ECLI:NL:RBNNE:2013:7307

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 november 2013
Publicatiedatum
27 november 2013
Zaaknummer
408741 - CV EXPL 12-9740
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Franchiseovereenkomst en verplichtingen franchisegever en franchisenemer

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland werd behandeld, stond de franchiseovereenkomst tussen De IJsvogel Groep B.V. en [A.] centraal. De IJsvogel Groep, als franchisegever, had [A.] als franchisenemer aangesteld voor de exploitatie van een Pet's Place-winkel. De procedure begon met een dagvaarding van De IJsvogel Groep, die [A.] in gebreke stelde voor het niet nakomen van zijn verplichtingen uit de franchiseovereenkomst. De vorderingen omvatten onder andere een betaling van € 215.203,27, vermeerderd met rente en kosten. [A.] voerde verweer en stelde dat De IJsvogel Groep tekort was geschoten in haar verplichtingen, zowel in de precontractuele fase als tijdens de uitvoering van de overeenkomst.

De rechtbank onderzocht de feiten en omstandigheden rondom de totstandkoming van de franchiseovereenkomst, de begeleiding die [A.] had ontvangen, en de financiële resultaten van de winkel. De kantonrechter concludeerde dat De IJsvogel Groep in de beginfase van de samenwerking onvoldoende begeleiding had geboden, maar dat dit later was hersteld. De rechter oordeelde dat [A.] niet had aangetoond dat hij door de tekortkomingen van De IJsvogel Groep in zijn verplichtingen was belemmerd. De vordering van De IJsvogel Groep werd grotendeels toegewezen, en [A.] werd veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, terwijl de vorderingen in reconventie van [A.] werden afgewezen.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel franchisegevers als franchisenemers en de noodzaak voor beide partijen om hun verplichtingen na te komen. De rechter stelde vast dat de Erecode inzake Franchising niet in rechte afdwingbaar was, maar wel als richtlijn diende voor de relatie tussen de partijen. De uitspraak werd gedaan op 29 november 2013.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 408741 \ CV EXPL 12-9740

vonnis van de kantonrechter d.d. 29 november 2013

inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE IJSVOGEL GROEP B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. G. Kara,
tegen

[A.],

wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. J. Doornbos.
Partijen zullen hierna De IJsvogel Groep en [A.] worden genoemd.

Procesverloop

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte overlegging producties zijdens De IJsvogel Groep van 22 maart 2013
- de akte overlegging producties zijdens [A.] van 21 maart 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 29 maart 2013.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

Motivering

De feiten
2.1. In deze procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.2. De IJsvogel Groep is franchisegever met betrekking tot de dierenspeciaalzaken van Pet's Place.
2.3. Op 16 november 2009 is [A.] begonnen met de exploitatie van een Pet's Place-winkel aan de [vestigingsadres]. Per dezelfde datum heeft [A.] het betreffende pand van De IJsvogel Groep gehuurd. De huurovereenkomst is op 16 februari 2010 schriftelijk vastgelegd. De huurovereenkomst is aangegaan op 16 november 2009
2.4. Voorafgaand aan de aanvang van de exploitatie heeft De IJsvogel Groep aan [A.] een concept-franchiseovereenkomst gezonden. In die overeenkomst is onder meer het volgende bepaald:
"FRANCHISE-CONTRACT
De ondergetekenden
1.
De IJsvogel Groep B.V. (…), hierna te noemen Pet's Place of franchisegever (…) en
2.
[A.] (…), hierna te noemen franchisenemer, (…)
in aanmerking nemende (…)
- dat de franchisenemer bereid is met handhaving van zijn zelfstandig ondernemerschap tegen na te noemen voorwaarden deel te nemen in deze franchiseketen;
ARTIKEL 6: DUUR VAN DE OVEREENKOMST
1.
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 5 jaar
ingaande op : 16-11-2009
en derhalve eindigende op : 15-11-2014
Tenzij de overeenkomst door één der partijen is opgezegd, wordt de overeenkomst geacht te zijn verlengd met steeds periodes van 5 jaar.
(…)
ARTIKEL 7: GELDELIJKE VERGOEDINGEN FRANCHISENEMER
1.
Als vergoeding voor de aan franchisenemer bij deze overeenkomst toegekende rechten en toegezegde prestaties zal franchisenemer aan PETS PLACE de navolgende vergoedingen betalen:
a. De franchisefee bedraagt 3% van de jaaromzet en wordt per vestiging per periode doorbelast …
(…)
2.
a. Betalingen van de onder lid 1 genoemde vergoedingen dienen te geschiedenbinnen acht dagen na het einde van de periode waarin de factuur in rekening-courant is doorbelast(…). Indien niet binnen de gestelde betalingstermijn volledig aan de betalingsverplichting is voldaan, is de franchisenemer in gebreke zonder dat daartoe een nadere ingebrekestelling is vereist.
b. Zodra franchisenemer in gebreke is, wordt rente in rekening gebracht. (…)
c. PETS PLACE is gerechtigd, zodra franchisenemer in gebreke is, haar vordering ter incasso uit handen te geven. In dat geval komen alle aan de inning van de vordering verbonden kosten, zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk, voor rekening van de franchisenemer.
ARTIKEL 8: ZELFSTANDIG ONDERNEMERSCHAP FRACHISENEMER
1.
Franchisenemer zal zijn bedrijf geheel voor eigen rekening en risico exploiteren.
(…)
ARTIKEL 11: HET FRANCHISE HANDBOEK
(…)
2.
Franchisenemer is verplicht alle voorschriften, omschreven in de instructies en alle - bij voorkeur schriftelijke - aanwijzingen door PETS PLACE te geven, stipt op te volgen.
(…)
ARTIKEL 14: VERPLICHTINGEN PETS PLACE/DIENSTENPAKKET
1.
PETS PLACE zal aan franchisenemer de volgende diensten leveren:
a. alle diensten, die voortvloeien uit de tussen partijen geldende instructies;
b. het geven van adviezen met betrekking tot inrichting, aankleding e.d. van de bedrijfsruimte van franchisenemer;
c. het geven van adviezen met betrekking tot de exploitatie, in het bijzonder aangaande assortiment, prijsstelling, personeelsbeleid en -bezetting, organisatie, administratie etc.;
d. het adviseren in aangelegenheden van verkoopbevordering, public relations en reclame en het in samenwerking met de franchisenemer en de andere franchisenemers voeren van gezamenlijke reclamecampagnes, door middel van folders, advertenties etc.;
e. het verzorgen van training, opleiding en herscholing van franchisenemer en diens personeel;
f. het leveren en)of doen leveren van een assortiment kwaliteitsproducten voor PETS PLACE.
(…)
ARTIKEL 18: EXPLOITATIEKOSTEN.
1.
Franchisenemer zal periodiek, dat wil zeggen, éénmaal per maand worden belast voor de franchisefee als omschreven in artikel 7, lid 1, sub b en c, zijnde de verschuldigde vergoeding voor de in deze overeenkomst genoemde en bedoelde diensten en de bijdrage in de kosten voor reclame en promotie.
2.
PETS PLACE zal franchisenemer in rekening-courant onder meer belasten voor:
- de eindbedragen van de wekelijkse verzamelfacturen;
- de waarde van de geleverde niet handelsgoederen;
- alle overige bedragen welke uit hoofde van de overeenkomst aan PETS PLACE zijn
verschuldigd (…)."
2.5.
Voorafgaand aan de exploitatie van de winkel hebben De IJsvogel Groep als verkoper en [A.] als koper voorts een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de in de winkel aanwezige activa. Partijen hebben daartoe een schriftelijke koopovereenkomst opgesteld waarbij als bijlage een exploitatiebegroting ten aanzien van de vestiging in [vestigingsplaats] is gevoegd. De koopovereenkomst, die is vastgelegd en ondertekend door [A.] op 9 november 2009, bevat onder meer de volgende bepalingen:
"(…)
Activa
1.
Verkoper verkoopt aan koper, die koopt van verkoper, onder de hierna genoemde bepalingen en met in achtneming van alle daarbij gegeven garanties alle in eigendom van verkopertoebehorende activa, voor zover deze aangewend worden en dienstig zijn aan en aanwezig zijn in de dierenspeciaalzaak “Pets Place”, gevestigd en zaakdoend aan de [vestigingsadres].
2.
De koopprijs voor de activa als voornoemd bedraagt € 122.400 (zegge:éénhonderdentweeëntwintigduizendenvierhonderdeuro) en kan als volgt worden gespecificeerd:
Overname afbouw winkel € 30.000
Overname winkelinventaris € 15.000
Overname winkelvoorraad €77.400 (indicatie)
3.
Verkoper verplicht zich ertoe om de activa onmiddellijk na ontvangst van de betaling van de koopprijs als voornoemd “longa manu” (ex art. 3:115 jo 3:90 BW) te leveren door middel van een vormvrije mededeling aan de houders van deze activa.
Financiering
4.
De totale financieringsbehoefte voor de vestiging bedraagt € 142.400 en kan als volgt worden gespecificeerd:
o Overname zoals genoemd in artikel 2 € 122.400
o Investering inventaris € 20.000
De financiering hiervan geschiedt als volgt
o Aan te trekken bancair krediet € 115.000
o Rekening-courant krediet verkoper € 27.400 (1 K846)
(…)
Overige bepalingen
15.
Koper zal gelijktijdig met het ondertekenen van deze overeenkomst een franchiseovereenkomst en eventueel een huurovereenkomst met verkoper aangaan teneinde de exploitatie van de Pets Place franchisevestiging als franchisenemer voort te zetten. De franchiseovereenkomst als voornoemd maakt geen deel uit van deze overeenkomst maar is voor de strekking en het welslagen daarvan van essentieel belang.
18.
Verkoper verklaart dat zij aan koper alle inlichtingen heeft verstrekt welke haar bekend waren of welke haar bekend hadden moeten zijn en dat zij geen informatie heeft weggelaten of verzwegen die zij koper redelijkerwijs had behoren te verstrekken, zulks opdat koper zich een juist oordeel over de inhoud en omvang van deze overeenkomst en de daarin bedoelde koop en de in deze overeenkomst opgenomen koopprijs heeft kunnen vormen.
19.
Als bijlage is opgenomen de exploitatiebegroting voor deze franchisevestiging zoals deze is opgesteld door de verkoper. Hierin zijn de normeringen, gebaseerd op landelijke ervaringscijfers. Deze exploitatiebegroting dient als richtlijn en er kunnen door koper geen rechten aan worden ontleend.
20.
Als onderdeel van de formule verplicht verkoper het behalen door koper van de diploma’s vakopleiding basiskennis dierenspeciaalzaken” en diergenees- en bestrijdingsmiddelen” via het Huisdier Kennis Instituut (HKI) te Bunnik. Tevens zal koper alle testmodules binnen de Pets Place Academy doorlopen binnen een termijn van 12 maanden na overdracht. Koper zal aan deze plicht voldoen.
Daarnaast verklaart koper zich bereid om eventuele andere cursussen en/of opleidingen, welke in het belang van het goed ondernemerschap in een dierenspeciaalzaak naar mening van verkoper noodzakelijk zijn, te zullen volgen op aangeven van de verkoper."
2.6.
Op 29 november 2010 heeft [A.] een e-mail gezonden aan [B], directeur Retail van De IJsvogel Groep, met de navolgende inhoud:
"Goedemiddag,
Ik had net [C] aan de telefoon die mij vertelde dat ik vanmorgen verwacht werd in Nijmegen. Ik ging er eigenlijk vanuit dat deze afspraak al was afgezegd omdat ik het verslag nog niet heb retour gezonden.
[A.],
Ondanks onderstaande herinnering van 19 september jl heb ik het verslag nog steeds niet getekend en wel retour mogen ontvangen. In de actielijst van het verslag staat dat wij medio november ‘10 een tweede gesprek zouden organiseren. Ik laat het plannen van dit gesprek afhangen van jouw bereidwilligheid om alsnog het verslag te retourneren.
Met vriendelijke groet,
[B]
Directeur Retail
Ik weet eigenlijk nog steeds niet wat ik met dit mailtje aan moet, en wat er precies aan de hand is. Ik ben bezig om alles goed op papier te krijgen maar dit kost mij meer moeite dan ik dacht. Dit komt omdat ik het gevoel krijg dat ik beter alles goed en duidelijk zwart op wit kan zetten en niks moet vergeten.
Ik denk dat er een misverstand is wat de afspraak betreft.
Dit vind ik jammer omdat ik denk dat een gesprek wel degelijk nut heeft en ik ben wel benieuwd naar jullie kijk op deze winkel nu de cijfers 3e kwartaal er zijn.
Groetjes [A.]
Pets Place [vestigingsplaats]"
2.7.
In reactie op de onder 2.6. weergegeven e-mail van [A.] heeft [B], directeur Retail van De IJsvogel Groep, op 1 december 2010 een antwoordmail aan [A.] gezonden met de volgende inhoud:
"(…)
Onderwerp: RE: Financieel gesprek 29 november 2010
Goedemorgen [A.],
Ik ben eigenlijk zacht uitgedrukt uiterst verbaasd over je reactie. We hebben immers op 28 juni jl. een eerste financieel gesprek gehad. Daar zijn de nodige actiepunten uitgekomen:
1.
Goed voorraadbeheer en nakomen van AO is van groot belang. Hierin ligt een belangrijke taak voor de FN(opmerking kantonrechter: franchisenemer
).
2.
Daarnaast dient ook de financieel administratieve kant beter opgepakt te worden. Afspraken gemaakt met EFC dienen door FN te worden nagekomen.
3.
Voor het overige zijn alle actiepunten opgenomen in het plan van aanpak welke door de RM is opgesteld. Dit dient stelselmatig te worden nagekomen. ‘ 4. Vooralsnog zal FN wekelijks 3500 euro storten. Dit bedrag wordt op basis van halfjaarcijfers herijkt.
5.
De voorraadovername dient nog in rekening te worden gebracht door de oud-ondernemer. Na controle zal dit worden doorbelast aan FN.
6.
Er dient een nadere analyse te worden gemaakt van het hoge aandeel ongekoppelde omzet (actie FN met RM)
7.
Er zal medio november 2010 een vervolgafspraak plaatsvinden op basis van de cijfers van het 3e kwartaal
Volgens mij zijn dit uiterst belangrijke punten, waaruit blijkt dat er letterlijk nog het nodige werk aan de winkel is.
Daar ik het verslag nog niet getekend retour had ontvangen heb ik je de eerste keer op 19 september jl. (ruim 2 maanden na het gesprek!) nogmaals verzocht het verslag voor akkoord getekend aan mij te retourneren. Daarop heb ik geen reactie ontvangen. Op 2 november (inmiddels ruim 4!) maanden na het gesprek) meldt je me, dat "ik vind dat er dingen instaan die niet zo zijn gebeurd zoals opgeschreven”. Ik vind het onbegrijpelijk dat je klaarblijkelijk 4 maanden wacht om mij te informeren over het feit dat je het niet eens bent met een verslag en dat ik nota bene daar 2 keer op moet terugkomen! Het door mij gestelde ultimatum was bedoeld om de druk op te voeren bij jou, daar je immers gerekend vanaf 2 november nog bijna 4 weken de tijd had om het verslag te tekenen of, zoals je als reactie op mijn mail meldt, je bezwaren te uiten. Ik hoor echter wederom niets van je. Als je, zoals je zelf omschrijft, graag een gesprek had gehad op 29 november, dan had je op zijn minst schriftelijk of mondeling je bezwaren geuit vóór het gesprek. Mocht zelfs dat niet lukken, dan had je me kunnen bellen dat je tijdens het gesprek op 29 november (5 maanden na het eerst gesprek!!) je bezwaren mondeling wilde toelichten. Ook die kans heb je niet gegrepen.
Wat mij nog meer stoort, is dat ik nu zie, dat ik van jouw winkel geen 3e kwartaalcijfers heb gekregen, daar volgens de accountant de gegevens niet, niet tijdig en/of niet volledig zijn aangeleverd. In jouw situatie is dat onbegrijpelijk en vind ik dat ook kwalijk. Je meldt nu, dat je deze week je bezwaren aan mij zult laten toekomen en ik reken daar ook op.
Daarnaast nodig ik je bij deze alsnog uit voor een tweede financieel gesprek en wel op 13 december a.s. om 09.30 uur te Nijmegen. Ik verzoek je dringend om samen met je accountant te bewerkstelligen, dat we dan beschikken over betrouwbare derde kwartaalcijfers.
Tot slot wil ik je mededelen, dat we de doorbelasting van de voorraad en inventaris zullen laten plaatsvinden. Daarbij zal de overeengekomen inventariswaarde (45k), de reguliere voorraad (ruim 56k) en slechts 25% van de feitelijke waarde van de hengelsport (25% van ruim 47k) op je rekening courant worden belast.
Ik zie je graag op 13 december a.s. te Nijmegen.
Met vriendelijke groet,
[B]
Directeur Retail"
2.8.
Bij brief van 25 mei 2011 heeft De IJsvogel Groep het volgende aan [A.] meegedeeld:
"onderwerp: Ingebrekestelling
Geachte [A.],
Ter bevestiging van de heden aan u verstuurde e-mail, doe ik u de inhoud daarvan tevens middels dit aangetekend schrijven integraal toekomen:
[A.],
Ik heb het laatste verslag van [C] aandachtig gelezen. Ik ben zwaar teleurgesteld in de voortgang van de vele actiepunten welke afgesproken zijn. Ik kan slechts concluderen, dat de negatieve rekening courant ontwikkeling niet aan onze begeleiding te wijten is en wij ruimschoots aan onze zorgplicht voldoen, Als laatste teken van goede wil van onze zijde hebben we je afgelopen week, ondanks dat we van mening zijn dat we op dit moment part nog deel hebben aan je financiële malaise, toch toegestaan een bestelling te plaatsen. Daarmee is je winkel met de belangrijkste artikelen weer gevuld en moet de omzet weer een impuls gaan krijgen. Nogmaals: aan ons zal het niet liggen. Gezien de huidige situatie rest mij niets anders, dan je formeel en integraal in gebreke te stellen conform het daaromtrent gestelde in de vigerende franchiseovereenkomst. Enerzijds houdt deze in gebreke stelling in, dat ik je verzoek, desnoods sommeer, om alle openstaande actiepunten zoals benoemd in ofwel de verslagen van [C] als in het financieel gespreksverslag van december 2010 binnen 30 dagen na heden af te ronden. Anderzijds houdt deze in gebreke stelling in dat ik je verzoek, desnoods sommeer, om je rekening courant stand welke per 22 mei 2011 E 77.165 bedraagt binnen 30 dagen na heden te voldoen danwel te komen met een zodanig financieel actieplan, dat deze rekening courant binnen afzienbare tijd wordt gereduceerd tot een omvang overeenkomend met de volgens de vigerende franchiseovereenkomst geldende betalingstermijn.
Overigens is het eerste actiepunt welke je vandaag nog kunt afronden het voor akkoord tekenen van het financieel gespreksverslag van december 2010 (!), welke ik nog steeds niet van jou terug heb mogen ontvangen, ondanks onderstaande herinnering. Daar ik in de afgelopen 5 maanden van jou op geen enkele wijze heb mogen vernemen, dat je inhoudelijk niet akkoord bent met het verslag, is er geen reden om dit niet terug te sturen.
Om misverstanden te voorkomen zal ik je de inhoud van deze mail ook per aangetekend schrijven laten toekomen.
Met vriendelijke groet.
[B]
Directeur Retail"
2.9.
In het dossier bevinden zich voorts diverse, door De IJsvogel Groep opgemaakte gespreksverslagen. In die verslagen wordt ingegaan op de exploitatie van de winkel door [A.]. Ook komen in die verslagen de problemen die [A.] daarbij ondervindt aan de orde en de instructies daarover van De IJsvogel Groep.
2.10.
Op 12 oktober 2011 heeft [A.] de exploitatie van de winkel beëindigd en de winkel overgedragen aan De IJsvogel Groep. Partijen hebben daartoe een overname-overeenkomst gesloten. Deze overeenkomst houdt onder meer het volgende in:
"Voorraad
3.
Verkoper (opmerking kantonrechter: [A.]) levert de voorraden handelsgoederen welke op moment van overdracht in de winkel aanwezig zijn, vermits deze handelsgoederen redelijkerwijs als branchegerelateerd voor de dierenspeciaalzaak kunnen worden aangemerkt.
4.
De telling van de goederen geschiedt op bovengenoemde overnamedatum door een afvaardiging van ieder der partijen.
5.
DIJG (opmerking kantonrechter: De IJsvogel Groep) zal de courante voorraad handelsgoederen overnemen tegen de gewogen gemiddelde inkoopprijs, waarbij via geautomatiseerde wijze de voorraad zal worden geteld en gewaardeerd. In aanvulling op het gestelde in artikel 3, wordt bepaald dat goederen waarvan de barcode door het door de formule gebruikte kassasysteem niet scanbaar zijn, zullen worden overgenomen tegen de door verkoper betaalde inkoopprijs, welke door verkoper middels recente facturen als bewijsstukken aangetoond dient te worden.
6.
Na afstemming van het door beide partijen getelde bedrag zal de verkoper DIJG hiervoor een factuur sturen onder vermelding van toepassing van artikel 31 Wet Omzetbelasting 1968.
Personeel
7.
Het aanwezige personeel van verkoper, zijnde de werknemers [D.] en [E]), zal per overnamedatum door DIJG worden overgenomen. In dat kader zal verkoper op overnamedatum aan DIJG een afschrift van de laatste loonspecificaties van voornoemd personeel verstrekken.
8.
Verkoper vrijwaart DIJG van enige aanspraken in welke vorm dan ook van eventueel voormalig personeel van verkoper.
Financiële afwikkeling
9.
Partijen zullen nog in nader overleg treden omtrent de financiële afwikkeling van de beëindiging van de franchise- en huurovereenkomst en hieromtrent nadere afspraken vastleggen, waarbij partijen elk wensen te benadrukken dat zij dienaangaande alle rechten wensen voor te behouden."
De vorderingen

in conventie

3.1. De IJsvogel Groep vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
A. [A.] te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan De IJsvogel Groep te betalen een bedrag ad € 215.203,27 (zegge: tweehonderdvijftienduizend tweehonderddrie euro en zevenentwintig eurocent), te vermeerderen met een bedrag ad
€ 3.058,63 bruto, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van
€ 2.586,--, te vermeerderen met de opeisbare rente over de hoofdvordering vanaf 31 augustus 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, althans voor zover bovenstaande formulering van de vordering de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten zou bieden deze vordering integraal of ten dele toe te wijzen, de schade op te doen maken bij staat conform artikel 613 Rv, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
B. [A.] te veroordelen in de kosten van onderhavige procedure, een bedrag aan kosten voor de door haar raadsman verleende juridische bijstand inbegrepen, alsmede met veroordeling van [A.] in de nakosten ten bedrage van respectievelijk € 131,00 zonder betekening en € 199,00 in geval van betekening van het vonnis, indien en voor zover [A.] niet binnen de wettelijke vereiste termijn van twee dagen, althans binnen een door de rechtbank redelijk geachte termijn, na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, heeft voldaan.
3.2. [A.] voert verweer
3.3. Op de stellingen van partijen wordt, voorzover relevant voor de beoordeling van dit geschil, in het navolgende ingegaan.

in reconventie

4.1. [A.] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
- voor recht te verklaren dat De IJsvogel Groep is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar als — beoogd — franchisegever rustende verplichtingen jegens [A.];
subsidiair
- voor recht te verklaren dat De IJsvogel Groep onrechtmatig jegens [A.] heeft
gehandeld;
meer subsidiair
- voor recht te verklaren dat De IJsvogel Groep zich jegens [A.] niet heeft gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid;
zowel primair, subsidiair en meer subsidiair
- De IJsvogel Groep zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [A.] te betalen een in goede justitie te bepalen schadeloosstelling c.q. schadevergoeding, dan wel een bij staat op te maken schadeloosstelling c.q. schadevergoeding
- De IJsvogel Groep te veroordelen in de kosten van de procedure.
4.2. De IJsvogel Groep voert verweer.
4.3. Op de stellingen van partijen wordt, voorzover relevant voor de beoordeling van dit geschil, in het navolgende ingegaan.
De beoordeling van het geschil

in conventie en in reconventie

5.1. Gezien de samenhang van de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze gezamenlijk worden behandeld.
5.2. Partijen houdt allereerst verdeeld of tussen hen een franchiseovereenkomst tot stand is gekomen.
5.3. De IJsvogel Groep heeft in dat verband gesteld dat aan [A.] voorafgaand aan de ingangsdatum van de franchiseovereenkomst een concept-franchiseovereenkomst is toegezonden. [A.] heeft nooit aangegeven dat hij het met de inhoud van dat concept niet eens was. Nadien heeft [A.], inmiddels op de hoogte van de inhoud van de franchiseovereenkomst, de koopovereenkomst getekend, aldus nog steeds De IJsvogel Groep.
5.4. [A.] heeft betwist dat tussen partijen een franchiseovereenkomst tot stand is gekomen. [A.] heeft weliswaar op 9 november 2008 een koopovereenkomst ondertekend waarin is bepaald dat partijen gelijktijdig een franchiseovereenkomst zullen aangaan, maar tot het aangaan van een dergelijke overeenkomst is het nooit gekomen. Pas in februari 2010 heeft De IJsvogel Groep aan [A.] een door haar getekende franchise- en huurovereenkomst gezonden, maar [A.] heeft die niet willen ondertekenen, aldus [A.].
5.5. De kantonrechter overweegt als volgt. Ter zitting heeft [A.] erkend dat hij in oktober 2009 een concept-franchiseovereenkomst heeft ontvangen van De IJsvogel Groep. Gesteld noch gebleken is dat [A.] - die ter zitting wel heeft aangegeven dat hij veel vraagtekens had bij de inhoud van het concept - jegens De IJsvogel Groep bezwaren heeft geuit tegen de inhoud van het concept. Evenmin is gesteld of gebleken dat partijen als opschortende voorwaarde hebben gesteld dat van een franchiseovereenkomst tussen hen pas sprake zou zijn geweest wanneer beide partijen de op schrift gestelde overeenkomst zouden hebben ondertekend. Nu voorts tussen partijen niet in geschil is dat [A.] vanaf 16 november 2009 de winkel heeft geëxploiteerd overeenkomstig de bepalingen van de franchiseovereenkomst, kan het oordeel niet anders luiden dan dat [A.] stilzwijgend heeft aanvaard dat er tussen partijen een franchiseovereenkomst tot stand is gekomen overeenkomstig de inhoud van het aan [A.] toegezonden concept. De omstandigheid dat de schriftelijke vastlegging van de franchiseovereenkomst [A.] pas veel later is toegezonden, noch de omstandigheid dat [A.] de schriftelijke franchiseovereenkomst niet heeft willen ondertekenen maakt dat anders.
5.6. Voorts is tussen partijen in geschil of en in hoeverre De IJsvogel Groep (in de precontractuele fase) tekort is geschoten in haar verplichtingen als franchisegever en of [A.] tekort is geschoten in zijn verplichtingen als franchisenemer.
5.7. De IJsvogel Groep heeft in dat verband gesteld dat de voorafgaand aan de totstandkoming van de franchiseovereenkomst aan [A.] verstrekte informatie geen onjuistheden bevatte. [A.] heeft die informatie kunnen bestuderen en is daarover desgevraagd nader voorgelicht door De IJsvogel Groep. Voorts had [A.], ondanks intensieve begeleiding door De IJsvogel Groep en de door laatstgenoemde verstrekte adviezen, de grootste moeite om behoorlijke resultaten te behalen. De adviezen en actiepunten werden door [A.] niet nageleefd. Dit blijkt uit de diverse bezoekverslagen. De IJsvogel Groep heeft [A.] in de gelegenheid gesteld om cursussen te volgen. De IJsvogel Groep was bij de nakoming van haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst niet gebonden aan de bepalingen uit de Europese Erecode inzake Franchising (hierna: Erecode); betwist wordt bovendien dat De IJsvogel Groep in strijd heeft gehandeld met de Erecode. Voorts bleef de rekening-courant schuld van [A.] jegens De IJsvogel Groep alsmaar oplopen. Verder reageerde [A.] niet of veel te laat op gespreksverslagen en verzuimde hij om tijdig kwartaalcijfers in te leveren. Ook heeft [A.] in strijd met de franchiseovereenkomst een aanzienlijk deel van zijn assortiment en voorraad overgeplaatst naar een door zijn partner gehuurde winkel elders in [vestigingsplaats], met een desolate indruk van de Pets Place-winkel tot gevolg. Tevens verkocht [A.] goederen die niet tot het Pets Place-assortiment behoorden en waardoor zijn winkel niet voldeed aan de vereisten die voor een Pets Place-winkel gelden. [A.] is verder gesignaleerd in de winkel van zijn partner en heeft aldus in strijd gehandeld met het non-concurrentiebeding van artikel 9.3 en 17.1 van de franchiseovereenkomst, aldus [A.] tot slot.
5.8. [A.] heeft daartegenover gesteld dat niet hij, maar De IJsvogel Groep te kort is geschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst, niet alleen gedurende de looptijd van de franchiseovereenkomst maar ook reeds in de precontractuele fase. Allereerst bevatte de prognose fouten. Voorts bleef de exploitatie achter bij de prognose. [A.] heeft dan ook gedwaald bij het aangaan van de franchiseovereenkomst. [A.] is voorts in het diepe gegooid. Hij heeft zich niet kunnen laten informeren. De IJsvogel Groep heeft [A.] onvoldoende begeleid en opgeleid. Dit terwijl De IJsvogel Groep gehouden is de bepalingen van de Erecode na te leven. Dit betekent onder meer dat De IJsvogel Groep verplicht was om [A.] een aanvangsopleiding te geven en verplicht is om uitsluitend franchisenemers te selecteren die lijken te beschikken over redelijk bekwaamheid, persoonlijke kwaliteiten en toereikende financiële middelen voor de exploitatie. [A.] beschikte echter over geen van genoemde kwaliteiten terwijl hij zelf niet over financiële middelen beschikte zodat de inbreng geheel uit eigen middelen gefinancierd moesten worden. Exploitatie van een Pet's Placewinkel kan nimmer succesvol uitpakken nu de franchisenemer door verkoop van de activa bij aanvang van de exploitatie al begint met een forse rekening-courant schuld. Ondanks de inspanningen van [A.] lukte het hem niet om de omzet op een acceptabel niveau te krijgen. Nu De IJsvogel Groep zelf tekort is geschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst, is er sprake van schuldeisersverzuim zodat de door De IJsvogel Groep verzonden ingebrekestelling rechtsgevolg heeft gemist.
5.9. De kantonrechter overweegt als volgt.
5.10. Ten aanzien van de precontractuele fase stelt de kantonrechter voorop dat op de franchisegever in zijn algemeenheid niet de verplichting rust om de franchisenemer in te lichten over de te verwachten omzet of over de winstverwachting. Een franchisegever die niettemin een rapport aan de franchisenemer verstrekt, kan onder omstandigheden onrechtmatig handelen indien hij weet dat dit rapport ernstige fouten bevat en hij zijn wederpartij niet op die fouten opmerkzaam heeft gemaakt (vergelijk HR 25 januari 2002, NJ 2003, 31).
5.11. Tussen partijen staat vast dat De IJsvogel Groep aan [A.] een exploitatiebegroting heeft verstrekt, een overzicht derhalve van de te verwachten opbrengsten en kosten. [A.] heeft niet betwist dat hij die informatie heeft kunnen bestuderen en dat hij daarover desgevraagd nader is voorgelicht door De IJsvogel Groep. [A.] heeft slechts in zijn algemeenheid gesteld dat deze exploitatiebegroting fouten bevatte. Hij heeft echter niet specifiek aangevoerd om welke fouten het ging, zodat onvoldoende is onderbouwd dat de door De IJsvogel Groep aan [A.] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst overhandigde prognose fouten bevatte. Het enkele feit dat de resultaten lager blijken uit te vallen dan in de exploitatiebegroting is omschreven, brengt niet zonder meer mee dat de prognose ondeugdelijk is. Immers, een exploitatiebegroting is hooguit een verwachting voor de toekomst, welke verwachting is gebaseerd op resultaten uit het verleden. Het vormt geen garantie dat die begroting ook daadwerkelijk zal worden gehaald. Er zijn immers meerdere factoren denkbaar waardoor de exploitatie van een franchiseonderneming minder succesvol uitvalt dan in de exploitatiebegroting is gepresenteerd. In dat verband is van belang dat [A.] niet over relevante ondernemerservaring beschikte. Voorts is relevant dat [A.] in feite, zo heeft hij naar eigen zeggen althans gesteld, overhaast aan de exploitatie is begonnen waardoor hij zichzelf de mogelijkheid heeft ontnomen om - mede door middel van onderzoek - een gedegen afweging te maken of hij al dan niet aan de exploitatie moest beginnen, van welke gang van zaken De IJsvogel Groep naar het oordeel van de kantonrechter geen verwijt valt te maken.
5.12. Op grond van het voorgaande is de stelling dat De IJsvogel Groep in de precontractuele fase haar zorgplicht jegens [A.] heeft geschonden, onvoldoende onderbouwd. Daarop stuit eveneens het beroep op dwaling van [A.] af, nu er op grond van de exploitatiebegroting als toekomstige omstandigheid in de zin van artikel 6:228 lid 2 BW geen sprake kon zijn van een onjuiste voorstelling van zaken, nog daargelaten dat [A.] aan het beroep op dwaling niet het rechtsgevolg van vernietiging van de overeenkomst heeft verbonden. Ook voor het overige heeft [A.] onvoldoende gesteld om een beroep op dwaling of strijd met de precontractuele zorgplicht te kunnen aannemen. De stelling dat de franchise-formule van Pet's Place vanwege de opzet daarvan - waarbij de franchisenemer bij aanvang van de franchiseovereenkomst onder meer meteen al geconfronteerd wordt met een rekening-courantschuld - niet succesvol zou kunnen uitwerken, is daarvoor onvoldoende. Deze gang van zaken sluit immers niet uit dat na verloop van tijd de rekening-courantschuld wordt ingelopen als gevolg van een succesvolle exploitatie. Het enkele feit dat, zoals [A.] heeft betoogd, er meerdere franchisenemers van De IJsvogel Groep zijn achtergebleven met een rekening-courantschuld maakt evenmin dat de gevolgtrekking kan worden gemaakt dat de formule op zich niet deugt, te minder waar De IJsvogel Groep onweersproken heeft gesteld dat de opvolgend franchisenemer van [A.] de onderhavige Pet's Placewinkel wél succesvol weet te exploiteren.
5.13. Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of één der partijen tekort is geschoten in de nakoming van de onderhavige franchiseovereenkomst.
5.14. Nu [A.] in het kader van zijn beroep op schuldeisersverzuim heeft gesteld dat de door De IJsvogel Groep gestelde tekortkomingen aan zijn kant zijn ontstaan doordat De IJsvogel Groep niet aan haar verplichtingen als franchisegever heeft voldaan, zal de kantonrechter allereerst beoordelen of er sprake is van wanprestatie aan de kant van De IJsvogel Groep.
5.15. Partijen hebben in dat verband gedebatteerd over de gebondenheid in rechte van De IJsvogel Groep aan de Erecode. Daaromtrent overweegt de kantonrechter dat Erecode een code is waaraan franchisegevers die lid zijn van de Nederlandse Franchise Vereniging (NFV) zich hebben gecommitteerd. De Erecode bevat een richtsnoer voor een eerlijke en redelijke invulling van de franchiserelatie waarbij oog is voor de belangen van beide partijen. Echter, de Erecode behelst geen in rechte afdwingbare verplichtingen. In zoverre heeft de Erecode hooguit de status van een fatsoensnorm. Dat betekent dat de Erecode buiten beschouwing moet blijven waar het gaat om beantwoording van de vraag of De IJsvogel Groep tekort is geschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst.
5.16. Bij de beantwoording van voornoemde vraag stelt de kantonrechter voorop dat een franchisegever verplicht is de franchisenemer advies en bijstand te geven om te komen tot een succesvolle exploitatie van de franchiseonderneming. Artikel 14 van de onderhavige franchiseovereenkomst werkt dit concreet uit waar is bepaald dat De IJsvogel Groep adviezen geeft met betrekking tot de exploitatie, in het bijzonder aangaande assortiment, administratie en dergelijke. Voorts is uitgangspunt dat de zorgplicht van de franchisegever met zich brengt dat indien de geprognosticeerde omzet niet wordt behaald door de franchisenemer, de franchisegever de verplichting heeft advies en bijstand te verlenen om te komen tot een voor beide partijen gunstige situatie.
5.17. In het licht van voornoemde maatstaven kan, zo constateert de kantonrechter, uit de overgelegde bezoeks- en gespreksverslagen de conclusie worden getrokken dat [A.] in het begin van de looptijd van de franchiseovereenkomst onvoldoende bijstand - in de vorm van begeleiding - heeft gehad. Met name, zo blijkt uit het gespreksverslag van 28 juni 2010 (productie 7 bij dagvaarding), klaagt [A.] erover dat hij moeite heeft met de financiële administratie. Dat zij aanvankelijk tekort is geschoten in de begeleiding aan [A.] erkent De IJsvogel Groep zelf ook, getuige het bezoekverslag van 22 januari 2010. In dat verslag erkent [F] van De IJsvogel Groep naar aanleiding van het verwijt van [A.] dat Pets Place zwaar tekort is geschoten op het gebied van begeleiding, dat dit mede komt door miscommunicatie en dat dat niet had mogen gebeuren.
5.18. Echter, de kantonrechter stelt eveneens vast dat uit genoemd gespreksverslag van 28 juni 2010 - derhalve circa een half jaar na aanvang van de franchiseovereenkomst - volgt dat De IJsvogel Groep op dat punt ondersteuning zal inschakelen ten behoeve van [A.]. Nu is gesteld noch gebleken dat [A.] nadien nog heeft geklaagd over een gebrek aan begeleiding, gaat de kantonrechter ervan uit dat De IJsvogel Groep de betreffende ondersteuning inmiddels had verleend, waarmee naar het oordeel van de kantonrechter vast staat dat De IJsvogel Groep op dat punt nadien niet meer tekort is geschoten in haar zorgplicht jegens [A.]. Hoewel De IJsvogel Groep in het begin van de franchiseovereenkomst [A.] op zich dus te weinig heeft begeleid, kan dit niet tot de conclusie leiden dat de nakoming van de verplichtingen van [A.] uit hoofde van de franchiseovereenkomst zijn verhinderd doordat De IJsvogel Groep de noodzakelijke medewerking niet heeft verleend of doordat een ander beletsel aan de zijde van De IJsvogel Groep is opgetreden als bedoeld in artikel 6:58 BW. Immers, De IJsvogel Groep heeft - op een beginperiode na - de noodzakelijke medewerking aan [A.] verleend.
5.19. [A.] heeft voorts gesteld dat De IJsvogel Groep tekort is geschoten in het verzorgen van opleiding. De kantonrechter deelt ook dat standpunt niet. Uit het gespreksverslag van 7 december 2009 (dagvaarding productie 12) komt namelijk onder meer naar voren dat is afgesproken dat [A.] zich zal aanmelden voor de modules Automatisering en Financiën, welke modules via De IJsvogel Groep werden verzorgd. Verder heeft De IJsvogel Groep onweersproken gesteld dat zij trainingen heeft aangeboden aan [A.] en dat hij op een aantal trainingen aanwezig is geweest. In hoeverre De IJsvogel Groep op het punt van het verzorgen van opleiding dan nog tekort zou zijn geschoten is zonder toelichting, die [A.] niet heeft gegeven, naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd.
5.20. Voor het overige kan op basis van de diverse gespreks- en bezoeksverslagen evenmin worden geconcludeerd dat De IJsvogel Groep tekort is geschoten in de advisering en bijstand aan [A.]. Uit die verslagen komt veeleer naar voren dat De IJsvogel Groep [A.] - afgezien van het hiervoor gememoreerde eerste halfjaar waarin de begeleiding te kort schoot - gedurende de gehele looptijd van de franchiseovereenkomst op geregelde basis heeft voorzien van adviezen over verbetering van de exploitatie en dat partijen daarover hebben gecommuniceerd. Het bezoekverslag van 2 juni 2010 (productie 12 bij dagvaarding) biedt een voorbeeld daarvan. Uit dat verslag blijkt dat [C] van De IJsvogel Groep en [A.] samen knelpunten in de exploitatie hebben vastgesteld en op grond daarvan prioriteiten in kaart hebben gebracht en daarbij een tijd hebben vastgesteld waarbinnen ze gerealiseerd moeten worden. Het verslag eindigt met de mededeling dat, mocht [A.] gaandeweg hulp nodig hebben, [C] aanbiedt om hem daarbij behulpzaam te zijn. Voorts heeft [A.] zelf in zijn conclusie van antwoord naar voren gebracht dat partijen veelvuldig hebben gesproken over de wijze waarop [A.] de exploitatie zou kunnen verbeteren. Ook dat ondersteunt de stellingen van De IJsvogel Groep dat zij [A.] telkenmale heeft bijgestaan. Dat uit de gespreksverslagen naar voren komt dat de stand van de rekening-courant vaak onderwerp van gesprek is geweest tussen partijen, zoals [A.] heeft betoogd, maakt het voorgaande niet anders en is overigens ook niet verwonderlijk. Een franchisegever kan immers alleen bestaan bij de gratie van een succesvolle exploitatie van haar franchisenemer en heeft er aldus een groot belang bij dat de franchisenemer zijn financiële verplichtingen jegens de franchisegever deugdelijk nakomt. In dat licht is het volstrekt logisch dat een franchisenemer daar door de franchisegever op wordt aangesproken.
5.21. Op grond van het voorgaande is niet komen vast te staan dat De IJsvogel Groep haar zorgplicht jegens [A.] heeft geschonden en tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen uit de franchiseovereenkomst. Evenmin kan op grond van het bovenstaande worden geconcludeerd dat De IJsvogel Groep onrechtmatig dan wel in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld jegens [A.]. Sterker nog, de kantonrechter acht voldoende onderbouwd door De IJsvogel Groep dat zij [A.] met raad en daad terzijde heeft gestaan toen de exploitatie van de winkel bleek tegen te vallen. Wat De IJsvogel Groep nog meer had moeten doen om de tegenvallende resultaten in te dammen, valt dan ook niet in te zien. Evenmin valt gezien het bovenstaande in te zien dat De IJsvogel Groep kan worden verweten dat de exploitatie tegenviel. Dat betekent dat de in reconventie gevorderde verklaringen voor recht moeten worden afgewezen.
5.22. Het bovenstaande leidt voorts tot de conclusie dat van schuldeisersverzuim als bedoel in artikel 6:58 BW geen sprake is. De kantonrechter komt daarom toe aan de beoordeling of [A.] tekort is geschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst.
5.23. De IJsvogel Groep heeft op dat punt gesteld dat [A.] op diverse punten tekort is geschoten. Dat betreft onder meer het niet tijdig aanleveren van kwartaalcijfers, het niet nakomen van gemaakte afspraken, het niet opvolgen van aanwijzingen en het niet verlagen van de rekening-courantschuld. De IJsvogel Groep heeft voorts gesteld dat [A.] ook na te zijn in gebreke gesteld, niet alsnog aan zijn verplichtingen heeft voldaan. De kantonrechter constateert dat [A.] deze stellingen op zich niet heeft betwist, zodat is komen vast te staan dat [A.] in zoverre tekort is geschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst. De overige verwijten van De IJsvogel Groep, zoals het verwijt dat [A.] heeft gehandeld in strijd met het in de franchiseovereenkomst opgenomen concurrentiebeding, behoeven dan ook geen bespreking meer.
5.24. Dat betekent dat [A.] gehouden is om de rekening-courantschuld aan De IJsvogel Groep te voldoen. [A.] heeft in dat verband allereerst betoogd dat De IJsvogel Groep geen rekening heeft gehouden met de door De IJsvogel Groep in verband met de overnameovereenkomst van oktober 2011 overgenomen voorraad en inventaris ad
€ 45.018,-. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft De IJsvogel Groep de stellingen van [A.] op dat punt onvoldoende gemotiveerd betwist. Uit artikel 5 van de overnameovereenkomst blijkt immers dat De IJsvogel Groep de courante voorraad handelsgoederen van [A.] zal overnemen. De IJsvogel Groep heeft niet betwist dat zij de handelsvoorraad heeft teruggekocht zodat het er voor moet worden gehouden dat de voorraad in bijzijn van beide partijen op automatische wijze is geteld. Dat betekent dat De IJsvogel Groep in staat moet worden geacht om te onderbouwen op welk bedrag de aan haar overgedragen voorraad dan wél moet worden bepaald. De IJsvogel Groep heeft dat evenwel nagelaten zodat zij niet aan haar stelplicht heeft voldaan. Genoemd bedrag van € 45.018,- komt derhalve voor verrekening met de vordering van De IJsvogel Groep in aanmerking.
5.25. In het voorgaande is al vastgesteld dat tussen partijen een franchiseovereenkomst tot stand is gekomen conform de bepalingen van het aan [A.] toegezonden concept. Dat betekent dat [A.] ook de in artikel 7 van de overeenkomst genoemde rente verschuldigd is.
5.26. De vordering ten aanzien van de loonvordering van € 885,15 van werkneemster [E] is door De IJsvogel Groep terecht doorberekend aan [A.]. Uit de betreffende correspondentie blijkt immers dat het gaat om gewerkte uren en vakantiegeld tot aan de datum overname van de winkel door De IJsvogel Groep op 12 oktober 2011. De IJsvogel Groep heeft echter ten onrechte de beëindigingsvergoeding van [D.] ad € 2.173,48 doorberekend aan [A.]. Uit die overeenkomst blijkt immers dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 oktober 2012.
5.27. Dat betekent dat [A.] aan De IJsvogel Groep in conventie aan hoofdsom een bedrag van € 215.203,27 plus € 885,15 minus € 45.018,00, derhalve € 171.070,42 verschuldigd is. De kantonrechter ziet geen aanleiding om het door [A.] verschuldigde bedrag te beperken tot een bedrag dat de kantonrechter redelijk acht. Het enkele feit dat de uitkomst van deze procedure [A.] financieel in hoge mate raakt waardoor hij wellicht in de schuldsanering zal belanden, is daarvoor een onvoldoende onderbouwing. De vordering terzake buitengerechtelijke incassokosten zal wegens onvoldoende onderbouwing worden afgewezen.
5.28. In reconventie is er, gezien het voorgaande, geen grond aanwezig om voor recht te verklaren dat De IJsvogel Groep tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, noch dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens [A.]. Dat betekent dat er evenmin aanleiding is voor het toekennen van een schadevergoeding dan wel schadeloosstelling, eventueel op te maken bij staat. Daar komt nog bij dat gesteld noch gebleken is dat [A.] - afgezien van het hiervoor genoemde punt van de administratieve ondersteuning, welke ondersteuning De IJsvogel Groep kennelijk nadien heeft geboden - concreet heeft aangegeven welke maatregelen hij verwachtte van de kant van De IJsvogel Groep. Nu De IJsvogel Groep daaropvolgend evenmin door [A.] is gesommeerd of in gebreke is gesteld terzake van het niet-nakomen van haar verplichtingen als franchisegever, is De IJsvogel Groep nimmer in verzuim geraakt. De vordering in reconventie zal dan ook worden afgewezen.
5.29. [A.] zal als de in conventie en in reconventie in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van De IJsvogel Groep worden in conventie begroot op:
- dagvaarding € 76,17
- griffierecht € 873,00
- salaris advocaat:
€ 1.400,00(2 punten × tarief € 700,-).
Totaal: € 2.349,17.
5.30. Voorts zullen de door De IJsvogel Groep in conventie gevorderde nakosten als onweersproken worden toegewezen, met dien verstande dat deze zullen worden gematigd naar het kantonrechterstarief.
5.31. De kosten aan de zijde van De IJsvogel Groep worden in reconventie begroot op:
- salaris advocaat: € 700,00 (2 x 0,5 punten × tarief € 700,-).

Beslissing

De kantonrechter:

in conventie

6.1. veroordeelt [A.] om aan De IJsvogel Groep te betalen:
1.
een bedrag van € 170.070,42 terzake rekening-courant, te vermeerderen met de opeisbare rente vanaf 31 augustus 2012 tot aan de dag van algehele voldoening;
2.
een bedrag van € 885,15 bruto terzake claim ex-werknemer;
6.2.
veroordeelt [A.] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van De IJsvogel Groep begroot op € 2.349,17, alsmede in de nakosten begroot op € 100,- zonder betekening en begroot op € 150,- in geval van betekening van dit vonnis indien [A.] voorts 14 dagen na aanschrijving de tijd heeft gehad om alsnog in der minne aan het gewezen vonnis te voldoen;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.

in reconventie

6.5. wijst de vorderingen af;
6.6. veroordeelt [A.] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van De IJsvogel Groep begroot op € 904,-.
6.7. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. H.J. Idzenga, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 november 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 306