ECLI:NL:RBNNE:2013:5903
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verhuur van een deel van de woning aan gelieerde BV leidt niet tot ondernemerschap voor de omzetbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 23 juli 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een samenwerkingsverband van [X] en [Z], en de inspecteur van de Belastingdienst over de naheffingsaanslag omzetbelasting. De inspecteur had aan eiseres een naheffingsaanslag opgelegd van € 83.544 over het tijdvak van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, met een bijkomende heffingsrente van € 1.054. Eiseres had beroep ingesteld tegen de handhaving van deze naheffingsaanslag door de inspecteur in zijn uitspraak op bezwaar van 18 januari 2013.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres de woning als ondernemingsvermogen voor de omzetbelasting had geëtiketteerd en dat er een huurovereenkomst was gesloten met [A] BV, waarin een deel van de woning als bedrijfsruimte werd verhuurd. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of eiseres kwalificeert als ondernemer voor de omzetbelasting. Dit vereist dat eiseres een economische activiteit verricht die gericht is op het behalen van duurzame opbrengsten.
De rechtbank concludeert dat de verhuur van de ruimtes in de woning aan de gelieerde [A] BV niet kan worden aangemerkt als een economische activiteit. De rechtbank oordeelt dat de verhuur niet voldoet aan de vereisten van zelfstandigheid en exploitatie van een vermogensbestanddeel, omdat de ruimtes geen eigen opgang hebben en alleen via de woning te bereiken zijn. Bovendien is er geen reële markt voor de verhuur van onzelfstandige ruimtes in een woning. De rechtbank wijst erop dat de huuropbrengst niet als duurzame opbrengst kan worden aangemerkt, omdat de verhuur feitelijk aan geen ander dan eiseres zelf ter beschikking wordt gesteld. Daarom is de naheffingsaanslag terecht opgelegd en wordt het beroep ongegrond verklaard.