ECLI:NL:RBNNE:2013:4883

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 februari 2013
Publicatiedatum
12 augustus 2013
Zaaknummer
17/880357-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal en poging tot diefstal met bedreiging in Leeuwarden

Op 12 februari 2013 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van diefstal en poging tot diefstal. De zaak vond plaats in Leeuwarden, waar de verdachte op 14 oktober 2012 samen met anderen betrokken was bij het afnemen van goederen van slachtoffers op straat. De tenlastelegging omvatte het afnemen van een mobiele telefoon en een joint, waarbij de verdachte en zijn mededaders de slachtoffers onder druk zetten door hen te dwingen hun zakken leeg te maken. Tijdens de zitting op 29 januari 2013 werd het bewijs besproken, waarbij de rechtbank de verklaringen van de slachtoffers en getuigen tegen elkaar afwoog. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de diefstal van de joint en de hoeveelheid weed, maar niet voor de diefstal van de telefoon. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen van geweld en bedreiging, omdat de verklaringen van de slachtoffers tegenstrijdig waren en niet overtuigend genoeg om de bedreiging te onderbouwen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand voor de bewezenverklaarde feiten, met inachtneming van de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 45, 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/880357-12
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 12 februari 2013in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in [naam P.I.].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 29 januari 2013.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. K.E. Wielenga, advocaat te Leeuwarden.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 14 oktober 2012, te Leeuwarden, (althans) in de gemeente
Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, op of aan een openbare weg, te weten de [straatnaam], althans een
openbare weg, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen (ondermeer) een mobiele telefoon (merk HTC) en/of een joint en/of
een hoeveelheid weed, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader, welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s),
althans alleen,
  • dreigend op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] is/zijn afgelopen en/of
  • vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (op dreigende en/of gebiedende en/of
dwingende toon) de woorden heeft/hebben toegevoegd:"maak jullie zakken
leeg." en/of "Wat hebben jullie in jullie zakken?" en/of "Doe alles uit je
zakken." en/of "Wat doen jullie hier en wat hebben jullie in jullie zakken?"
en/of "je moet je broekzak opendoen.", althans (telkens) woorden van gelijke
(dreigende en/of gebiedende en/of dwingende) aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) de kleding van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben afgetast
en/of gelet op het vorenstaande die die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (op dreigende
en/of gebiedende en/of dwingende toon) opdracht heeft/hebben gegeven de
goederen welke die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] met zich droegen te tonen en/of
(vervolgens) die mobiele telefoon van die [slachtoffer 1] heeft afgepakt en/of die
joint en/of die hoeveelheid weed van die [slachtoffer 2] heeft afgepakt;
2.
hij op of omstreeks 14 oktober 2012, te Leeuwarden, (althans) in de gemeente
Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
op of aan een openbare weg, te weten de [straatnaam], althans een openbare weg,
ter uitvoering van het door verdachte en/of verdachtes mededader voorgenomen
misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen
geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of verdachtes mededader, en daarbij die voorgenomen diefstal
te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], te plegen
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is/heeft
verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
  • dreigend op die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] afgelopen en/of
  • vervolgens) die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (op dreigende en/of gebiedende
en/of dwingende toon) de woorden toegevoegd: "Wat hebben jullie in jullie
zakken?" "Maak jullie zakken leeg.", althans (telkens) woorden van gelijke
(dreigende en/of gebiedende en/of dwingende) aard en/of strekking en/of
- gelet op het vorenstaand (op dreigende en/of gebiedende en/of dwingende
toon) opdracht gegeven de goederen welke die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met
zich droegen te tonen en/of
- de kleding van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] afgetast,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
  • veroordeling voor het onder 1. en 2. ten laste gelegde;
  • oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.
Beoordeling van het bewijs [1]
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 bepleit dat bewezen kan worden dat verdachte een joint heeft weggenomen, maar dat geen wettig en overtuigend bewijs is geleverd voor het wegnemen van een telefoon of een zakje wiet noch voor geweld of bedreiging met geweld. De raadsman acht de verklaringen van aangevers en getuigen op die onderdelen ongeloofwaardig en tegenstrijdig.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman genoemd dat verdachte slechts heeft verklaard dat hij tegen de broekzakken van twee jongens heeft aangetikt.
De rechtbank is met betrekking tot feit 1 van oordeel dat op basis van de aangifte van [slachtoffer 2] en de verklaring van verdachte wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte een joint van [slachtoffer 2] heeft weggenomen. Voorts acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het zakje weed van [slachtoffer 2] heeft weggenomen. De rechtbank zal hiertoe de verklaring van getuige [slachtoffer 3] en het aantreffen van een zakje weed bij verdachte tot het bewijs bezigen.
Met betrekking tot de diefstal van de telefoon van [slachtoffer 1] constateert de rechtbank dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] meerdere verklaringen hebben afgelegd.
[slachtoffer 1] heeft na zijn aangifte [2] nog een tweede verklaring [3] afgelegd die op diverse punten van de aangifte verschilt. Zo stelde [slachtoffer 1] in zijn aangifte dat verdachte hem vroeg of hij iets bij zich had, waarop [slachtoffer 1] zei dat hij een beurs met kleingeld bij zich had. In zijn tweede verklaring noemde [slachtoffer 1] dit echter niet. Ook verklaarde [slachtoffer 1] in zijn tweede verklaring dat verdachte voorstelde om de fiets van getuige [slachtoffer 4] mee te nemen. Dit had [slachtoffer 1] in zijn aangifte echter niet genoemd en getuige [slachtoffer 4] verklaart daar zelf evenmin over.
[slachtoffer 1] verklaarde voorts in zijn tweede verhoor dat verdachte zijn telefoon vergeleek met de telefoon van [slachtoffer 3]. Dit -naar het oordeel van de rechtbank belangrijke- detail had [slachtoffer 1] in zijn aangifte echter niet genoemd. Daarnaast heeft getuige [slachtoffer 3] hierover in het geheel niets verklaard, terwijl het juist om zijn telefoon zou zijn gegaan.
[slachtoffer 2] heeft in totaal drie verklaringen afgelegd. [slachtoffer 2] heeft twee dagen na het afleggen van zijn eerste getuigenverklaring [4] nog aangifte gedaan van diefstal van zijn joint en wiet.
In deze aangifte [5] geeft [slachtoffer 2] aan dat zijn eerdere getuigenverklaring, waarin hij stelde dat hij en zijn vrienden hun spullen op straat moesten leggen en dat verdachte vervolgens de telefoon van één van zijn vrienden meenam, onjuist was.
De rechtbank concludeert derhalve dat de verklaringen van aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en getuigen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] op diverse punten tegenstrijdig of aantoonbaar onjuist zijn. De rechtbank is van oordeel dat op basis van die verklaringen weliswaar wettig doch geen overtuigend bewijs voor de diefstal van de telefoon van [slachtoffer 1] is geleverd.
Ten aanzien van feit 2 is de rechtbank, gelet op de verklaringen van aangever [slachtoffer 2] en getuigen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] van oordeel dat verdachte een poging tot diefstal heeft begaan door aan de zakken van aangever [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] te voelen.
Ten aanzien van het onder 1. en 2. ten laste gelegde geweld en de bedreiging met geweld overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte ontkent dat hij het groepje jongens heeft bedreigd en hij heeft zowel bij de politie als ter zitting verklaard dat sprake was van een lacherige, klierige sfeer ten tijde van het voorval. De rechtbank heeft reeds vastgesteld dat de verklaringen van aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en getuigen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] op verschillende punten tegenstrijdig zijn. De rechtbank constateert dat ook verschillend is verklaard over de dreigende sfeer. [slachtoffer 1] verklaart enerzijds dat hij bang was, maar noemt anderzijds ook dat "het niet serieus leek" en dat hij dacht dat het om een grap ging. [slachtoffer 2] verklaart in zijn tweede verhoor dat de mannen erg agressief overkwamen en dat ze dreigend op hem overkwamen, maar hij zegt ook dat hij nog dacht dat het een geintje was.
De rechtbank heeft derhalve niet de overtuiging gekregen dat verdachte geweld heeft toegepast of daarmee heeft gedreigd. De rechtbank zal van deze onderdelen vrijspreken.
De rechtbank past met betrekking tot feiten 1. en 2. de hierna te noemen bewijsmiddelen [6] toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten.
1.
De verklaring van verdachte [7] , inhoudende:
Ik liep op 14 oktober 2012 met mijn vrienden op de [straatnaam] in Leeuwarden. Daar stond een groepje jonge jongens. Ik ging wat grappen maken en heb op de zakken van twee jongens getikt om te voelen of er geld in zat. Ik heb een joint van één van de jongens meegenomen. Ik droeg een jas met een geel vinkje erop. Ik heb vlekken in mijn gezicht.
2.
De verklaring van aangever [slachtoffer 2] [8] , inhoudende:
Ik zag dat de man met de vlek in het gezicht het zakje weed uit mijn handen pakte. Ik zag dat ze weg liepen, maar dat ze gelijk weer terug kwamen. Ik had inmiddels een joint in mijn hand. Die hadden ze in eerste instantie niet zien liggen, want die lag op mijn fiets. Ik zag dat ze lachten. Ik zag dat de man met de vlek in zijn gezicht de joint uit mijn handen pakte.
3.
De verklaring van [slachtoffer 3] [9] , inhoudende:
Op 14 oktober 2012 stond ik met een paar vrienden op de [straatnaam] te Leeuwarden. Ik zag twee donkere jongens aankomen. De jongen met een geel vinkje op de borsthoogte van zijn jas, hoorde ik tegen ons zeggen: "Wat hebben jullie in jullie zakken?" Vervolgens voelde hij mijn broekzakken na. Hierna zag ik dat hij de zakken van mijn vrienden na ging. Ik zag dat ze naar een vriend van mij, genaamd [slachtoffer 2] gingen en zijn wiet afpakten. Dit deed de jongen met het gele teken op zijn jas. Hierna pakte deze jongen een gedraaide joint van [slachtoffer 2] af.
4.
De verklaring van [slachtoffer 4] [10] , inhoudende:
Wij liepen op 14 oktober 2012 op de [straatnaam] te Leeuwarden. Ik zag twee negroïde mannen op ons aflopen. Ik hoorde één van hen zeggen: "maak jullie zakken leeg". Ik zag dat de jongen met littekens op het gezicht naar mij toe liep. Ik zag en voelde dat hij naar mijn eigendommen zocht.
5.
Een schriftelijk stuk [11] , te weten een kennisgeving van inbeslagneming, inhoudende:
Een gripzakje wiet kwam tijdens de insluiting van verdachte tevoorschijn uit zijn kleding.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 14 oktober 2012, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, op een openbare weg, te weten de [straatnaam], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen een joint en een hoeveelheid weed, toebehorende aan [slachtoffer 2];
2.
hij op 14 oktober 2012, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, op een openbare weg, te weten de [straatnaam], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen van zijn gading, toebehorende aan [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], immers heeft verdachte hen de woorden toegevoegd: "Wat hebben jullie in jullie zakken?" en de kleding van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] afgetast, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1.
Diefstal
2.
Poging tot diefstal.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de straf in aanmerking:
  • aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
  • de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 3 januari 2013 en het reclasseringsadvies d.d. 15 januari 2013;
  • de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft zich in het uitgaansleven onder invloed van alcohol schuldig gemaakt aan diefstal en een poging tot diefstal. Hij heeft daarbij de slachtoffers enige vermogensschade toegebracht en hen ook door zijn manier van optreden verontrust.
Verdachte heeft al eerder een geldboete aanvaard voor baldadigheid op de openbare weg.
De reclassering heeft gerapporteerd dat verdachte een vmbo-diploma heeft behaald. Hij doet vaak uitzendwerk maar was thans op zoek naar werk. Hij heeft daarnaast een uitkering voor jonggehandicapten wegens rugklachten en astma. Hij leeft gescheiden van zijn ex-vriendin en hun tweejarige zoon. Er is sprake van cannabisgebruik en schulden. De reclassering ziet geen aanknopingspunten voor advies over straffen of maatregelen.
De rechtbank zal, gelet op de landelijke oriëntatiepunten voor zakkenrollerij, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand opleggen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 45, 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:

Verklaart het onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van een maand.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. Post, voorzitter, mr. H.H.J. Harmeijer en mr. C.A.J. Tuinstra, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 februari 2013.
Mr. Harmeijer en mr. Tuinstra zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Post
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Woude
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
locatie Leeuwarden,

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
parketnummer 17/880357-12
proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 29 januari 2013
Tegenwoordig:
mr. K. Post, voorzitter,
mr. H.H.J. Harmeijer en mr. C.A.J. Tuinstra, rechters,
mr. P.F. Hoekstra, officier van justitie en
mr. C.L. van der Woude, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De voorzitter belast de oudste rechter met de leiding van het onderzoek.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de oudste rechter te zijn genaamd:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in [naam P.I.].
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. K.E. Wielenga, advocaat te Leeuwarden.
De behandeling van de zaak tegen de verdachte geschiedt - op praktische gronden - gelijktijdig met de behandeling van de zaak onder parketnummer 17/880358-12 tegen de [medeverdachte], nochtans zonder dat deze zaken worden gevoegd.
……………………………
De oudste rechter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 12 februari 2013 te 13:30 uur.
Verdachte doet afstand van zijn recht bij de uitspraak van het vonnis aanwezig te zijn.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Voetnoten

1.De genoemde processen-verbaal bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer PLOGL 2012110429, gesloten op 17oktober 2012.
2.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 14 oktober 2012, pagina's 32-33.
3.De verklaring van [slachtoffer 1], d.d. 15 oktober 2012, pagina's 37-38.
4.De verklaring van [slachtoffer 2], d.d. 14 oktober 2012, pagina 48.
5.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2], d.d. 16 oktober 2012, pagina's 42-43.
6.De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer PL02GL 2012110429, gesloten op 17 oktober 2012.
7.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 29 januari 2013.
8.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2], d.d. 16 oktober 2012, pagina's 42-43.
9.De verklaring van [slachtoffer 3], d.d. 14 oktober 2012, pagina's 45-46.
10.De verklaring van [slachtoffer 4], d.d. 14 oktober 2012, pagina's 52-53.
11.De kennisgeving van inbeslagneming, d.d. 16 oktober 2012, pagina 3.