Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
- een schedel van een jaguar (NVWA nr: 025) en/of
Vordering officier van justitie
Standpunten van het openbaar ministerie en van de verdediging
Het wettelijk kader
Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Floraofwel het CITES-Verdrag. Dit verdrag beoogt wereldwijd de legale handel in wilde dier- en plantensoorten te reguleren om soorten te beschermen tegen overexploitatie. Het Verdrag is van toepassing op elk dier of elke plant, levend of dood, van een soort die is opgenomen in een Bijlage bij het CITES-Verdrag. Kort gezegd kent het CITES-Verdrag de Bijlagen I, II en III, waarin zijn opgenomen (I) soorten die met uitsterven worden bedreigd en (II) soorten die zonder maatregelen mogelijk met uitsterven kunnen worden bedreigd en (III) soorten waarvan één Lid-Staat de bescherming eist omdat de soort op haar grondgebied wordt bedreigd.
Beoordeling van het bewijs door de rechtbank
118: schedel van een jonge leeuw (gedetermineerd als jaguar)”, waarin zou kunnen worden gelezen dat ook de verbalisanten schedel nr. 118 bij nader inzien beschouwden als een leeuwenschedel. Ter zitting is namens verdachte gesteld dat het gaat om een panterschedel. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van dit onderdeel nu niet overtuigend is komen vast te staan van welke diersoort deze schedel afkomstig is.
grizzly bear. Op pagina 464 van het proces-verbaal blijkt dat schedel 008 is aangemerkt als de schedel van de bruine beer (grizzly). CITES-document 024366B ziet dus op schedel 008. Daaruit volgt dat dit CITES-document niet tevens ziet op schedel 035 of schedel 079. Over schedels 035 en 079 heeft [naam 3] dan –zo kan worden afgeleid uit het voorgaande- gezegd dat deze oude collectie zijn. Bewijs daarvoor ontbreekt echter. De rechtbank concludeert dat schedel 35 niet is vrijgesteld ex artikel 11, eerste lid, onder c van de Rvbdp. Het subsidiaire verweer gaat niet op omdat het specimen geen normale persoonlijke bezitting of huisraad vormt, zoals hiervoor is geoordeeld. Het meer subsidiaire verweer wordt ook gepasseerd, gelet op hetgeen hiervoor werd overwogen. De rechtbank zal verdachte voor het bezit van dit specimen veroordelen.
al de stukken zijn van voor 1940”. Als bewijs schiet dat volstrekt tekort. Bovendien blijkt uit pagina 441 van het proces-verbaal dat [naam 8] heeft verklaard dat de collectie werd geschonken, terwijl verdachte stelt dat hij voor de collectie heeft betaald. Het CITES-regime zou teniet worden gedaan indien dergelijke geschriftjes, zonder opgave van redenen van wetenschap omtrent de oorsprong en ouderdom van de specimens, als bewijs zouden worden geaccepteerd. Het verweer wordt gepasseerd. Het onderdeel wordt bewezen verklaard.
Ten aanzien van feit 2:
Bewezenverklaring
- een schedel van een jaguar (NVWA nr: 025) en