ECLI:NL:RBNNE:2013:6335
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter na beëindiging van de procedure
In deze zaak heeft verzoeker, aangeduid als [A], een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. P.G. Wijtsma, rechter in de afdeling bestuursrecht van de Rechtbank Noord-Nederland. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van mr. Wijtsma op 3 september 2013, waarin het beroep van verzoeker ongegrond werd verklaard. Verzoeker stelde dat mr. Wijtsma incompetent en partijdig was, en dat hij inhumaan handelde door geen rekening te houden met de stress en de behoefte aan rust van verzoeker. Verzoeker verzocht de rechtbank om mr. Wijtsma niet langer bij zijn procedures te betrekken, omdat hij geen vertrouwen meer had in de rechter.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker zijn verzoek tot wraking te laat had ingediend, aangezien dit verzoek pas na de einduitspraak was gedaan. Hierdoor was verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek. Bovendien was het niet mogelijk om mr. Wijtsma te wraken voor toekomstige procedures, omdat dit pas kan nadat een nieuwe procedure aanhangig is gemaakt.
De wrakingskamer besloot daarom om het verzoek tot wraking niet inhoudelijk te behandelen en verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 27 september 2013, in aanwezigheid van de griffier, mr. M. Postma.