In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 februari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.M. Westerhuis. De tenlastelegging omvatte het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, dat op het moment van de feiten 12 jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 22 juni 2011 tot en met 24 juni 2011 in Burgum ontuchtige handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer, dat nog niet de leeftijd van 16 jaar had bereikt.
Tijdens de zitting op 29 januari 2013 heeft de verdachte bekend dat hij seksuele handelingen met het slachtoffer heeft verricht, maar hij stelde dat hij niet wist dat het slachtoffer zo jong was. De rechtbank oordeelde dat de leeftijd van het slachtoffer geobjectiveerd is en dat opzet of schuld omtrent de leeftijd niet vereist is. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging en verklaarde de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd en het feit dat de verdachte een first offender was. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen tot een bedrag van € 500,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank heeft de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bewezenverklaarde feit slechts één van de oorzaken van de schade was.