Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van 2 augustus 2013;
- de brief van 6 september 2013 van Pranger Beheer B.V.;
- de mondelinge behandeling van 12 september 2013.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 september 2013 uitspraak gedaan in een rekestprocedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] LETSELSCHADE B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PRANGER INCASSO OVERIJSSEL B.V. Het verzoek van [X] om de rechtbank te verzoeken een bindend adviseur te benoemen, is afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen wettelijke basis bestond voor het toewijzen van het verzoek. Dit werd onderbouwd door de inhoud van de koopovereenkomst van 27 december 2005, waarin een bepaling is opgenomen die voorziet in de benoeming van bindend adviseurs door de partijen zelf. Indien deze adviseurs niet binnen een bepaalde termijn een uitspraak doen, kan een van de partijen de rechtbank verzoeken om een derde adviseur te benoemen. In dit geval was er echter verweer van Pranger, die het niet eens was met het verzoek van [X]. De rechtbank concludeerde dat er geen ruimte was om op basis van welwillendheid tot benoeming over te gaan, aangezien het verzoek niet op wettelijke gronden kon worden toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. S. Dijkstra.