Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[naam],
[naam],
gedaagden, hierna afzonderlijk [eiser sub 1] en [eiser sub 2] en gezamenlijk [eisers] te noemen,
- dagvaarding;
- conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie;
- conclusie van repliek in conventie; tevens conclusie van antwoord in reconventie;
- conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie;
- conclusie van dupliek in reconventie.
1.De vaststaande feiten
D
e commissie heeft niet kunnen vaststellen of de normen in acht genomen waren bij het leggen van de oude laminaatvloer, maar de commissie laat dat verder onbesproken, omdat inmiddels een nieuwe laminaatvloer is gelegd.De klachtencommissie gaat ervan uit, dat de bedoelde normen[kantonrechter: bedoeld wordt de door de overheid gegeven normen]
bij het leggen van de nieuwe laminaatvloer in acht zijn genomen, nu het bedrijf dat de vloer heeft gelegd zich aan die normen moet houden, nu de corporatie heeft toegezien op het naleven van die normen en nu klager heeft gesteld, dat het geluid thans beter gedempt wordt. In elk geval is niet aannemelijk geworden, dat de normen bij het leggen van de nieuwe laminaatvloer zouden zijn geschonden.[…]
De corporatie heeft toegezegd nog te zullen controleren of de oude laminaatvloer in de gehele woning van de bedoelde bovenburen is vervangen door een nieuwe vloer en, indien en voor zover dat niet het geval mocht zijn, te controleren of de aangetroffen laminaatvloer aan de geldende normen voldoet. Voldoet de bij de bovenburen aanwezige laminaatvloer niet aan de geldende normen, dan wordt de corporatie geacht het nodige te ondernemen om ervoor te zorgen, dat de aanwezige laminaatvloer alsnog aan die normen voldoet.
[…]
Daarbij is nog van belang, dat de klacht van klagers niet aantoonbaar door anderen wordt ondersteund en dat er sprake is van klachten over en weer.[…]
Het gedrag van de bovenburen kan zodanig zijn, dat er sprake is van overlast. De corporatie heeft door de bovenburen veroorzaakte overlast niet kunnen vaststellen en de klachtencommissie evenmin.
Een geluidsmeting zou duidelijk kunnen maken of de bovenburen – ongeacht of de oude, dan wel de nieuwe vloer in hun woning ligt- geluidsoverlast voor klager veroorzaken. Het aanbod van de corporatie om die meting te laten uitvoeren is door klager echter afgeslagen en dat is voor zijn rekening.[…]
[…]
De corporatie zal pas maatregelen tegen een van haar huurders kunnen treffen, als dat onder de gegeven omstandigheden en na afweging van de betrokken belangen verantwoord is.Gelet daarop en gelet op de zorgvuldigheid welke de corporatie bij haar handelen in acht dient te nemen, heeft de corporatie naar behoren gehandeld door geen maatregelen tegen de bovenburen te treffen.
2.Het geschilIn conventie en in reconventie
3.De beoordeling
hebben dit naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende gemotiveerd weersproken. Weliswaar wijzen zij naar de door hen als productie 6 bij conclusie van antwoord overgelegde brief van de Nationale Ombudsman, maar daarin is enkel vermeld dat is afgesproken dat [eisers] het geschil met de buren via buurtbemiddeling zullen proberen te beslechten. Niet blijkt daaruit dat zij vervolgens hun volledige medewerking hebben verleend aan de daarop in gang gezette bemiddelingspogingen. Dat op initiatief van [eisers] is ingezet op bemiddeling, zoals zij stellen, doet niet ter zake.
In reconventie
Naar aanleiding van de opnieuw ingediende klacht heeft de Klachtencommissie bij advies van 26 maart 2009 bevestigd dat de Woonplaats voldoende controle heeft verricht ten aanzien van de laminaatvloer van de bovenburen van [eisers] Verder blijkt uit laatstgenoemd advies dat [eisers] een door de Woonplaats aangeboden geluidsmeting teneinde de gestelde overlast te onderzoeken heeft geweigerd.
Dit betekent dat de vastgelijmde marmoleum vloer in beginsel verwijderd had moeten zijn op het moment van oplevering van de woning. Dit beginsel lijdt uitzondering ingeval de vloer met toestemming van de Woonplaats is aangebracht en is afgesproken dat deze bij het eindigen van de huurovereenkomst mocht blijven liggen. Dat sprake is van een dergelijke toestemming is niet althans, in het licht van de uitdrukkelijke betwisting door de Woonplaats, onvoldoende gemotiveerd gesteld. Dat de Woonplaats er bij [eisers] niet op heeft gestaan de vloer te verwijderen heeft enkel te maken met, zo begrijpt de kantonrechter, het feit dat de opvolgend huurder deze heeft willen overnemen. De Woonplaats staat hier buiten en is dan ook geen eigenaar geworden van de vloer. [eisers] kunnen daarom geen aanspraak maken op een schadevergoeding op grond van ongerechtvaardigde verrijking van de Woonplaats. De vordering ter zake wordt dan ook afgewezen.
- wijst de vorderingen af;
- veroordeelt [eisers] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van de Woonplaats tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 500,00 aan salaris van de gemachtigde van de Woonplaats;