ECLI:NL:RBNNE:2013:5662
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- P. Molema
- M.W. de Jonge
- M.S. Schothorst
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard na beëindiging procedure
Op 19 september 2013 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van een verzoeker, dat was ingediend op 26 augustus 2013. Het verzoek strekte zich uit tot de wraking van de rechters in twee lopende civiele zaken, te weten 589919 CV EXPL 13-6621 en 587545 CV EXPL 13-5968, alsook van de rechters die eerdere wrakingsverzoeken van de verzoeker niet-ontvankelijk hadden verklaard. De rechtbank overwoog dat volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een verzoek tot wraking moet worden ingediend voordat de behandeling van de zaak door het wijzen van een einduitspraak is geëindigd. Aangezien de procedures waarnaar de verzoeker verwees inmiddels waren beëindigd, was het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk.
De rechtbank benadrukte dat een verzoek tot wraking in beginsel in elke stand van de procedure kan worden gedaan, maar dat dit verzoek niet kan worden ingediend nadat de einduitspraak is gedaan. De verzoeker had nagelaten de namen van de rechters in de genoemde procedures te vermelden en had ook geen redenen opgegeven voor zijn verzoek tot wraking. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek niet ontvankelijk was.
De rechtbank besloot dat de procedures met nummers 589919 CV EXPL 13-6621 en 587545 CV EXPL 13-5968 voortgezet zouden worden in de stand waarin zij zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.