ECLI:NL:RBNNE:2013:7306
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verrekening van vakantie-uren en overuren in arbeidsovereenkomst
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland werd behandeld, vorderde eiser [A] betaling van niet-genoten vakantie-uren en overuren van zijn voormalige werkgever [E]. [A] was van 21 april 2008 tot 21 april 2011 in dienst als kok bij [E], een sauna- en beautycentrum, en had een bruto maandsalaris van € 2.272,40. Na beëindiging van het dienstverband maakte [A] bezwaar tegen de eindafrekening, waarin een bedrag van € 241,50 was ingehouden wegens minuren. Hij stelde dat hij recht had op nabetaling van vakantie-uren en overuren, en dat de werkgever niet bevoegd was om min- en plusuren te verrekenen.
De kantonrechter oordeelde dat [E] de dagen waarop [A] niet werkte tijdens bedrijfssluitingen terecht als vakantiedagen had geboekt. De kantonrechter stelde vast dat er geen afspraken waren gemaakt over het opnemen van vakantiedagen tijdens deze sluitingen, maar dat [A] in de praktijk wel vakantie had opgenomen. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet aansprakelijk was voor de minuren die waren ontstaan door bedrijfssluitingen, en dat [A] onvoldoende had onderbouwd dat hij recht had op meer vakantiedagen dan in het urenoverzicht vermeld.
Wat betreft de overuren oordeelde de kantonrechter dat [A] niet had aangetoond dat hij recht had op uitbetaling van de plusuren, omdat de werkgever bevoegd was om deze te verrekenen met de minuren. De kantonrechter wees de vordering van [A] tot betaling van de overuren af, maar kende hem wel een bedrag van € 291,18 toe voor de niet-genoten vakantiedagen, vermeerderd met wettelijke rente en een wettelijke verhoging van € 72,80. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen.