Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de kantonrechter d.d. 29 oktober 2013
[eiseres],
[gedaagde],
Procesverloop
Motivering
De vaststaande feiten
[kadastrale gegegevens]
Gebruikgevereigenaresse is van de woningen nummer 1 t/m 11 oneven aan de[naam] te [plaats]. De vermelde nummers 1,3,5 en 11 heeft zij krachtens erfrecht verkregen; de resterende tussenliggende nummers heeft zij inmiddels ook aangekocht.
Gebruiknemerverklaart uitdrukkelijk met deze overwegingen bekend te zijn en om die reden het gebruik ook beschouwt als een tijdelijks gebruiksregeling en dit derhalve niet als een huurovereenkomst aanmerkt nu over en weer de wil van een huurovereenkomst ontbreekt.
Gebruikgevermet betrekking tot haar voornemens tot definitief besluit komt als hiervoor aangegeven, zal zij tijdig de
Gebruiknemerhiervan in kennis stellen. Zij neemt hiervoor een termijn van tenminste 3 maanden in acht. Ook bij voorgenomen beëindiging van het gebruik door de
Gebruiknemer, zal ook deze een overeenkomstige termijn in acht nemen.
€ 358,95, per maand vooruit te betalen en voor het eerst te voldoen op
1 juli 2006.
1 juli 2006.
tijdelijk in gebruik gevenvan de betreffende woning, in afwachting van verbouwingsplannen van de [eiseres], waarbij de [eiseres] "de handen vrij wilde hebben" om de woning, met inachtneming van de in de overeenkomst opgenomen opzegtermijn, weer ter beschikking te krijgen. De daartoe opgestelde overeenkomst van partijen is aangegaan met ingang van 1 juli
2006. De opzegging van de overeenkomst dateert uit het najaar van
2012, ruim zes jaar (!) later. Tegen deze achtergrond kan naar het oordeel van de kantonrechter niet meer worden gesproken van een situatie dat de verhuurder de woning (slechts) tijdelijk in gebruik heeft gegeven. Er is sprake van een langdurig, bestendig gebruik van de woning door [gedaagde], dat alle kenmerken van een huurovereenkomst in zich bergt. [gedaagde] beroept zich tegenover de [eiseres] dan ook terecht op huurbescherming.