ECLI:NL:RBNNE:2013:5496
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- L.H.A.M. Voncken
- W.J.A.M. Dijkers
- P. Molema
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rolrechter in een civiele procedure tegen de gemeente Groningen
In deze zaak heeft verzoeker op 23 mei 2013 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. E.J. Oostdijk, de rolrechter die zijn zaak behandelde. Verzoeker was van mening dat hij tijdens de rolzitting niet de kans heeft gekregen om het woord te voeren, omdat de rolrechter hem niet het woord gaf. De wrakingskamer, bestaande uit mr. L.H.A.M. Voncken, mr. W.J.A.M. Dijkers en mr. P. Molema, heeft het verzoek beoordeeld. Tijdens de zitting op 5 juni 2013 heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat mr. Oostdijk verzoeker niet de gelegenheid heeft geboden om vragen te stellen over de processuele voortgang van zijn zaak. Echter, de rechtbank oordeelde dat dit niet leidde tot een gegrond wrakingsverzoek. De rechtbank benadrukte dat de rechter op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleverden. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en de procedure tegen de gemeente Groningen werd voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 12 juni 2013.