Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van de stukken en de verklaring van verdachte ter terechtzitting gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van het laste gelegde acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting;
- een proces-verbaal van aangifte d.d. 26 april 2013, opgenomen op pagina 35 e.v. van dossier nummer PL01KN 2013047779, d.d. 19 juni 2013, van de politie Groningen, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1].
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting;
- een proces-verbaal van aangifte d.d. 26 april 2013, opgenomen op pagina 39 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2].
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting;
- een proces-verbaal van aangifte d.d. 18 april 2013, opgenomen op pagina 42 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3].
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting;
- een proces-verbaal van aangifte d.d. 13 juni 2013, opgenomen op pagina 49 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 4].
Gelet op de hiervoor genoemde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 29 maart 2013 te Groningen, op of nabij het Engelse Kamp, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, genaamd [slachtoffer 1], heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 15 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- gezegd dat zijn auto op slot zat met de sleutels nog in het voertuig en
- als hij de Anwb liet komen dat dit dan 200 euro moest kosten en
- dat hij naar Appingedam moest om voetbaltraining te geven en
- dat hij geen geld had voor het openbaar vervoer naar Appingedam en
- dat hij het geld wel terug zou brengen of overmaken naar de girorekening van voornoemde [slachtoffer 1] en
- dat hij bij de Belastingienst werkzaam was,
waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
hij op 31 maart 2013 te Groningen, op of nabij de Phebensstraat, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, genaamd[slachtoffer 2], heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 50 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- gezegd dat hij zijn autosleutels in de auto had lagen liggen en
- dat het openmaken van de auto door de politie 250 euro moest kosten en
- dat hij zijn reserve sleutel van huis wilde halen en
- dat hij daarvoor geld nodig had voor een treinkaartje en
- dat hij het te lenen geld zou terug betalen en
- als onderpand een bankpas heeft gegeven,
waardoor die[slachtoffer 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
hij op 8 april 2013 te Groningen, op of nabij de Kempkensberg, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, genaamd van [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 20 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich heeft voorgesteld als "[onbekende]" en
- gezegd dat hij zijn tas met sleutels in de kofferbak van de auto had gedaan en
- dat de portier van een nabijgelegen pand hem niet kon helpen en
- dat hij voetbaltraining moest geven in Appingedam en
- dat het inschakelen van de Anwb te duur was en
- dat hij 12,60 euro wilde lenen om met de trein te kunnen gaan en
- dat hij het geld de volgende dag zou kunnen terug brengen op haar werkplek of zou kunnen achterlaten bij de receptie en
- op een visitekaartje de gegevens "[onbekende],[adres], [woonplaats 2]" genoteerd, welke gegevens door moesten gaan voor de gegevens van verdachte,
waardoor die van [slachtoffer 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij op 11 juni 2013 te Delfzijl, op of nabij de Vennen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, genaamd,[slachtoffer 4], heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 20 euro, hebbende verdachte met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- gezegd dat hij zwemleraar was en
- niet in zijn auto kon komen en
- dat zijn portemonnee en/of papieren in de auto lagen en
- dat hij naar Groningen moest om reservesleutels te halen en
- dat de kosten om de auto te laten openen door de brandweer te hoog waren en
- dat hij geld wilde lenen voor een trein retourkaartje en
- dat hij binnen 2 à 3 uur terug zou komen en dan het geld in de brievenbus zou gooien,
waardoor die [slachtoffer 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank acht hetgeen onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.