ECLI:NL:RBNNE:2013:6341

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 september 2013
Publicatiedatum
18 oktober 2013
Zaaknummer
C18/142567/PR RK 13-287
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet ontvankelijk verklaard wegens niet-behandelend rechter

In deze zaak heeft verzoeker [A] op 31 juli 2013 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. S.B. Smit-Colenbrander, rechter in de afdeling bestuursrecht van de Rechtbank Noord-Nederland. Dit verzoek was ingediend in het kader van een aanhangig geschil met zaaknummer AWB 13/454. De griffie heeft op 2 augustus 2013 een ontvangstbevestiging van het wrakingsverzoek naar verzoeker gestuurd. Op 26 augustus 2013 heeft mr. Smit-Colenbrander via de griffie laten weten dat zij niet de behandelend rechter is in de betreffende zaak.

De rechtbank heeft in haar beoordeling de relevante wetgeving, met name artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in overweging genomen. Dit artikel stelt dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel kunnen trekken. De rechtbank benadrukt dat een rechter in principe wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die deze veronderstelling ondermijnen.

Aangezien mr. Smit-Colenbrander niet de behandelend rechter is, heeft de rechtbank geconcludeerd dat de grond voor het wrakingsverzoek niet bestaat. Hierdoor is het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft besloten om niet over te gaan tot een mondelinge behandeling, omdat niet aan de formele eisen voor wraking is voldaan. De procedure in de hoofdzaak AWB 13-454 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken op 3 september 2013.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLANDMEERVOUDIGE KAMER
locatie Groningen
zaaknummer: C/18/142567/ PR RK 13/287
Beslissingop het schriftelijk verzoek van [A], wonende aan de [adres] [woonplaats] (verzoeker) tot wraking ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van mr. S.B. Smit-Colenbrander.

1.Procesverloop

1.1.
Verzoeker heeft bij brief van 31 juli 2013 mr. S.B. Smit-Colenbrander, rechter in de afdeling bestuursrecht van deze rechtbank, gewraakt in een aanhangig geschil waarin verzoeker als partij is betrokken met zaaknummer AWB 13/454.
1.2. Op 2 augustus 2013 heeft de griffie verzoeker een ontvangstbevestiging van dit wrakingsverzoek gezonden.
1.3.
Mr. S.B. Smit-Colenbrander heeft door tussenkomst van de griffie van de sector bestuursrecht bij e-mail van 26 augustus 2013 laten meedelen dat zij niet de behandelend rechter is van deze zaak.

2.Beoordeling

2.1.
De rechtbank overweegt dat voor de beoordeling van wrakingsverzoeken de toepasselijke norm is gegeven in de artikel 8:15 AWB, in samenhang met de door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens op basis van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden ontwikkelde criteria.
2.2.
In artikel 8:15 AWB is bepaald dat op verzoek van een partij de rechter die een zaak behandelt, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van haar/zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een procespartij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die procespartij bestaande vrees dienaangaande objectief gerechtvaardigd is.
2.3.
Nu mr. S.B. Smit-Colenbrander niet de behandelend rechter is, is de grond aan het wrakingsverzoek komen te ontvallen.
2.4.
Nu niet aan een van de formele eisen voor wraking is voldaan is het verzoek niet- ontvankelijk. Tot een mondelinge behandeling wordt daarom niet overgegaan.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verklaart het verzoek niet ontvankelijk,
3.2.
bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak AWB 13-454 wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het schriftelijke verzoek tot wraking,
3.3.
beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoeker, mr. S.B. Smit-Colenbrander en de gemeente Groningen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.B.M. Keurentjes, voorzitter, mr. L.H.A.M. Voncken en mr. F. Sijens, rechters, in aanwezigheid van de griffier en is in het openbaar uitgesproken op 3 september 2013.