2.het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Noord-Nederland, District Noord, Unit Recherche, Doorstart Onderzoek Jako, bestaande uit een tweetal ordners, proces-verbaalnummer: 2012049197 d.d. 6 juli 2013 met bijlagen,
te weten:
- een proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] (pag. 38e.v.)
met als bijlage een lijst van weggenomen goederen (pag. 40 e.v.), waaronder een horloge met een leren band van het merk Breitling en een gouden ketting met een hanger;
- een mutatierapport d.d. 29 september 2012 (pag. 420) betreffende een melding van[slachtoffer 7] dat haar zoon [verdachte] (verdachte) haar mishandeld zou hebben. De politie komt ter plaatse. [slachtoffer 7] toont bij die gelegenheid de verbalisanten een tas met een bivakmuts met gat erin en leren handschoenen. Zij vond dit vreemd;
- een foto gemaakt van de camerabeelden [slachtoffer 8] juwelier (pag. 154) waarop is te zien dat een van de daders ([medeverdachte]) tijdens de overval leren handschoenen droeg en dat de andere dader (verdachte) een bivakmuts droeg;
- een proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2013 waarin verbalisanten aangeven dat [slachtoffer 7] aan hen heeft verteld dat zij de tas met de bivakmuts en de leren handschoenen had weggegooid;
- een proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van[slachtoffer 4] (pag. 90 e.v.). Deze verklaring houdt zakelijk weergegeven in, dat zij vanaf september 2011 tot eind april 2013 een relatie heeft gehad met [verdachte] (verdachte).
Dat [verdachte] tegen haar heeft gezegd dat hij respect had voor een andere jongen, die nu veroordeeld is, met wie hij samen iets op zijn geweten had en dat die jongen 4 jaar heeft gekregen en niets over[verdachte] tegen de politie heeft verteld.
Dat [verdachte] tegen haar heeft gezegd dat hij voor deze jongen een paar duizend euro moest bewaren voor als die vrij komt. Dat zij 5 biljetten van 100 euro van [verdachte] heeft gekregen en zij deze bij de ING Bank in Leeuwarden op de rekening van [verdachte] heeft gestort opdat [verdachte] dan kon zeggen dat hij het geld van zijn vriendin had gekregen.
Dat zij [verdachte] met veel geld heeft gezien wat hij in haar bijzijn in Groningen heeft uitgegeven.
Dat [verdachte] gebruik maakt van het telefoonnummer 06-40320901.
Dat zij in de zomer van 2012 een gouden schakelketting met hanger met blauwe steen van [verdachte] heeft gekregen, dat zij dit kreeg zonder doos of dat het leuk was verpakt, dat zij dacht dat deze ketting wel 1300 euro waard was, dat zij eind juli 2012 deze ketting weer aan [verdachte] heeft teruggegeven, omdat [verdachte] deze terug wilde hebben.
Dat zij zich herinnert dat in de zomer van 2012 [verdachte] ’s avonds is vertrokken in donkere kleding (spijkerbroek en donker shirt) en dat hij de volgende dag in de middag weer thuis kwam en dat hij andere kleding droeg (bruine broek, wit shirt en een glimmende dikke winterjas) en dat hij een horloge van het merk Breitling droeg. Dat het een goudkleurig horloge betrof en dat de wijzers ook van goud waren. Dat [verdachte] het horloge niet lang heeft gehad, volgens haar heeft hij het horloge maar een dag om gehad. Dat [verdachte] tegen haar heeft gezegd dat hij wel meer van die horloges had gehad, maar dat zij dit zelf nooit heeft gezien.
Dat [verdachte] tegen haar heeft gezegd dat die andere jongen (de rechtbank verstaat de jongen met wie hij iets op zijn geweten had en die vier jaar had gekregen) geen bivakmuts droeg, omdat hij die vergeten was en dat die jongen dat zei tegen [verdachte] toen ze al weg waren.
- een proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 4] (pag. 97 e.v.). Deze verklaring houdt zakelijk weergegeven in, dat zij wel eens een wapen bij [verdachte] heeft gezien, dat het wapen zwart van kleur was en de kogels goud van kleur, dat [verdachte] de kogels bewaarde in een sok, dat zowel het wapen als de sok met kogels onder het matras (bed) van [verdachte] lagen, dat zij dit nog heel goed weet, omdat zij het wapen zelf in handen heeft gehad;
- een foto van [slachtoffer 4] waarop zij staat afgebeeld met de gouden ketting met hanger (pag. 102);
- een proces-verbaal aanvraag doorzoeking woning [adres] Assen (pag. 411 e.v.). Dit proces-verbaal houdt zakelijk weergegeven onder meer in (pag. 415): Uit historische gegevens blijkt dat het telefoonnummer van verdachte 06-40320901 in de periode van 12 juli 2012 meerdere keren contact heeft met het telefoonnummer 06-11464282 dat [medeverdachte] gebruikte. Op 12 juli 2012, de avond voor de overval, is er 2 keer telefonisch contact geweest. In de vroege ochtend van de overval (13 juli 2012) is er ook 2 keer telefonisch contact geweest tussen het telefoonnummer dat verdachte gebruikte en het telefoonnummer dat [medeverdachte] gebruikte. Later op de avond is er 4 keer contact geweest tussen de gebruikte telefoonnummers van verdachte [verdachte], te weten 06-50668552 en 06-40320901, met het telefoonnummer 06-11464282 van [medeverdachte];
- een proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] (pag. 474 e.v.). Deze verklaring houdt zakelijk weergegeven in, dat hij de op de foto afgebeelde gouden ketting met hanger die een jongedame draagt, soortgelijk is aan een ketting en hanger die bij de overval van 13 juli 2012 is weggenomen en dat de ketting en hanger staan vermeld op de lijst van weggenomen goederen behorende bij zijn aangifte;
- een proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van [getuige 1] (pag. 495 e.v.). Deze verklaring houdt zakelijk weergegeven in, dat in de zomer 2012 in de maand juli [slachtoffer 4] een brede schakelketting met blauwe steen van [verdachte] heeft gekregen, dat het echt een dikke ketting was en dat dat niet fris was, dat het een hartstikke duur ding was, dat [verdachte] geen werk heeft en niet naar school gaat. Dat zij [verdachte] niet vertrouwde, dat [slachtoffer 4] de ketting heeft gevonden in zijn kamer, dat [verdachte] [slachtoffer 4] haar toen eerst heeft uitgescholden en dat [verdachte] vervolgens heeft gezegd dat de ketting voor haar verjaardag in september was;
- een proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van [getuige 2] (pag. 94 e.v.). Deze verklaring houdt zakelijk weergegeven in, dat hij in de zomer van 2012 heeft gezien dat [verdachte] een Breitling horloge met groene wijzerplaat en leren band droeg;
- het mutatieverslag van een telefoontap waarin een gesprek wordt weergegeven tussen verdachte (B) en [slachtoffer 4] (E) op 14 juni 2013 (pagina’s 162 t/m 169 en 477A t/m 477H); Dit verslag houdt zakelijk weergegeven dat verdachte in de gesprekken[slachtoffer 4] een verrader noemt en dat door verdachte bedreigingen worden geuit aan die [slachtoffer 4] die er op neer komen haar te beïnvloeden om haar bij de politie afgelegde verklaring te wijzigen of om haar afgelegde verklaring bij de politie in te trekken.
Op grond van al het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte zich op 13 juli 2012 schuldig heeft gemaakt aan de overval op juwelierszaak “[slachtoffer 8]”.
De rechtbank overweegt daarbij dat de voor verdachte zeer belastende verklaring van [slachtoffer 4] op onderdelen wordt bevestigd door onder meer de verklaringen van anderen ([getuige 1], de moeder van [slachtoffer 4], en [getuige 2]) en door de tapgesprekken op 7 juni 2013 (pag. 170 e.v.) en 14 juni 2013 (pag. 162 e.v.).
De rechtbank acht daarom de verklaring van [slachtoffer 4] betrouwbaar, en acht zij deze verklaring in het licht van het zwijgen van verdachte op essentiële punten van doorslaggevende betekenis.
De rechtbank acht het primair tenlastegelegde bewezen.