Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Lotsverbondenheid
"
4. (..)De gevolgen van een strikte scheiding tussen de beider vermogens en inkomsten hebben zij destijds willen matigen door een verrekening overeen te komen voor onder meer hetgeen van hun netto-inkomen uit arbeid over een jaar onverteerd is of door belegging van onverteerde inkomsten is verkregen.
2.De alimentatiebehoefte van de vrouw:
De vrouw stelt samengevat dat voor de omvang van haar behoefte, zoals zij die heeft gesteld, aansluiting moet worden gezocht bij de welstand ten tijde van het huwelijk en niet bij de omvang van de huishoudpot.
De omstandigheid dat de vrouw minder is gaan werken dient voor haar eigen rekening te blijven. De vrouw is volgens de man niet minder gaan werken tengevolge van de taakverdeling binnen het huwelijk.
De rechtbank is van oordeel dat deze berekening van de vrouw kan worden gevolgd, nu de man deze berekening niet, althans onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Nu de vrouw de omvang van haar behoefte echter heeft beperkt tot de behoefte op grond van de 60% hofnorm, € 3.924,-- per maand, zal de rechtbank de behoefte van de vrouw op dat bedrag stellen. Het eigen inkomen van de vrouw bedraagt, zoals volgt uit de als bijlage 1 aan deze beschikking gehechte berekening, € 971,-- netto per maand, zodat de vrouw een aanvullende behoefte heeft van € 2.953,-- per maand.
3.De draagkracht van de man:
De uitkering zou volgens de accountant geheel belastingvrij plaats kunnen vinden. De man heeft met die uitkering de hypotheekschuld op de echtelijke woning afgelost. Achteraf bleek dat door een mogelijke fout van de accountant de uitkering van het dividend niet belastingvrij was. De man heeft zich in 2011 door de besloten vennootschap[BV A]een bedrag van € 76.000,-- aan dividend doen uitkeren, om daarmee te kunnen voldoen aan de belastingclaim ter zake de dividend uitkering uit 2007. De man stelt dat tijdens het huwelijk naast voornoemde dividend uitkeringen geen andere dividend uitkeringen zijn gedaan.
Hieruit volgt, aldus de man, een rendement van in totaal € 1.610,74. In hoeverre de man bij een andere beleggingsmethode een hoger rendement zou kunnen behalen is niet relevant, aldus de man.
4.Limitering:
De vrouw stelt dat er geen sprake kan zijn van limitering, nu haar behoefte haar verdiencapaciteit ook als zij fulltime zou werken overstijgt. De vrouw verwijst voorts naar de door partijen opgemaakte huwelijkse voorwaarden.
fn: 19