ECLI:NL:RBNNE:2013:7345

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 november 2013
Publicatiedatum
28 november 2013
Zaaknummer
C-17-111941 - HA ZA 11-321
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake incidentele vordering tot verstrekking van bescheiden in het kader van hypotheekfraude

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 27 november 2013 een vonnis gewezen in een incident ex artikel 843a Rv, waarin de naamloze vennootschap Regiobank N.V. betrokken was als eiseres in de hoofdzaak en gedaagde in het incident. De zaak betreft een vordering van [A], die stelt dat hij rechtmatig belang heeft bij het verkrijgen van inzage in bepaalde bescheiden die verband houden met een financieringsovereenkomst. De rechtbank heeft eerder een deskundigenonderzoek gelast en op 15 augustus 2013 is het deskundigenrapport ontvangen. In het incident heeft [A] verzocht om verstrekking van diverse documenten, waaronder koopovereenkomsten, loonstroken en bankafschriften, die relevant zijn voor zijn verweer in een zaak van vermeende hypotheekfraude. Regiobank heeft zich verzet tegen de verstrekking van sommige stukken, maar heeft aangegeven bereid te zijn om andere stukken te verstrekken. De rechtbank heeft de vordering van [A] voor een deel toegewezen, waarbij Regiobank werd veroordeeld tot afgifte van de gevraagde documenten. De rechtbank benadrukte dat het recht op inzage niet onbeperkt is en dat de verzoeker voldoende moet onderbouwen waarom hij de stukken nodig heeft. De kosten van het incident zijn voor rekening van Regiobank, die als grotendeels in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt. De zaak is verwezen naar de rol voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van Regiobank, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/111941 / HA ZA 11-321
Vonnis in het incident ex artikel 843a Rv van 27 november 2013
in de zaak van
de naamloze vennootschap
REGIOBANK N.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. D.M. Brinkman, kantoorhoudende te Utrecht,
tegen
wijlen [A],
gewoond hebbende te [woonplaats],
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat: mr. F.A.M. Knüppe, kantoorhoudende te Arnhem.
Partijen zullen hierna Regiobank en [A] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 24 april 2013 en de daarin genoemde stukken
- de conclusie na deskundigenbericht tevens incidentele conclusie ex artikel 843a Rv van [A];
- de incidentele conclusie van antwoord zijdens Regiobank.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling

2.1.
De inhoud van voormeld tussenvonnis dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
2.2.
Bij meergenoemd tussenvonnis heeft de rechtbank tot deskundige benoemd de heer H.W. Duker, verbonden aan NieNoord Makelaars te Leek en een deskundigenonderzoek gelast inzake de in dat vonnis (sub r.o. 3.2.) genoemde vragen.
2.3.
Het definitieve deskundigenrapport is op 15 augustus 2013 ter griffie van deze rechtbank ontvangen. In de conclusie na deskundigenbericht tevens incidentele conclusie ex artikel 843a Rv heeft [A] op het deskundigenrapport gereageerd. Regiobank heeft op haar beurt nog geen conclusie na deskundigenbericht genomen. De rechtbank zal Regiobank daartoe vanzelfsprekend nog in de gelegenheid stellen.
voorts in het incident
2.4.
Alvorens het deskundigenrapport nader aan de orde kan komen, dient op de door [A] ingestelde incidentele vordering ex artikel 843a Rv te worden beslist. Deze vordering strekt ertoe dat de rechtbank, bij vonnis in het incident, uitvoerbaar bij voorraad:
Regiobank veroordeelt om binnen zeven dagen na het vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-, dan wel een door de rechtbank te bepalen dwangsom, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Regiobank daarmee in gebreke blijft, kopie te verstrekken aan de advocaat van [A] van het complete dossier dat Regiobank in verband met de financieringsovereenkomst met [X] c.s. heeft aangelegd, waaronder in elk geval:
a. de zijdens [X] c.s. overgelegde koopovereenkomst d.d. 18 april 2007, loonstroken, bankafschriften, werkgeversverklaring en alle andere stukken die van belang zijn geweest voor de honorering van de financieringsaanvraag;
b. de stukken betreffende de ('voorgenomen') verbouwing van de aan te kopen woning, waaronder facturen van de aannemer c.q. bouwdeclaraties, stukken die zien op de verleende goedkeuring voor het overmaken van € 120.000,- aan de aannemer en alle overige stukken betreffende het bouwdepot;
en voorts:
c. de koopovereenkomst d.d. 17 augustus 2009, waarbij het pand in opdracht van Regiobank is verkocht;
d. stukken in verband met het zoeken van verhaal op [X] c.s.
2.4.1.
[A] heeft aan deze vordering - samengevat - ten grondslag gelegd dat hij een rechtmatig belang heeft om te weten op welke gronden en op basis van welke stukken de onderhavige financiering aan [X] c.s. is verstrekt. Het betreft hier een geval van hypotheekfraude waarbij diverse stukken zijn vervalst of wellicht in het geheel niet aan Regiobank zijn aangeleverd. Met de (in kopie) te verstrekken stukken kan [A] zijn verweer - ten aanzien van eigen schuld, causaal verband en schade - nader onderbouwen.
2.5.
Regiobank is bereid om de in r.o. 2.4. onder a. (behoudens voor zover de vordering ziet op "alle andere stukken die van belang zijn geweest voor de honorering van de financieringsaanvraag") en c. genoemde stukken aan [A] te verstrekken. De sub a. gevraagde verstrekking van "alle andere stukken die van belang zijn geweest voor de honorering van de financieringsaanvraag" is te vaag en zal leiden tot geschillen. In zoverre moet deze vordering volgens Regiobank worden afgewezen. Regiobank verzet zich tegen verstrekking van de sub b. genoemde stukken, daartoe stellende dat er geen bouwdepot was omdat de financieringsstukken - waaronder het taxatierapport van [A] - daartoe geen aanleiding gaven. Ook verzet Regiobank zich tegen verstrekking van de sub d. genoemde stukken. [A] heeft niet aangevoerd welk belang hij heeft bij verstrekking van deze stukken. Het doet bovendien niet ter zake of en in hoeverre Regiobank - na executie van het onderpand - verder verhaal heeft gezocht op [X] c.s. De stukken waarvan in dezen verstrekking wordt verlangd, zijn ook niet door [A] gespecificeerd. Oplegging van een dwangsom ter zake verstrekking van stukken is niet noodzakelijk. Regiobank zal vrijwillig aan een veroordelend incidenteel vonnis voldoen.
2.6.
De rechtbank stelt bij de beoordeling in het incident het volgende voorop. Artikel 843a lid 1 Rv kent een vorderingsrecht toe aan degene die daarbij rechtmatig belang heeft om, op zijn kosten, inzage, afschrift of uittreksel te vorderen van
bepaaldebescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Niet iedereen heeft onverkort recht op inzage, uittreksel of een afschrift. Het recht is toegekend aan degene die partij was bij een rechtsbetrekking. Hieronder valt ook de rechtsbetrekking die uit onrechtmatige daad is ontstaan (zie MvT, Parl. Gesch. Herz. Rv, p. 554). In het vierde lid van genoemd wetsartikel is bepaald dat, ook als de in het eerste lid besloten liggende voorwaarden zijn vervuld, bescheiden niet verstrekt behoeven te worden, indien de rechtspleging anderszins is gewaarborgd of een gewichtige reden daaraan in de weg staat. Naar het oordeel van de rechtbank dient, mede in het belang van degene van wie afgifte van bepaalde bescheiden wordt verlangd, door degene die afgifte verlangt duidelijk te worden aangegeven waarom hij afgifte van die bescheiden vordert. Het ligt daarmee op de weg van degene die afgifte van bepaalde stukken vordert om voldoende concrete feiten en omstandigheden aan te dragen waaruit dit belang blijkt. Artikel 843a Rv geeft een partij geen vrijbrief om onbeperkt afgifte van bescheiden te vorderen en om aan de hand daarvan te onderzoeken of deze wellicht kunnen bijdragen aan de onderbouwing van het standpunt van die partij. De stukken moeten relevant zijn voor de rechtspositie van die partij.
2.7.1.
De incidentele vordering van [A] sub a., voor zover deze strekt tot verstrekking van (een kopie van) de door [X] c.s. overgelegde koopovereenkomst d.d. 18 april 2007, loonstroken, bankafschriften en werkgeversverklaring kan worden toegewezen, nu Regiobank zich niet tegen verstrekking van deze stukken verzet. De tevens gevorderde verstrekking van "alle andere stukken die van belang zijn geweest voor de honorering van de financieringsaanvraag" zal eveneens worden toegewezen. Deze vordering heeft betrekking op een onderwerp dat nauw is afgebakend door het betreffende dossier. Daarmee zijn de bescheiden waarvan verstrekking wordt gevorderd voldoende concreet in de vordering aangewezen om te worden aangemerkt als "bepaald" in de zin van art. 843a Rv (zie Hoge Raad, 26 oktober 2012, LJN: BW9244). De omstandigheid dat de andere bescheiden niet individueel omschreven zijn doet hieraan niet af, nu zij [A] niet bekend zijn.
2.7.2.
De incidentele vordering van [A] sub b. houdt kennelijk verband met het overmaken van bedragen door Regiobank aan [X] c.s. en derden in het kader van de vermeende verbouwing van de door [X] c.s. gekochte woning. [A] heeft voldoende specifiek gemotiveerd gesteld welk belang hij heeft bij verstrekking van deze stukken, namelijk ter (nadere) onderbouwing van zijn verweer ter zake de eigen schuld, het causaal verband en de schade(omvang). De vordering kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook worden toegewezen, in die zin dat Regiobank aan [A] dient te verstrekken (een kopie van) alle haar ter beschikking staande stukken betreffende de 'verbouwing' van de door [X] c.s. aan te kopen woning, waaronder die ter zake van de in dat kader door Regiobank betaalde bedragen.
2.7.3.
De incidentele vordering sub c. ligt voor toewijzing gereed, nu Regiobank zich niet tegen verstrekking van de aldaar genoemde koopovereenkomst d.d. 17 april 2009 verzet.
2.7.4.
De incidentele vordering sub d. zal ten slotte worden afgewezen. [A] heeft niet voldoende onderbouwd welk belang hij heeft bij verstrekking van deze stukken. Overigens zijn de stukken waarvan verstrekking wordt verlangd ook niet in voldoende mate geconcretiseerd en gespecificeerd in de zin van artikel 843a Rv.
2.8.
Regiobank heeft aangegeven dat zij vrijwillig zal voldoen aan een veroordeling tot afgifte van stukken. De rechtbank gaat er vanuit dat Regiobank deze toezegging onvoorwaardelijk gestand zal doen, terwijl van een bankinstelling overigens ook mag worden verwacht dat zij een rechterlijk vonnis respecteert en nakomt. Onder deze omstandigheden bestaat er, althans op dit moment, geen aanleiding om een dwangsom te verbinden aan de hierna uit te spreken veroordeling(en). Mocht Regiobank toch met verstrekking van stukken in gebreke blijven, dan kan afgifte van deze stukken zo nodig in een kort geding aan de orde worden gesteld.
2.9.
Regiobank zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het incident worden veroordeeld. Deze kosten worden vastgesteld op € 452,00 (1 punt x tariefgroep II) aan salaris advocaat.
voorts in de hoofdzaak
2.10.
De zaak zal naar de rol worden verwezen voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van Regiobank.
2.11.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank:
in het incident
- veroordeelt Regiobank tot afgifte aan [A] van (een kopie van) de zijdens [X] c.s. overgelegde koopovereenkomst d.d. 18 april 2007, loonstroken, bankafschriften en werkgeversverklaring, alsmede alle andere stukken die van belang zijn geweest voor de honorering van de financieringsaanvraag;
- veroordeelt Regiobank tot afgifte aan [A] van (een kopie van) de aan haar ter zake van de gestelde verbouwing van de door [X] c.s. aan te kopen woning ter beschikking staande stukken, waaronder die met betrekking tot de in dit kader door Regiobank betaalde bedragen;
- veroordeelt Regiobank tot afgifte aan [A] van (een kopie van) de koopovereenkomst d.d. 17 augustus 2009 waarbij het pand in opdracht van Regiobank is verkocht;
- veroordeelt Regiobank in de kosten van de procedure, aan de zijde van [A] vastgesteld op € 452,00;
- verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af;
in de hoofdzaak
- verwijst de zaak naar de rolzitting van 8 januari 2014 voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van Regiobank;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.K. Hoogslag, mr. R. Giltay en mr. E.Th.M. Zwart-Sneek en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.
fn 343