsbijstand. Indien [Y] ervoor heeft gekozen om geen aanspraak op de verzekering te maken, dan dienen de kosten van rechtsbijstand voor haar rekening te blijven nu zij in dat geval niet aan de op haar rustende schadebeperkingsplicht heeft voldaan.
2.5. De kantonrechter stelt aan de hand van de door de griffie met partijen gevoerde correspondentie (zoals deze zich bevindt in het onderliggende correspondentiedossier) vast dat [Y] de akte na tussenvonnis tijdig heeft genomen. Weliswaar is op deze akte de datumstempel "4 oktober 2013" gezet, maar uit een brief van de griffier aan DAS Rechtsbijstand van 2 oktober 2013 - waarin gemeld wordt dat de akte van [Y] is ontvangen - volgt genoegzaam dat de akte van [Y] al voordien is binnengekomen.
2.6. De kantonrechter zal de door [Y] van [X] gevorderde schade- vergoeding ter zake de door haar gemaakte kosten van rechtsbijstand door TRIP Advocaten afwijzen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
2.7. In het tussenvonnis is reeds overwogen dat de gemaakte kosten - veronderstellenderwijs aannemende dat [X] aansprakelijk zou zijn - alléén dan schade voor [Y] vormen en voor vergoeding in aanmerking komen, indien en voor zover [Y] deze kosten daadwerkelijk zelf heeft betaald, althans deze kosten uiteindelijk voor haar rekening komen. Aan [Y] is verzocht om zich op dit punt nader uit te laten. Uit hetgeen [Y] bij akte na tussenvonnis in dit verband nader heeft aangevoerd, kan naar het oordeel van de kantonrechter niet, althans niet in voldoende mate worden afgeleid dat zij de gemaakte kosten van rechtsbijstand ook daadwerkelijk heeft betaald. Het enkel overleggen van facturen van TRIP Advocaten is in dit verband onvoldoende. Daarmee is immers nog niet gezegd dat [Y] deze facturen ook zelf heeft betaald. Indien [Y] daadwerkelijk de gemaakte kosten rechtsbijstand aan TRIP Advocaten zou hebben betaald, dan had het naar het oordeel van de kantonrechter - mede gezien de inhoud van het tussenvonnis - op haar weg gelegen om bij akte na tussenvonnis bewijs van betaling van deze kosten te overleggen, bijvoorbeeld in de vorm van bankafschriften en/of een bevestiging zijdens TRIP Advocaten dat [Y] de kosten rechtsbijstand daadwerkelijk zelf heeft voldaan. Waar [Y] zo nadrukkelijk stelt deze kosten zelf te hebben voldaan, en dit zo overduidelijk een punt van geschil tussen partijen is, is het vrij opmerkelijk dat zij daar niet
- zo moeilijk zou dat niet moeten zijn - een bewijs van betaling van overlegt. Daarnaast staat voldoende vast dat [Y] ten tijde van het maken van de kosten van rechtsbijstand een rechtsbijstandverzekering bij DAS had lopen. Het lag daarmee voor de hand dat [Y] het inschakelen van TRIP Advocaten (op enig moment) bij DAS had gemeld. Een rechtsbijstandverzekering kan er immers onder meer toe dienen om advocaatkosten vergoed te krijgen. [Y] stelt weliswaar dat zij de rechtsbijstandverzekering pas heeft ingelicht nadat de kwestie van de nalatenschap was afgewikkeld - waarbij zij overigens geen concrete data noemt -, maar zij stelt niet (ook) dat DAS zou hebben geweigerd om de gemaakte kosten van rechtsbijstand aan haar te voldoen, (mede) op grond waarvan zou kunnen worden vastgesteld dat de gemaakte kosten van rechtsbijstand uiteindelijk voor rekening van [Y] komen. Waar [Y] in deze procedure nota bene door een aan DAS Rechtsbijstand verbonden gemachtigde wordt bijgestaan, was het een geringe moeite geweest voor [Y] om (een) stuk(ken) - te denken valt aan polisvoorwaarden of een brief waarin vergoeding van de gemaakte kosten door DAS wordt afgewezen - in het geding te brengen, waaruit concreet zou kunnen blijken dat DAS deze kosten niet aan haar zal vergoeden.
2.8. [Y] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten aan de zijde van [X] worden vastgesteld op:
- salaris gemachtigde: € 1.000,00 (2 ½ punt x tarief € 400,00).
2.9. De door [X] gevorderde nakosten zijn toewijsbaar tot het in kantonzaken geldende (forfaitaire) maximumtarief van € 100,00.

Beslissing

De kantonrechter:
I. wijst de vordering van [Y] af;
II. veroordeelt [Y] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [X] vastgesteld op € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskostenveroordeling indien de proceskosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis zijn voldaan, tot aan de dag der algehele voldoening van de proceskosten, alsmede in de nakosten ten bedrage van € 100,00;
III. verklaart het vonnis ten aanzien van de hiervoor sub II. genoemde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. R. Giltay, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 november 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 119