Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
- veroordeling voor het onder 1. en 2. ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met aftrek van voorarrest en met een proeftijd van twee jaren;
- oplegging van de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht, met meldingsgebod, deelname aan een cognitieve vaardigheidstraining (CoVa-training) en indien de reclassering dit nodig acht een behandeltraject bij een instelling voor verslavingszorg en opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijk opvang.
- tenuitvoerlegging van de op 1 november 2010 opgelegde gevangenisstraf van zes maanden;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] van [naam juwelier 1] tot een bedrag van € 3.880,00 met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 17 december 2012 en het reclasseringsadvies d.d. 10 januari 2013;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
Benadeelde partij
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
Toepassing van wetsartikelen
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
drie maanden.