In zijn advies van 27 maart 2007 heeft het CVZ het volgende - voor zover van belang - geschreven:
"De specifieke zorg aan transseksuelen valt grotendeels onder de te verzekeren prestaties ingevolge de Zorgverzekeringswet. Dit blijkt uit het door het CVZ opgestelde toetsingskader. Dit toetsingskader bevat:
een opsomming van de interventies die bij de behandeling van transseksualiteit aan de orde (kunnen) zijn;
een weergave van de van toepassing zijnde regelgeving;
een uitspraak over de vraag of al dan niet sprake is van een te verzekeren prestatie Zvw.
Bij het opstellen van het toetsingskader is gebleken dat een aantal onderwerpen nadere invulling behoeft. Het CVZ heeft daarom besloten om met zorgaanbieders, zorgverzekeraars en patiënten- en belangengroeperingen in overleg te treden. Het doel daarvan is om te komen tot een eenduidige uitleg van de te verzekeren prestaties op het punt van zorg aan transseksuelen. (…)
Behandeling van plastisch-chirurgische aard: uiterlijke geslachtskenmerken bij een vastgestelde transseksualiteit
Uit jurisprudentie blijkt dat alleen de correctie (via behandeling van plastisch-chirurgische aard) van primaire uiterlijke (voetnoot: geslachtskenmerken zijn kenmerken waarmee onderscheid gemaakt wordt tussen personen van het mannelijke en vrouwelijke geslacht. De primaire geslachtskenmerken zijn bij de geboorte al aanwezig) geslachtskenmerken onder de vijfde grond valt (artikel 2.4, lid 1, onder b van het Besluit: indien de behandeling strekt tot correctie van uiterlijke geslachtskenmerken bij een vastgestelde transseksualiteit, valt dit onder geneeskundige zorg, aanvulling kantonrechter). Voor de overige (secundaire) uiterlijke geslachtskenmerken (voetnoot: secundaire geslachtskenmerken zijn geslachtskenmerken die zich pas ontwikkelen in de puberteit) - geldt dat voldaan moet zijn aan het criterium lichamelijke functiestoornis (zie artikel 2.4, lid 1, aanhef en onder, b, ten eerste) of aan het criterium verminking (zie artikel 2.4, lid, aanhef en onder b, ten tweede).
Wat is de reden voor het verschil in benadering tussen primaire geslachtskenmerken enerzijds en secundaire geslachtskenmerken anderzijds? Daarmee wordt bewerkstelligd dat voor transseksuelen en niet-transseksuelen in beginsel dezelfde eisen gelden als het gaat om correctie van (afwijkingen in) het uiterlijk.
Behandeling van plastisch-chirurgische aard: lichamelijke functiestoornis en verminking
Zoals gezegd, geldt voor de secundaire geslachtskenmerken dat getoetst moet worden aan het criterium lichamelijke functiestoornis of het criterium verminking. Zorgverzekeraars gaan daarbij uit van de volgende (mede aan de jurisprudentie ontleende) definities:
Afwijkingen in het uiterlijk die gepaard gaan met aantoonbare lichamelijke functiestoornissen:
o uiterlijk: de buitenkant van het lichaam betreffend;
o aantoonbaar: de functiestoornis moet objectiveerbaar zijn, d.w.z. meetbaar en voldoen aan tevoren vastgestelde criteria;
o de functiestoornis moet ernstig zijn;
o voorbeelden functiestoornis: bewegingsbeperking, gezichtsveldbeperking, doorgankelijkheid.
o lichamelijk: dit sluit psychische en sociale functiestoornissen t.g.v. een lichamelijke afwijking uit.
Verminking: van verminking is sprake in geval van een ernstige misvorming. Deze misvorming moet het gevolg zijn van een ziekte, ongeval of geneeskundige verrichting (voetnoot: (…) gedoeld wordt op verworven aandoeningen, zoals misvormingen van de handen door reumatoïde arthritis, misvormingen door verlammingen van de aangezichtszenuw, misvormingen door brandwonden, replantatie van ledematen, reconstructie van geamputeerde ledematen of geamputeerde mammae).
Het gaat hier om de beoordeling van de transseksueel in zijn/haar nieuwe geslacht. Dat betekent dat deze ingrepen pas aan de orde kunnen zijn na de geslachtsveranderende operaties (…).
Bij de toetsing van ingrepen bij transseksuelen aan het criterium verminking komt het erop neer dat bekeken zal moeten worden of het uiterlijk van de transseksueel na de geslachtsveranderende operatie zo extreem mannelijk respectievelijk vrouwelijk is dat dit bij vrouwen respectievelijk mannen in het algemeen niet voorkomt en in het dagelijks leven zo opvallend is dat er bij derden een schrikeffect ontstaat.
(…)
Bilaterale subcutane mastectomie: Voor mannen in het algemeen geldt dat een mastectomie (borstamputatie, aanvulling kantonrechter) ter correctie van een gynaecomastie (voetnoot: borstvorming bij mannen) voor verstrekking/vergoeding in aanmerking komt indien er sprake is van aangetoond klierweefsel, waarbij er geen onderliggende oorzaak is of waarbij deze reeds behandeld is en indien deze gynaecomastie langer bestaat dan 12 maanden. Daarbij dient er sprake te zijn van:
een aantoonbare lichamelijke functiestoornis:
en/of
een verminking:
- een gynaecomastie, waarbij sprake is van een duidelijke feminisatie van de borst, vergelijkbaar met Tannerstadium M4 of meer.
Het vorenstaande is ook van toepassing op transseksuelen en indien aan de voorwaarden wordt voldaan, behoort de ingreep tot de te verzekeren prestaties Zvw.
(…)
Mamma-augmentatie: Het plaatsen van inwendige, operatief te plaatsen borstprotheses heeft de regelgever expliciet als te verzekeren prestatie uitgesloten, tenzij er sprake is van plaatsing na een gehele of gedeeltelijke borstamputatie. Reden voor deze uitsluiting is dat de behandeling meestal niet medisch noodzakelijk is, maar veelal een louter cosmetisch karakter heeft. De uitsluiting heeft ook betrekking op de behandeling in het kader van transseksualiteit; het plaatsen van borstimplantaten is ook in dat geval uitgesloten als verzekerde prestatie.
Mammaprothesen voor uitwendige toepassing behoren wel tot de te verzekeren prestaties ingeval deze dienen ter vervanging van een geheel of nagenoeg ontbrekende borstklier (artikel 29, lid 1, Bzv juncto artikel 2.6, lid 1, onder b en artikel 2.8 van Rzv). Bij mv-verandering kan dit laatste aan de orde zijn."