Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De verdediging heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde nu er geen geldig bloedonderzoek heeft plaatsgevonden.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt. Uit de gebezigde bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende af. Op zondag 11 maart 2012 te 22:32 uur, kreeg de politie kennis van een verkeersongeval op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, Ter Maars 1, 9591 TH Onstwedde, binnen de gemeente Stadskanaal. De politie heeft de bestuurder, verdachte, gevorderd mee te werken aan een voorlopig ademonderzoek. Uit de test kwam een alcoholindicatie boven de wettelijk vastgestelde limiet, te weten een A indicatie. De politie heeft verdachte aangehouden op verdenking van overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994. Verdachte was in verband met zijn toestand naar het ziekenhuis overgebracht. De verdachte heeft in het ziekenhuis desgevraagd toestemming verleend tot het afnemen van een bloedonderzoek. Uit het bloedonderzoek bleek dat het alcoholgehalte van het bloed van de verdachte ten tijde van het onderzoek 1,40 milligram alcohol per milliliter bloed bedroeg.
De rechtbank is van oordeel dat het verkeersgedrag van verdachte zonder meer onvoorzichtig is te noemen. Verdachte heeft met een veel te hoge snelheid gereden en zijn voertuig daarbij niet voortdurend onder controle gehad en zodoende een ernstig ongeval veroorzaakt. Dit onvoorzichtige verkeersgedrag is verwijtbaar, zeker nu verdachte, terwijl hij niet in het bezit was van een geldig rijbewijs, toch in een personenauto is gaan rijden. Daarbij heeft verdachte ook twee inzittenden mee laten rijden. Verdachte heeft voordat hij in de personenauto stapte een aanzienlijke hoeveelheid alcohol genuttigd en heeft zelfs tijdens het rijden nog bier gedronken, zodat hij zodanig onder invloed van alcohol was dat hij - zeker als beginnend bestuurder - het wettelijk toegestane bloedalcoholpromillage fors heeft overschreden.
De rechtbank is van oordeel dat het feit dat verdachte zonder geldig rijbewijs heeft gereden, de forse snelheidsovertreding gelet op de verkeerssituatie ter plaatse in combinatie met de beschonken toestand waarin verdachte ten tijde van de aanrijding verkeerde de conclusie rechtvaardigt dat verdachtes handelen als zeer onvoorzichtig moet worden gekwalificeerd.
Zodanig verkeersgedrag, onder deze omstandigheden begaan, kan naar het oordeel van de rechtbank de gevolgtrekking dragen dat het verkeersongeval aan de schuld van de verdachte als bedoeld in art. 6 van de Wegenverkeerswet 1994 te wijten is.
Bewezenverklaring
hij op 11 maart 2012, in de gemeente Stadskanaal,
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Ter Maars, en toen in of ter
hoogte of (kort) na een in die Ter Maars gelegen voor hem, verdachte, naar
links voerende bocht, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te
wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer onvoorzichtig en onoplettend,
terwijl hij, verdachte, toen niet in het bezit was van een geldig rijbewijs,
met een aanmerkelijke snelheid,
- in plaats van tijdig en/of voldoende verdachtes snelheid aan te passen aan
de omstandigheden ter plaatse en in plaats van met dat door verdachte
bestuurde motorrijtuig de rijbaan van die Ter Maars te blijven volgen -
de macht over het stuur heeft verloren en gedeeltelijk buiten de rijbaan
van die weg, de Ter Maars, in de - gezien verdachtes rijrichting - rechterberm
is geraakt en vervolgens met dat motorrijtuig naar links is geslipt en/of
gegleden en met dat motorrijtuig is gebotst tegen in de - gezien verdachtes rijrichting - linkerberm staande bomen en/of struiken,
waardoor een inzittende van dat door verdachte bestuurde motorrijtuig
(personenauto) (genaamd [slachtoffer 1]) zwaar lichamelijk letsel, te weten
ernstig hersenletsel werd toegebracht, en
waardoor een inzittende van dat door verdachte bestuurde motorrijtuig
(personenauto) (genaamd [slachtoffer 2]) zwaar lichamelijk letsel, te weten
een gescheurde lever en een gescheurde nier en een bovenarmfractuur
en een longkneuzing werd toegebracht,
terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8,
tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994.