ECLI:NL:RBNNE:2013:6537

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 oktober 2013
Publicatiedatum
30 oktober 2013
Zaaknummer
C-17-121313 - HA ZA 12-228
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit en schadevergoeding bij de koop van een zeiljacht

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, vorderden UVM Verzekeringsmaatschappij N.V. en de heer [A] schadevergoeding van Rossinante Trading B.V. naar aanleiding van gebreken aan een zeiljacht dat door Rossinante was verkocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 16 februari 2007 een koopovereenkomst was gesloten voor een nieuw aluminium zeiljacht, dat op 31 maart 2008 werd geleverd. Na de levering heeft [A] verschillende problemen ervaren met het zeiljacht, waaronder corrosie in de watertank, onthechting van het verfsysteem en elektrische problemen. UVM, als verzekeraar van [A], heeft de schade vergoed en heeft zich in deze procedure opgeworpen als subrogatiehouder van [A]. De rechtbank heeft de vorderingen van UVM en [A] afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat Rossinante tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de gebreken niet konden worden aangemerkt als non-conformiteit, omdat [A] niet voldoende had aangetoond dat hij Rossinante schriftelijk had aangemaand om de gebreken te herstellen. Bovendien was niet gebleken dat Rossinante had geweigerd om kosteloos herstel te bieden. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van UVM en [A] niet toewijsbaar waren en dat zij als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moesten worden veroordeeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/121313 / HA ZA 12-228
Vonnis van 23 oktober 2013
in de zaak van
1. de naamloze vennootschap
UVM VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
2.
[A],
wonende te [plaats],
eisers,
advocaat: mr. L. Schuurs te Zwolle,
tegen
de besloten vennootschap
ROSSINANTE TRADING B.V.,
gevestigd te Engwierum,
gedaagde,
advocaat: mr. P.S. van Zandbergen te Buitenpost.
Eisers zullen hierna UVM en [A] en gedaagde zal hierna Rossinante genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • het proces-verbaal van comparitie d.d. 17 januari 2013
  • de brief van de advocaat van UVM/[A] van 11 februari 2013 houdende opmerkingen naar aanleiding van de tekst van het proces-verbaal
  • de brief van de advocaat van Rossinante van 25 februari 2013 eveneens houdende opmerkingen naar aanleiding van de tekst van het proces-verbaal.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De vaststaande feiten

In deze procedure zal van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1.
Tussen Rossinante (i.o.) als verkoper en [A] als koper is op 16 februari 2007 een schriftelijke koopovereenkomst gesloten met betrekking tot een nieuw aluminium zeiljacht Allures 44, bouwjaar 2008. De koopprijs van het zeiljacht - genaamd "[X]" - bedroeg € 416.421,-. De levering van het zeiljacht heeft plaatsgevonden op of omstreeks 31 maart 2008, vanaf de werf van de fabrikant van het zeiljacht, Allures Yachting te Cherbourg, Frankrijk.
2.2.
In artikel 5.1. van de koopovereenkomst is bepaald dat de HISWA algemene aannemings-, verkoop en leveringsvoorwaarden (hierna te noemen: de HISWA voorwaarden) onderdeel uitmaken van de overeenkomst.
2.2.1.
Artikel 5 van de (toenmalige) HISWA voorwaarden bepaalt onder meer:
ARTIKEL 5 - DE GARANTIE
1. De leverancier staat ervoor in dat hij een pleziervaartuig of casco, inclusief de overeengekomen uitrustingsstukken en inventaris, levert dat beantwoordt aan de overeenkomst. De leverancier staat er bovendien voor in dat het geleverde de eigenschappen bezit die, alle omstandigheden in aanmerking genomen, voor een normaal gebruik nodig zijn, alsmede voor een bijzonder gebruik voor zover dat is overeengekomen.
2. De leverancier staat ervoor in dat de door hem verrichte werkzaamheden beantwoorden aan de overeenkomst en worden uitgevoerd met goed vakmanschap en met gebruikmaking van deugdelijk materiaal.
3. Met inachtneming van het vorenstaande garandeert de leverancier gedurende een termijn van twaalf maanden de afwezigheid van gebreken die zich openbaren of ontstaan na levering. (…) Op onderdelen die door derden zijn geleverd en die door de leverancier zijn verwerkt gelden de garantievoorwaarden van deze derden voor zover de desbetreffende garantiebewijzen aan de afnemer ter hand zijn gesteld. Ingeval sprake is van onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden wordt op de eventueel daaronder begrepen schilder- en coatingwerkzaamheden geen garantie gegeven.
4. Onverminderd de overige rechten die hem op grond van de wet toekomen heeft de afnemer recht op kosteloos herstel van gebreken en op vervanging van gebrekkige onderdelen op de werf van de leverancier binnen redelijke tijd. De afnemer kan op kosten van de leverancier een noodzakelijk herstel door een derde laten uitvoeren, voor zover de kosten daarvan redelijk zijn. Voor de vaststelling van die redelijkheid wordt het prijsniveau van de leverancier in aanmerking genomen. De derde die een noodzakelijk herstel kan uitvoeren wordt in overleg met de afnemer door de leverancier aangewezen.
Herstel bij een derde is alleen mogelijk:
- indien de leverancier niet of niet tijdig in staat is het gebrek op zijn eigen werf te herstellen of
- indien sprake is van een wanverhouding tussen de noodzakelijke kosten van transport van het voertuig naar de werf van de leverancier en de kosten van herstel op die werf of
- indien in verband met de omstandigheden van de afnemer niet kan worden verlangd dat hij het herstel op de werf van zijn leverancier laat uitvoeren.
(…)
8. De leverancier staat niet in voor gebreken die na de oplevering van de goederen zijn ontstaan als gevolg van normale slijtage, ondeskundig gebruik of gebrek aan zorgvuldigheid, of die het gevolg zijn van door de afnemer of door derden aangebrachte veranderingen aan het geleverde. Evenmin staat de leverancier in voor de eventueel ontstane schade als gevolg van vorenbedoelde gebreken.(…)
2.3.
Na de levering van het zeiljacht heeft [A] elektronica in het zeiljacht laten inbouwen door Aquatel te Makkum. Het gaat daarbij onder meer om een elektrische lier, een boegschroef, een SSB-zender/ontvanger, een 220V dynamo, een watermaker, een navtex en een scheidingstransformator voor de marifoon. [A] heeft zelf een plotter, een mobilert en een elektrische barometer aangesloten. Voorts heeft [A] een aangesloten antenne van de navtex verplaatst en een kabel losgehaald, deze op een andere plaats doorgevoerd en vervolgens weer aangesloten.
2.4.
[A] is in juli 2009 begonnen met het maken van een wereldreis met het zeiljacht. Tijdens deze wereldreis zijn er op enig moment problemen opgetreden met de waterpomp en de drinkwatervoorziening op het zeiljacht. Hierbij raakte het drinkwaterfilter steeds verstopt door een korrelige substantie. [A] heeft het drinkwaterfilter meerdere malen gereinigd, maar de problemen bleven aanhouden, waarna [A] de waterpomp heeft vervangen.
2.5.
In oktober 2009 heeft [A] de watertank opengemaakt, waarbij hij heeft geconstateerd dat de bodem van de watertank was aangetast door corrosie. Vervolgens heeft [A] bij Rossinante melding gemaakt van deze corrosie en heeft hij de tank schoon en droog gemaakt overeenkomstig de aanwijzingen van Rossinante.
2.6.
In januari 2010 heeft [A] geconstateerd dat de corrosie zich verder had uitgebreid. Op 6 januari 2010 heeft hij hiervan melding gemaakt bij zijn WA/Casco-verzekeraar, UVM. UVM heeft hierna Garantex B.V. ingeschakeld om als deskundige het zeiljacht te inspecteren. Een expert van Garantex - de heer J.L. Goorhuis - heeft op 30 maart 2010 deze inspectie uitgevoerd op de (toenmalige) ligplaats van het schip te Willemstad, Curacao. In haar expertiserapport d.d. 12 juli 2010 meldt Garantex onder meer:

3.Schadeoorzaak

Er is sprake van verschillende afzonderlijke problemen in het vaartuig. Deze problemen zijn allen terug te voeren op fouten die gemaakt zijn door de werf bij de bouw en het ontwerp van het schip.

1. Corrosie in de watertank:
Er is een reeks testen en onderzoeken uitgevoerd om de oorzaak van de corrosie vast te stellen (zie bijlage 1 en 2). Aan de hand van deze gegevens concluderen wij dat de corrosie in de tank het gevolg is van de samenstelling van het ingenomen drinkwater. Het aluminium in de tank is onvoldoende bestand tegen de diverse in het drinkwater voorkomende chemicaliën waardoor overmatige corrosie optreedt.
Deze conclusie wordt onderbouwd door het feit dat andere Allures eigenaren te maken hebben met vergelijkbare problemen. De mate waarin varieert sterk met de locaties waar drinkwater is ingenomen. Met name drinkwaterinname buiten Europa leidt tot verregaande corrosie in de tank.
Het feit dat drinkwateropslag kan leiden tot (ernstige) corrosie in de tank moet als een constructief gebrek worden beschouwd. De bodem van de tank vormt tevens de huid van het schip. Verzwakking van de tank/bodemplaat kan in dit geval leiden tot falen van de bodemplaat.
Het schip wordt in de markt gezet als "vertrekkersboot" en er kan bij een dergelijk schip verwacht worden dat er op diverse locaties in de wereld drinkwater ingenomen zal worden. De tank dient hierop berekend te zijn.
2. Onthechting verfsysteem binnen en bovendeks:
De problemen met het verfsysteem moeten los worden beschouwd van de corrosie in de tank. Analyse van de gegevens door International Paints levert een drietal mogelijke verklaringen op voor de problemen met de hechting. Zo kan het zijn dat de onderlaag onvoldoende is voorbehandeld en/of geschuurd. Ook kan er bij het opzetten van de verf een te dikke laagopbouw is geweest waardoor oplosmiddelen uit de verf in de plamuurlaag zijn getrokken waardoor deze weer zacht is geworden. Een laatste mogelijkheid is dat er bij het uitharden van de plamuur een te lage temperatuur is geweest of dat de temperatuur te grote schommelingen heeft vertoond.
De coating aan de binnenzijde van het casco laat eveneens op diverse plaatsen los. Deze coating is vrij dun en in één laag opgebracht. Er is geen primer of onderlaag toegepast. De onthechting is het gevolg van een onvoldoende ontvetten van de ondergrond.
Alle bovenstaande oorzaken zijn terug te voeren op een foutieve opbouw van het verfsysteem bij de opbouw van het schip.
3. Elektrische problemen
De diverse problemen in elektrisch systeem vinden alle hun oorsprong bij de aanleg door de werf. De aanleg is niet volgens de bijgeleverde schema's uitgevoerd. Tot dusverre hebben de aansluitfouten niet geleid tot gevolgschade in de rest van het vaartuig. Dit valt echter voor de toekomst niet uit te sluiten.

4.Schadebegroting

(…)
Om de diverse problemen op te lossen zal het schip bij voorkeur terug naar de werf gebracht worden. Aldaar kunnen de fouten hersteld worden. Indien het vaartuig elders gerepareerd wordt (buiten Europa) vallen de kosten niet te voorspellen. Dit is sterk afhankelijk van de geldende uurtarieven en beschikbare expertise. Ook is niet te voorspellen in hoeverre de schade in de tussentijd zal verergeren. Gesteld kan worden dat hoe langer gewacht wordt met herstel hoe hoger de kosten zullen worden.
(…)
5. Aanbevelingen
1. Om de corrosie in de tank te stoppen dient de tank aan de binnenzijde te worden gecoat met een hiervoor geschikte coating. De voorbehandeling van de tank zal moeten bestaan uit het stralen van de plaat. Direct hierna zal een verfsysteem moeten worden aangebracht volgens de voorschriften van de leverancier.
2. De hechtingsproblemen van het verfsysteem op de romp kunnen alleen opgelost worden door het gehele systeem te verwijderen en opnieuw aan te brengen.
3. Elektrische problemen in het schip dienen (door de werf/importeur) exact te worden gelokaliseerd en verholpen.
(…)
7. Opmerkingen
1. Verzekerde heeft een deel van het schilderwerk (buitenzijde romp) reeds zelf opnieuw laten schilderen op Curacao.
(…)
2.7.
Namens (de verzekeraar van) Rossinante heeft ook ESMA Expertise (hierna: ESMA) onderzoek aan het zeiljacht verricht. Hiervan zijn expertiserapporten d.d. 9 juni en 22 september 2010 opgesteld.
In haar rapport van 9 juni 2010 meldt ESMA onder meer:
"(…)
Opmerkingen
(…) In de aluminium drinkwatertank worden metaaldeeltjes aangetroffen. Er wordt niet aangegeven wat voor metaaldeeltjes zijn aangetroffen. Zijn de metaaldeeltjes van gelijk materiaal als de tank, dan kunnen de metaaldeeltjes geen invloed hebben op aantasting als gevolg van galvanische werking. Aantasting van aluminium tanks door stilstaand water is uiterst onwaarschijnlijk. Drinkwater met toevoegingen kunnen invloed hebben op de beschermlaag van aluminium.
De geconstateerde gebreken aan de coating behoort een dergelijk jong vaartuig niet te vertonen. Wel merken wij op dat een zoute omgeving een agressieve werking heeft op aluminium. Indien de coating goed en volgens voorschrift is aangebracht en gebruik is gemaakt van de juiste coating, moet deze bestand zijn tegen enige jaren intensief gebruik. Of er sprake is van een applicatiefout dan wel van een productiefout is goed vast te stellen door een onafhankelijke verfdeskundige. Het is vooralsnog uiterst onwaarschijnlijk dat de eventueel lekspanning invloed heeft op bijvoorbeeld het zacht worden van de plamuurlagen.
Het is ons niet bekend dat met name Allures jachten problemen hebben met aantasting van aluminium delen. Aantasting door lekspanning en galvanische corrosie is voor aluminium jachten een doorlopend reëel probleem.
Opmerking
De omvang en de oorzaak van de problemen met de coating zullen door een onafhankelijk bedrijf te worden vastgesteld, alvorens tot enige reparatie wordt overgegaan. Indien er sprake is van een applicatie dan wel een productfout, zullen de reparatiekosten hoog oplopen.
De oorzaak van de verschillende potentiaalverschillen in het boordnet zullen verder onderzocht dienen te worden. De aansluitproblemen met de mastverlichting dienen hersteld te worden. Gezien de uitbreiding van het vaartuig met diverse apparatuur is het zeker niet uit te sluiten dat de gemeten lekspanning een gevolg is van een aansluit dan wel een aardfout."
In haar rapport van 22 september 2010 meldt ESMA onder meer:
"Constatering
Wij constateerden tijdens onze inspectie aan het vaartuig vantegenpartij, de heer [A], het volgende:
* De watertank is een geïntegreerde tank, waarbij het vlak van het voertuig de bodem van de tank vormt. Op de bovenkant van de tank is de vloer van de kajuit gesitueerd.
* Op het vlak - is bodem van tank - is sprake van putcorrosie in de aluminium plaat; diepte putcorrosie gemiddeld 1 mm, op sommige plaatsen richting 2 mm.
(…)
Reparatie
De aluminium plaat van het vlak is volgens opgave ter plaatse 6-8 mm dik. Gezien de thans nog geringe diepte van de corrosieputten is het vervangen van het vlak niet direct noodzakelijk. Wel is het noodzakelijk om verdere aantasting te voorkomen. In principe kan een coating bescherming bieden tegen verdere aantasting. (…)
Oorzaak van de schade
De oorzaak van de aantasting van de aluminium plaat is een gevolg van een geleidelijke aantasting van de aluminium plaat gedurende langere tijd (jaren). Volgens opgave van de eigenaar vertoont het onderwaterschip geen enkel spoor van aantasting. De eigenaar heeft het onderwaterschip recent gecontroleerd, nadat het vaartuig als deklast op een vrachtschip naar Nederland is gekomen. Aantasting door elektrolyse als gevolg van een lekstroom of veroorzaakt door een potentiaalverschil kan derhalve uitgesloten worden aangezien het onderwaterschip bij het bestaan van een lekstroom en/of potentiaalverschil zeker aangetast zal worden.
(…)
De heer [A] heeft gereclameerd bij de Franse fabrikant van de Allures. Volgens de fabriek wordt de aantasting veroorzaakt door te lang stilstaand water in de drinkwatertank, waardoor een corrosief milieu zou ontstaan. In het onderhavige geval is verzekerde al varend bezig met een lange reis van jaren. Er is derhalve nauwelijks sprake van lang stilstaand water. (…) De tanks en het vaartuig dienen uiteraard bestand te zijn voor gebruik als drinkwatertank. Van de kant van de werf Allures is geen enkel voorbehoud of aanwijzing voor controle kenbaar gemaakt ten aanzien van de watertanks."
2.8.
In opdracht van UVM/[A] is het zeiljacht in de loop van 2010 naar Nederland getransporteerd voor het laten uitvoeren van herstelwerkzaamheden.
2.9.
De advocaat van UVM/[A] heeft Rossinante bij brief van 8 december 2010 onder meer medegedeeld:
"(…) Zoals u weet hebben zich bij dit schip verscheidene problemen voorgedaan. Deze problemen zijn terug te voeren op fouten die gemaakt zijn bij het ontwerp en/of de bouw van het schip. Kort gezegd gaat het om corrosie in de watertank, onthechting van het verfsysteem en problemen met betrekking tot de elektrische installatie.
Er hebben diverse expertises plaatsgevonden, ook namens de door u ingeschakelde (aansprakelijkheids)verzekeraar.
Het herstel van de schade is verzekerd op een verzekeringsovereenkomst die de heer [A] heeft bij mijn cliënte, UVM Verzekeringsmaatschappij/Unigarant N.V. te Hoogeveen.
Door betaling van de schade treedt UVM in de rechten van de heer [A] jegens uw onderneming als verkoper.
Ik stel mij op het standpunt dat het door u geleverde schip niet de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik noodzakelijk zijn en waarvan de heer [A] als koper de aanwezigheid niet behoefde te twijfelen. Anders gezegd: er is sprake van non-conformiteit als bedoeld in de wet (artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek).
U bent in een eerder stadium al in kennis gesteld van de situatie.
(…)
Hierbij stel ik u (voor zover nodig) nogmaals aansprakelijk voor alle schade en kosten die uit de geconstateerde gebreken voortvloeien, de kosten die te maken hebben met de repatriëring van het schip daaronder nadrukkelijk begrepen.
Hoewel van uw kant het schip al is onderzocht, stel ik u nog tot 1 januari a.s. in de gelegenheid om desgewenst nader onderzoek te (laten) verrichten. Ook de Franse werf heb ik tot 1 januari a.s. in de gelegenheid gesteld om nader onderzoek aan het schip te verrichten. Bijgaand treft u mijn brief aan de Franse werf aan.
Het schip bevindt zich op dit moment te Makkum bij K&M Yachtbuilders (…). Het ligt in de bedoeling om na 1 januari a.s. het schip te (laten) herstellen. (…)"
2.10.
In reactie op de hiervoor genoemde brief zijdens UVM/[A] heeft Rossinante de advocaat van UVM/[A] bij brief van 17 december 2010 verzocht om verdere communicatie te voeren met haar verzekeraar.
2.11.
De advocaat van UVM/[A] heeft Rossinante bij brief van 11 januari 2011 onder meer bericht:
"(…) Ik stel vast dat u geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om het schip nogmaals te (doen) bekijken.
Zoals ik in mijn brief van 8 december jl. heb aangekondigd, zal het herstel van het schip nu ter hand worden genomen. De desbetreffende werf zal één dezer dagen de diverse reparatiewerkzaamheden gaan uitvoeren.
In uw brief van 17 december jl. verwijst u naar uw verzekeraar. Met de heer [B] van Kuiper Verzekeringen had ik op 5 januari jl. een telefoongesprek. In dat telefoongesprek heb ik onder andere aangegeven dat ik er uiteraard geen bezwaar tegen heb indien de Franse werf de schade voor haar rekening neemt, maar dat, zolang daar geen sprake van is, uw onderneming aansprakelijk wordt gehouden voor de schade. (…)"
2.12.
De advocaat van UVM/[A] heeft Rossinante bij brief van 15 februari 2011 medegedeeld:
"Hierbij zend ik u mijn reactie op de brief van Allures van 3 februari jl. Voor uw gemak sluit ik de Nederlandse tekst bij.
Zodra de herstelwerkzaamheden hebben plaatsgevonden, zal ik u in kennis stellen van de kosten en u de gelegenheid geven om de aldus ontstane schade te vergoeden. (…)"
2.13.
De advocaat van UVM/[A] heeft Allures bij brief van gelijke datum medegedeeld:
"(…) Ik stel vast, dat u al zeer geruime tijd op de hoogte bent van de problemen die zich bij het desbetreffende jacht (en bij andere jachten van uw werf) hebben voorgedaan en dat uwerzijds geen initiatieven zijn genomen om de ontstane problemen op te lossen.
Ik stel verder vast, dat u in de tussentijd op geen enkele wijze hebt aangegeven meer tijd nodig te hebben.
Bovendien stel ik vast, dat u aansprakelijkheid van de hand wijst en de oorzaak van de problemen toeschrijft aan de wijzigingen die de eigenaar van het jacht aan het elektrisch systeem zou hebben aangebracht.
(…)
Overigens geeft u in overweging om de werf in Frankrijk eventuele herstelwerkzaamheden te laten verrichten, kennelijk niet op uw kosten, maar voor rekening van de eigenaar. Het schip zou daartoe naar Frankrijk getransporteerd moeten worden, eveneens voor rekening van de eigenaar zelf.
Ik stel vast, dat u niet alleen de aansprakelijkheid afwijst, maar ook niet aanbiedt om voor rekening van Allures de noodzakelijke herstelwerkzaamheden uit te voeren.
3. Gezien de omstandigheid dat u zich, ondanks bekendheid met de problematiek, afzijdig hebt gehouden en gezien de inhoud van uw brief van 3 februari jl., is er wat ons betreft geen enkele aanleiding om af te zien van het voornemen om noodzakelijke herstelwerkzaamheden (hier in Nederland) te laten uitvoeren. Wij zullen de importeur/verkoper Rossinante aanspreken tot vergoeding van deze herstelkosten. (…)"
2.14.
De herstelwerkzaamheden aan het zeiljacht op de werf van K&M Yachtbuilders te Makkum zijn in februari 2011 aangevangen.
2.15.
De advocaat van UVM/[A] heeft Rossinante bij brief van 1 maart 2011 onder meer medegedeeld:
"In aansluiting op mijn bericht van 15 februari jl. laat ik u weten dat de [X] is gestript ten behoeve van het schilderwerk en de probleemgebieden in het verfsysteem zijn kaal gehaald. Bij deze werkzaamheden is geconstateerd dat de onthechting van het verfsysteem op het dek doorloopt tot onder de opbouw. Dat betekent dat de schade nog veel groter is en dat voor een behoorlijk herstel noodzaak bestaat om de opbouw te lichten, zodat het dek geheel met de rest van de romp kan worden gestraald en gecoat. Het moge duidelijk zijn dat daarmee de herstelkosten aanzienlijk zullen toenemen. (…)"
2.16.
Garantex heeft op 4 november 2011 een definitief rapport uitgebracht. Hierin begroot zij de schade op een totaalbedrag van € 85.892,20 inclusief BTW. In haar rapport meldt Garantex onder meer:
"(…)
2 Aanvulling
Metingen aan de elektra brachten nog altijd dezelfde meetwaarden naar voren als destijds gemeten in Curacao. Om duidelijkheid te verkrijgen ten aanzien van deze meetwaarden hebben wij metingen laten verrichten door Van der Heide te Kollum.
Uit de verrichte metingen bleek dat de elektrische isolatie van het gehele systeem goed is. De gemeten spanning wordt veroorzaakt door de lekstroomtester (testeur de fuite). Indien ingeschakeld zet deze een spanning op de romp. Het alarm gaat af zodra deze stroom wegvloeit via het boordnet. Door Van der Heide zijn verder geen afwijkingen aangetroffen in het boordnet.
Op 2 november hebben wij een afrondend bezoek gebracht aan K&M te Makkum. Wij hebben alle nota's doorgenomen en een totaalbegroting gemaakt.
(…)
3.1
Toelichting op de schadebegroting
De slechte plaatdelen uit het vlak ter plaatse van de watertanks zijn uitgeslepen en geheel vervangen. Dit in tegenstelling tot de initiële plannen om het plaatwerk te repareren. Bij pogingen hiertoe bleek dat de aantasting zodanig diep was dat van herstel geen sprake kon zijn.
Voor het laswerk en de demontage van de opbouw is de elektra losgekoppeld. Alle bedrading is vooraf gelabeld en hierna op dezelfde wijze weer aangesloten.
Romp en dek zijn geheel geschilderd en de kielkast is gestraald en geschilderd. Dit laatste in aanvulling op de offerte. Ook het verfwerk in de kielkast bleek grotendeels los te komen van de romp.
Na demontage van de opbouw bleek dat de originele coating op het stuk onder de opbouw onvoldoende hechting op de romp had. Ook bleek dat de coating op het dek en onder de opbouw niet van gelijke dikte en samenstelling was: de coating is op verschillende momenten aangebracht. De corrosieproblemen langs de rand van de opbouw werden veroorzaakt door een slechte aansluiting van beide verfsystemen.
Na demontage van de opbouw is een nieuwe coating op het gehele dek aangebracht (dus ook het deel onder de opbouw). De kwaliteit van het schilderwerk is door ons op het oog als goed beoordeeld.
Er zijn nieuwe kunststof watertanks onder de vloer aangebracht. De tanks zijn op de stringers geplaatst waardoor deze vrij blijven van de bodem. Tussen de tanks en de stringers zijn houten klosjes aangebracht. De tanks zijn zeevast opgesteld middels keggen en banden. (…)"
2.17.
UVM heeft als WA/cascoverzekeraar van [A] aan hem - onder aftrek van een bedrag aan eigen risico van € 6.500,- - aan schade een bedrag van € 79.392,20 vergoed.

3.Het geschil

3.1.
UVM en [A] vorderen dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. Rossinante veroordeelt tot betaling aan UVM van een bedrag van € 106.818,59, te vermeerderen met de wettelijke rente;
II. Rossinante veroordeelt tot betaling aan [A] van een bedrag van € 22.162,78, te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. Rossinante veroordeelt in de kosten van het geding, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en indien voldoening niet binnen die termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover;
IV. Rossinante veroordeelt in de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en indien voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
3.2.
Rossinante concludeert tot afwijzing van de vorderingen van UVM en [A], met
veroordeling van UVM en [A] in de kosten van het geding.

4.Het standpunt van UVM en [A]

4.1.
UVM en [A] leggen aan hun vorderingen - samengevat - het volgende ten grondslag. Rossinante is gehouden tot betaling van schadevergoeding op grond van toerekenbaar tekortschieten van de zijde van Rossinante, gelegen in non-conformiteit van het zeiljacht. Het zeiljacht bezat niet de eigenschappen die [A] op grond van de koopovereenkomst met Rossinante mocht verwachten. [A] mocht verwachten dat het zeiljacht de eigenschappen zou bezitten die voor een normaal gebruik daarvan noodzakelijk waren. Hieronder valt in ieder geval het bevaren van de wereldzeeën, het innemen van drinkwater op verschillende continenten, het voor langere tijd intact blijven van de verflaag en het uitblijven van elektrische problemen. UVM en [A] betwisten dat er, zoals Rossinante stelt, sprake was van elektrolyse. De geïsoleerde plek waar de verflaag heeft losgelaten, wijst niet op elektrolyse. Uit de bevindingen van zowel Garantex als ESMA blijkt bovendien dat er sprake is van een natuurlijke reactie in de watertank. Tussen de verschillende (drie) problemen bestaat geen verband, aldus UVM en [A]. Daarnaast is gebleken dat ook eigenaren van een soortgelijke zeiljachten met dezelfde gebreken zijn geconfronteerd.
4.2.
UVMvordert - als gesubrogeerd verzekeraar - schadevergoeding, bestaande uit het na aftrek van een eigen risico aan [A] uitgekeerde bedrag van € 79.392,20. Voorts heeft UVM kosten moeten maken ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, zijnde de kosten van het onderzoek van Garantex ten bedrage van € 16.652,63. Ten slotte zijn er buitengerechtelijke incassokosten gemaakt in verband met de werkzaamheden buiten rechte in de onderhavige zaak van de advocaat van UVM. Deze kosten belopen € 10.773,76. De totale vordering van UVM op Rossinante bedraagt daarmee € 106.818,59.
4.3.
[A]vordert zelf eveneens betaling van schadevergoeding door Rossinante. [A] heeft kosten moeten maken voor het transport van het zeiljacht naar Makkum teneinde aldaar het herstel te doen plaatsvinden. Deze kosten bedragen € 14.277,10. Daarnaast heeft [A] kosten gemaakt voor vervangend vervoer en een vervangende slaapplek ten bedrage van € 1.385,68. Tot slot vordert [A] betaling van Rossinante van het door UVM bij de schadeuitkering voor zijn rekening gebrachte eigen risico ad
€ 6.500,-. De totale vordering van [A] op Rossinante bedraagt daarmee € 22.162,78.

5.Het standpunt van Rossinante

5.1.
Rossinante betwist de vorderingen van UVM en [A]. Zij stelt daartoe dat hoewel UVM en [A] een drietal problemen noemen er in feite slechts sprake is van één probleem, te weten corrosievorming als gevolg van elektrolyse. Het nadeel van het voor de bouw van het zeiljacht gebruikte materiaal aluminium is dat het reageren kan op (andere) materialen waaraan het wordt blootgesteld. Deze reactie kan zowel chemisch zijn als elektrolytisch. Om elektrolyse te voorkomen is er een lekstroomindicator in het zeiljacht ingebouwd. Het lampje gaat branden als er sprake is van elektrolyse. Zo is het bij het zeiljacht van [A] ook gegaan. De corrosievorming in de watertank is een gevolg van een chemische reactie met deeltjes die zich bevinden in het drinkwater dat door de gebruiker van de watertank wordt ingenomen. Niet gebleken is dat [A] de watertank niet gewoon heeft kunnen gebruiken tijdens zijn vaartochten met het zeiljacht. De corrosievorming stond dan ook niet aan het gebruik van de watertank in de weg, zelfs niet in geval van ernstige corrosievorming. Van non-conformiteit is met betrekking tot dit probleem dan ook geen sprake, aldus Rossinante. Ten aanzien van de problemen met het verfsysteem van het zeiljacht stelt Rossinante dat het verfsysteem niet zoveel problemen mag geven als zich in de praktijk heeft voorgedaan. De problemen met het verfsysteem vloeien eveneens voort uit de eerdergenoemde elektrolyse. Rossinante ontkent overigens niet dat er sprake is (geweest) van elektrische problemen op het zeiljacht. Zij heeft destijds echter een zeiljacht geleverd dat niet was behept met problemen aan de elektronica. In dit verband verwijst zij naar een destijds opgesteld keuringsrapport. Na de levering heeft [A] voor eigen beheer elektronische apparatuur laten inbouwen. Het kan dan volgens Rossinante ook bijna niet anders dan dat de geconstateerde elektrische problemen een gevolg zijn van de in eigen beheer uitgevoerde inbouwwerkzaamheden. Hiervoor kan de rekening niet bij Rossinante worden neergelegd.
5.2.
Indien geoordeeld zou worden dat er sprake is van non-conformiteit, dan stelt Rossinante dat zij niet gehouden is tot betaling van enige schadevergoeding. Op grond van de HISWA voorwaarden heeft [A] recht op kosteloos herstel van gebreken en/of vervanging van gebrekkige onderdelen op de werf van de leverancier. Dit brengt mee dat het niet is toegestaan om zonder toestemming van de werf van de leverancier/Rossinante (herstel)werkzaamheden aan het zeiljacht te laten uitvoeren. Dit is ook verklaarbaar, aangezien de werf en Rossinante er belang bij hebben om zelf een onderzoek in te stellen naar de aard en omvang van de gestelde problemen. In dezen is niet gebleken van een situatie dat hierop een uitzondering kon worden gemaakt. [A] had het jacht derhalve bij Rossinante en/of de werf moeten aanbieden voor herstel. Nu dat niet is gebeurd, heeft [A] zijn recht op schadevergoeding geheel verspeeld. Ingebrekestelling van Rossinante heeft evenmin plaatsgevonden. Ook uit dien hoofde bestaat er dus geen gehoudenheid tot schadevergoeding jegens UVM/[A]. Ten aanzien van de gevorderde transportkosten stelt Rossinante nog dat niet gebleken is van de noodzaak om het zeiljacht te (laten) repatriëren. De wereldreis had eenvoudigweg door [A] kunnen worden voltooid en de terugkeer naar Europa had derhalve kunnen worden afgewacht. Gelet op het voorgaande komen de gevorderde reis- en verblijfkosten voor rekening van [A] zelf.
5.3.
Ten aanzien van de omvang van de schade voert Rossinante aan dat geen begroting van het verrichte schilderwerk is overgelegd. Alles is bovendien nieuw geschilderd, waardoor er een aftrek nieuw voor oud zou moeten plaatsvinden op de kosten van het schilderwerk. Het zeiljacht is vrijwel geheel gestript om corrosie te verwijderen. Hierbij zijn kosten noch moeite gespaard. Zonder enig overleg met Rossinante is de volledige polyester opbouw verwijderd, terwijl niet van de noodzaak daartoe is gebleken. Bij de watertanks is niet enkel volstaan met het schoonmaken van de tanks en/of het vervangen van de bodem van de tank. Er is een geheel nieuwe bodem gemonteerd en "gemakshalve" is het zeiljacht ook nog voorzien van plastic watertanks. Er lijkt voorts sprake te zijn van het dubbel uitvoeren van bepaalde werkzaamheden. Het stralen, primeren en antifoulen van de kielkast heeft niets van doen met de gestelde problematiek, maar de in verband hiermee gemaakte kosten worden wél - ten onrechte - aan Rossinante doorberekend. Indien voor deze werkzaamheden enige noodzaak bestond, dan vloeiden deze voort uit elektrolytische problemen.
5.4.
Rossinante betwist ten slotte de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten.

6.De beoordeling van het geschil

6.1.
Partijen hebben bij brieven van 11 februari 2013 (UVM/[A]) en 25 februari 2013 (Rossinante) enkele aanvullingen en verbeteringen voorgesteld naar aanleiding van de tekst van het proces-verbaal van comparitie. De rechtbank acht deze opmerkingen juist. De brieven zullen aan genoemd proces-verbaal worden gehecht. Het proces-verbaal dient aldus met inachtneming van genoemde aanvullingen en verbeteringen te worden gelezen.
6.2.
De onderhavige koopovereenkomst dient als een consumentenkoop in de zin van artikel 7:5 BW te worden aangemerkt, nu de koopovereenkomst is aangegaan tussen een in de uitoefening van haar bedrijf opererende verkoper, Rossinante en een consumentkoper in de persoon van [A].
6.3.
De vorderingen van UVM en [A] zijn gebaseerd op de stelling dat Rossinante gehouden is tot betaling van schadevergoeding op grond van toerekenbaar tekortschieten van de zijde van Rossinante, gelegen in de non-conformiteit van het geleverde zeiljacht.
De rechtbank stelt voorop dat het conformiteitsvereiste bij een koopovereenkomst (artikel 7:17 BW) inhoudt dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van die overeenkomst mocht verwachten. Het gaat hierbij om eigenschappen die voor een normaal gebruik van de zaak nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Welke eigenschappen de koper op grond van de koopovereenkomst mag verwachten, hangt af van de omstandigheden van het geval zoals de aard van de zaak, de mededelingen gedaan door de verkoper, de prijs, de omstandigheden waaronder een zaak wordt gekocht en de hoedanigheid van partijen.
6.4.
Partijen twisten over de vraag of er ten aanzien van de door UVM/[A] genoemde gebreken aan het zeiljacht sprake is van non-conformiteit. Het antwoord op die vraag kan naar het oordeel van de rechtbank echter in het midden worden gelaten, nu de rechtbank - zoals uit het hiernavolgende zal blijken - ook al zou er sprake zijn van non-conformiteit in de door UVM/[A] gestelde zin, de vorderingen van UVM/[A] niet toewijsbaar acht.
6.5.
Indien er bij wijze van veronderstelling vanuit zou worden gegaan dat er in dezen sprake is van non-conformiteit, dan had bij een consumentenkoop als de onderhavige [A] op de voet van artikel 7:21 lid 1 sub b en lid 2 BW jegens Rossinante recht op
- kosteloos - herstel van de gebreken aan het zeiljacht binnen een redelijke termijn. Ingevolge het zesde lid van dit artikel heeft te gelden dat indien bij een consumentenkoop de verkoper niet binnen een redelijke termijn nadat hij daartoe door de koper schriftelijk is aangemaand, aan zijn verplichting tot herstel van de afgeleverde zaak heeft voldaan, de koper bevoegd is om het herstel door een derde te doen plaatsvinden en de kosten daarvan op de verkoper te verhalen. De door UVM gevorderde en kennelijk op dit wetsartikel gebaseerde, herstelkosten zijn mitsdien slechts toewijsbaar indien Rossinante door UVM/[A] schriftelijk is aangemaand om binnen redelijke tijd tot herstel over te gaan en dit herstel vervolgens achterwege is gebleven.
6.6.
Naar het oordeel van de rechtbank staat genoegzaam vast dat UVM/[A]
níeteen zodanige schriftelijke aanmaning tot herstel aan Rossinante hebben doen uitgaan, zodat Rossinante niet uit dien hoofde tot vergoeding van de gevorderde herstelkosten gehouden is.
6.7.
De vordering tot vergoeding van de herstelkosten zou óók toewijsbaar kunnen zijn indien Rossinante als verkoper niet bereid zou zijn geweest om kosteloos te herstellen.
Dat is echter niet komen vast te staan. De stelling van UVM/[A] dat Rossinante niet (kosteloos) wilde herstellen, is naar het oordeel van de rechtbank niet voldoende onderbouwd. Weliswaar staat vast dat [A] de problemen met het zeiljacht aan Rossinante kenbaar heeft gemaakt - zo is er in vervolg daarop ook een expertise zijdens Rossinante uitgevoerd door ESMA, maar UVM/[A] hebben onvoldoende (feitelijk) onderbouwd dat aan Rossinante expliciet is verzocht om tot herstel van het zeiljacht over te gaan. De overgelegde buitengerechtelijke correspondentie van haar advocaat biedt daarvoor naar het oordeel van de rechtbank in elk geval geen aanknopingspunten. Opvallend in dit verband is ook dat het zeiljacht in de loop van 2010 al naar de werf van een derde (K&M Yachtbuilders) was gebracht. Voorts hebben UVM/[A] niet voldoende onderbouwd dat Rossinante heeft geweigerd om tot (kosteloos) herstel van het zeiljacht over te gaan. Enige correspondentie waaruit van een dergelijke weigering concreet zou kunnen blijken, is niet overgelegd, terwijl genoemde stelling ook niet (voldoende) feitelijk is geadstrueerd. De rechtbank stelt vast dat aan Rossinante slechts is medegedeeld (zie de brieven van de advocaat van UVM/[A] van 8 december 2010 en 11 januari 2011) dat het zeiljacht op de werf van K&M Yachtbuilders te Makkum lag en aldaar zou worden hersteld, waarbij Rossinante de mogelijkheid is geboden om het schip (nogmaals) te inspecteren. Tegen deze achtergrond kan niet worden geoordeeld dat Rossinante heeft geweigerd om tot (kosteloos) herstel van het zeiljacht over te gaan. De rechtbank stelt verder vast dat UVM/[A] met Allures heeft gecorrespondeerd over (de voorwaarden van) herstel van het zeiljacht (zie de brief aan Allures van 15 februari 2011, r.o. 2.13.), maar die brief (aan de fabrikant) regardeert Rossinante (als verkoper) niet.
6.8.
De primaire aanspraak op herstel of vervanging van de gekochte zaak doet overigens niet af aan het recht op schadevergoeding indien er als gevolg van een ondeugdelijke prestatie schade is geleden die door herstel of vervanging niet meer kan worden weggenomen. In zoverre kan er dan immers niet meer worden nagekomen en is de verkoper in verzuim omdat de nakoming in dat opzicht blijvend onmogelijk is in de zin van artikel 6:74 en 6:81 BW (zie HR 4 februari 2000, NJ 2000, 258). Gesteld noch gebleken is evenwel dat van dergelijke schade in dezen (op enige wijze) sprake is. Meer in het bijzonder overweegt de rechtbank in dit verband dat de kosten van repatriëring van het zeiljacht en de reis- en verblijfkosten niet voor rekening van Rossinante kunnen worden gebracht. UVM/[A] hebben onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd, waaruit kan worden afgeleid dat - na het constateren van de problemen aan het zeiljacht - het noodzakelijk was om het schip voor het voorgestane herstel naar Nederland terug te brengen én voorts dat het voor [A] onmogelijk was om met zijn zeiljacht naar Nederland terug te reizen. Vanwege het niet voldoen aan de stelplicht is nadere bewijslevering ter zake niet aan de orde.
6.9.
De rechtbank komt gezien het vorenstaande tot de conclusie dat Rossinante niet schadeplichtig is jegens [A] en UVM. De tot schadevergoeding strekkende vorderingen van laatstgenoemden dienen dan ook te worden afgewezen. Al hetgeen partijen overigens nog hebben aangevoerd, kan daarmee onbesproken blijven.
6.10.
[A] en UVM zullen als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Rossinante vastgesteld op € 3.621,00 aan vast recht en € 2.842,00 (2 punten x € 1.421,00) aan salaris van de advocaat, zijnde in totaal € 6.463,00.

7.De beslissing

De rechtbank:
7.1.
wijst de vorderingen af;
7.2.
veroordeelt [A] en UVM in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Rossinante vastgesteld op € 6.463,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Idzenga en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2013.
fn 343