Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de kantonrechter d.d. 29 oktober 2013
[eiser],
[gedaagde 1],
Procesverloop
Motivering
[getuige 1]heeft, voor zover van belang, blijkens een proces-verbaal van verhoor getuige van 14 maart 2010 het volgende verklaard:
[getuige 2]heeft, voor zover van belang, het volgende in een schriftelijke verklaring van 29 augustus 2010 geschreven:
[getuige 3]heeft blijkens een proces-verbaal van verhoor getuigen, voor zover van belang, het volgende ten overstaan van de rechter-commissaris verklaard:
[getuige 5]heeft blijkens een proces-verbaal van verhoor getuigen, voor zover van belang, het volgende ten overstaan van de rechter-commissaris verklaard:
[getuige 6]heeft, voor zover van belang, het volgende in een schriftelijke verklaring van 23 juni 2010 geschreven:
€ 2.500,00
rechter-commissaris zijn afgelegd, gaat de kantonrechter voorbij. In het arrest van 28 november 2011 heeft het hof namelijk overwogen dat deze getuigen bij de rechter-commissaris verklaringen hebben afgelegd, die sterk afwijken van hun verklaringen bij de politie. [gedaagde 1] heeft niet de betreffende verklaringen bij de politie overgelegd en heeft dus niet de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig aangevoerd. Hieruit maakt de kantonrechter de gevolgtrekking die zij geraden acht, namelijk het buiten beschouwing laten van de wel door [gedaagde 1] overgelegde verklaringen. De kantonrechter heeft mede rekening gehouden met het feit dat [eiser] in zijn processtukken steeds gevraagd heeft om overlegging van het gehele proces-verbaal, dat alleen [gedaagde 1] in zijn bezit heeft, terwijl [gedaagde 1] slechts delen daaruit in het geding gebracht heeft.
€ 200,00(2 punten x tarief € 100,00)