Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
beschikking van de kinderrechter d.d. 6 mei 2013
tot het niet-ontvankelijk verklaren in het verzoek tot verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing
Procesgang
Motivering
Beslissing
fn: 340)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 6 mei 2013 een beschikking gegeven met betrekking tot het verzoek van de Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland om de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van vier minderjarigen te verlengen. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd bij beschikking van 11 mei 2012 en zou aflopen op 12 mei 2013. De stichting diende op 29 april 2013 een verzoek tot verlenging in, maar dit verzoek kwam pas op 6 mei 2013 ter griffie binnen, vijf dagen voor het verstrijken van de termijn.
De kinderrechter oordeelde dat de stichting niet tijdig had gehandeld, aangezien volgens artikel 2.4.8 van het Procesreglement Civiel Jeugdrecht een verlengingsverzoek uiterlijk acht weken voor het einde van de geldigheidsduur van de lopende ondertoezichtstelling ingediend moet worden. Door het indienen van het verzoek op een te laat moment, was de kinderrechter niet in staat om het verzoek zorgvuldig te behandelen met inachtneming van de belangen van alle betrokken partijen.
Gelet op deze omstandigheden verklaarde de kinderrechter de Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland niet-ontvankelijk in haar verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing. Deze beslissing werd genomen om de goede procesorde te waarborgen en om ervoor te zorgen dat verzoeken tijdig worden ingediend, zodat de rechtbank in staat is om deze verzoeken op een zorgvuldige manier te behandelen. De beschikking werd uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.